Het Oost-Europese land heeft niet definitief voor nauwere banden met Rusland gekozen.
De aanhoudende demonstraties in Kiev en andere steden maken duideijk dat een groot deel van het Oekraïense volk liever meer samenwerkt met Europa dan de voormalige overheerser Rusland. Grote kans dat zij op den duur hun zin krijgen.
De Oekraïense regering maakte eind vorige maand onverwacht een draai en kondigde aan
de banden met Rusland aan te halen in plaats van een associatieverdrag met de Europese Unie te tekenen dat het land had kunnen klaarstomen voor lidmaatschap. Die beslissing stuit echter op grote weerzin, vooral in het westerse deel van Oekraïne dat ooit deel uitmaakte van het Habsburgse Rijk. In het oosten, waar zo'n acht miljoen etnische Russen wonen, is men voorzichtiger om Moskou voor het hoofd te stoten. Deze regio is dan ook de machtsbasis van president Viktor Janoekovytsj die in 2010 de meer pro-Westerse Viktor Joesjtsjenko opvolgde. Toch
steunt ook daar bijna de helft van de bevolking toenadering tot Europa.
Uit
peilingen blijkt dat het pro-Westerse sentiment vooral onder jongeren leeft. Alleen Oekraïners boven de vijftig geven bij meerderheid de voorkeur aan nauwere banden met Rusland dan Europa. Het lijkt dan ook een kwestie van tijd voor het land definitief voor Europa kiest. Op de korte termijn kon het dat echter simpelweg niet veroorloven.
Oekraïne is zeer afhankelijk van de handelsrelaties met Rusland. Meer dan 60 procent van de Oekraïense export gaat naar andere voormalige Sovjet-republieken. Zo'n 60 procent van de aardgas die het land consumeert en meer dan 90 procent van de olie die het nodig heeft moet worden geïmporteerd. Beide komen vooral uit Rusland. Geschat wordt dat Oekraïne over grote schaliegasvoorraden beschikt en het boort ook naar olie en gas in de Zwarte Zee, maar het zal nog jaren duren voor het niet meer op Rusland hoeft te leunen om in de eigen energiebehoefte te voorzien.
Dat geeft Rusland flinke invloed en president Vladimir Poetin deinst er niet voor terug om daar gebruik van te maken. Hij wil Oekraïne bij een Russische douaneunie betrekken waar ook Armenië, Kazachstan en Wit-Rusland deel van uitmaken. Die landen, zo waarschuwde hij eerder dit jaar, zouden "beschermende maatregelen" moeten treffen wanneer Oekraïne een associatieverdrag met Europa tekent. Rusland hield Oekraïense goederen later enkele dagen tegen aan de grens en heeft de import van Oekraïense chocolade en treinstellen verboden. Gevolg: de internationale reserves van Oekraïne zijn met 30 procent afgenomen, de economie kromp in het derde kwartaal anderhalf procent en de staatsschuld is opgelopen tot 77 procent van het bruto binnenlands product.
De nood in Kiev was hoog, maar het Westen was niet bereid te hulp te schieten. De Europese landen hebben immers al een aantal broeders aan het noodinfuus hangen. Daar moest een niet-EU-lid nog eens bijkomen! Het IMF wilde best een lening verstrekken, maar tegen strenge voorwaarden. Oekraïne zou, om de begroting op orde te brengen, op brandstofsubsidies moeten korten. De regering vreesde dat aardgas dan maar liefst 40 procent in prijs zou stijgen. Dat was ze niet bereid te dragen.
Oekraïense politici hebben de afgelopen weken benadrukt dat hun keuze voor nauwere samenwerking met Rusland vooral een praktische was, zo niet een tijdelijke. Zij konden weinig anders.
De Oekraïners die snakken naar vooruitgang hebben echter niet het geduld van hun leiders. De demonstranten zullen dan ook nog wel even op straat blijven en op de lange termijn kan geen Oekraïense regering het zich politiek veroorloven om hun eisen naast zich neer te leggen.