Toegegeven: we moeten goed omgaan met het milieu. Daar is vrijwel iedereen het over eens, maar soms leidt die gedachte tot hysterie en paniek. Zeker wanneer de paniek word ingegeven door zogenaamd 'wetenschappelijk onderzoek'. Zo meldt Elsevier dat er problemen zijn met onderzoek naar insectenpopulaties. Want hoe tel je die kleine diertjes eigenlijk? Een wetenschappelijk artikel dat vaak wordt gebruikt door groene politici werd in oktober 2018 in Plos One gepubliceerd. Het artikel suggereert dat de insectenpopulaties in Duitsland enorm zijn afgenomen. Sterker nog: dat wel
75% van de insecten is verdwenen! Maar volgens insectenonderzoeker Kees Booij berusten dergelijke stellingen op misverstanden. Hij stelt tegenover
Elsevier het volgende:
"Deze studie had niet mogen worden gepubliceerd."
Het eerst punt van kritiek op wetenschappelijk onderzoek als dat van Plos One is het zogenaamde 'nul punt'. Het punt dat ter referentie geldt. Het punt waarmee alle andere condities worden vergeleken, maar ook het punt waar de x- en y-as van grafieken samenkomen, Elsevier:
"Het ijkpunt dient als basis waarop de dalende of stijgende trend leunt. De onderzoekers gebruikten als startjaar een uitzonderlijk goed insectenjaar, terwijl aantallen insecten van nature jaarlijks wel met een factor 10 kunnen verschillen. Kies je zo’n uitzonderlijk startjaar, dan krijg je dus eerder een dalende ‘trend’ in een tijdreeks. Terwijl je zo’n uitzondering er juist moet uitfilteren. Deze fout hadden de reviewers van Plos One moeten opmerken, vindt Booij."
Het volgende punt van kritiek volgens Elsevier is het aantal meetpunten waarmee data werd verzameld over de Duitse insecten. De claim dat 75% van de insecten in Duitsland zou zijn verdwenen is gebaseerd op slechts enkele meetpunten in Bonn (!). Hierdoor kan het zijn dat op andere locaties in Duitsland wél meer insecten waren, maar deze gegevens dus niet in het onderzoek verwerkt zitten. Elsevier:
"Het startjaar was ook nog eens gebaseerd op slechts zes vallen op één locatie bij het Duitse Bonn. Er bestonden grote gaten in meetreeksen. Die kun je wegpoetsen door middel van statistische bewerkingen, maar wie een rommeltje aan data invoert, verkoopt dan conclusies die leunen op drijfzand."
Vervolgens werd op basis van de gegevens van slechts enkele meetpunten een 'gemiddelde voor heel Duitsland' gepubliceerd. Er wordt wel een gemiddelde gegeven, maar het is maar de vraag of het gemiddelde over enkele meetstations daadwerkelijk het gemiddelde van een compleet land representeert:
"Tulps voornaamste kritiek was dat het gepresenteerde getal niets zegt over wat er per soort aan de hand is. Dat komt door de wijze waarop de LPI is samengesteld. Deze lijdt aan valse concreetheid. Je presenteert dan een statistisch verzinsel als iets dat echt bestaat in de natuur. De LPI is namelijk een aggregaat. Dat is een rekenkundig gemiddelde van statistisch bewerkte trends in soorten."
En zo snel als de paniek en hysterie verschenen verdwijnt deze als sneeuw voor de zon. En linkse politici verdienen met deze hysterie dus hun geld... Sneu!