Na lange en ellendige jaren voor de Britse premier, Theresa May, is er eindelijk echt goed nieuws. De onderhandelingen over Brexit zouden misschien op een ramp uitlopen voor May, aangezien de kans bestond dat het parlement hoge eisen zouden kunnen stellen. Dat risico heeft ze ontweken, want de stemmingen over die moties zijn verworpen. Nu kan May zonder enige last verder onderhandelen.
Een van de moties zou betekenen dat de Britse regering verplicht zou zijn om te onderhandelen over een positie binnen de handelszone van de Europese Unie (EER), net als Noorwegen. Dat zou betekenen dat het Verenigd Koninkrijk in heel veel aspecten gewoon een lid van de Europese Unie zou zijn, maar dan zonder zeggenschap. Dan heeft heel de Brexit geen zin gehad.
Alle leden van de EU maken deel uit van de Europese Economische Ruimte. Ook Noorwegen, IJsland en Liechtenstein zijn er onderdeel van, hoewel zij geen lid zijn van de EU. Dat betekent voor die landen dat ze wel meebetalen aan de EU-begroting, maar dat een klein deel van de Europese regels niet voor hen geldt. In ruil krijgen de landen toegang tot de interne markt.
Voorstanders van een EER-lidmaatschap zeggen dat het Verenigd Koninkrijk zo na de brexit een nauwe band met de EU kan houden. Maar volgens tegenstanders zou zo'n lidmaatschap naar 'Noors model' betekenen dat de Britten zich aan EU-wetgeving moeten houden, zonder dat ze er nog invloed op kunnen uitoefenen. Bovendien zouden de Britten zich moeten houden aan het vrije verkeer van personen, diensten en goederen binnen Europa. Dat is volgens hen in strijd met de uitkomst van het brexitreferendum.
Dat is natuurlijk niet de bedoeling, het zou de situatie alleen maar erger maken.