Wat Thierry Baudet 'kartelpolitiek' noemt, is weer werkelijkheid geworden in de benoeming van de vice-voorzitter van de Raad van State. Nog een voorbeeld voor de politieke spelletjes achter belangrijke benoemingen. Thom de Graaf, oud-fractievoorzitter van D66, is de 'Onderkoning' geworden. Hiermee heeft D66 een belangrijke functie in bezit kunnen krijgen. Het vicepresidentschap van de Raad van State geldt voor D66 als een 'hoofdprijs'. De partij heeft eerder wel ministers en staatssecretarissen geleverd, maar bijvoorbeeld nog nooit een burgemeester van een van de grote steden en al helemaal niet de 'onderkoning' van Nederland. Tijdens de formatie van vorig jaar is de naam van De Graaf al over tafel gegaan.
De Raad van State moet belangrijke adviezen schrijven voor de
regering en bestuurlijke rechtszaken behandelen. Men heeft al steeds meer kritiek op het feit dat de Raad van State met zo een belangrijke functie zo onzichtbaar is geworden en grijs. Dat komt natuurlijk voor een groot deel door de bestuurlijke benoemingen. Die benoemingen zijn zwaar onderhevig aan gesprekken in de achterkamertjes.
Hoe kan je verwachten dat een Raad van State 'onafhankelijk' opereert als er politieke poppetjes worden geplaatst die nauwe banden hebben met de regering? Niet. Maar toch is het al lang de normale gang van zaken bij de benoeming van de leden van de Raad van State. Achterhaald en achterbaks.
Mark Rutte daarentegen heeft niets tegen de huidige manier van
benoemen:
De procedure rond de benoeming van de vicepresident van de Raad van State moet niet veranderd worden. Dat vindt minister-president Mark Rutte. „Volgens mij gaat de benoeming goed zo.”
Volgens Rutte is De Graaf geschikt omdat hij ruime politieke en bestuurlijke ervaring heeft en brede kennis van het staatsrecht en wetgeving. „Daarmee verenigt hij alle kwaliteiten die nodig zijn om met gezag en boven de partijen dit ambt te kunnen uitoefenen.”
