The Honourable Thing To Do

Geen categorie17 mei 2013, 12:44

Je kunt van Obama zeggen wat je wilt (en niet veel goeds, wat mij betreft), maar hij heeft van de week dan toch maar de directeur van de IRS (de Amerikaanse belastingdienst) ontslagen. Omdat de dienst vooral op Obama’s politieke tegenstanders loerde (de Tea Party), omdat dit het vertrouwen van de Amerikanen in de belastingdienst ernstig heeft geschaad en omdat je dan een daad moet stellen: man weg, schoon schip maken, optreden.

Zo hoort het, maar in Nederland hebben we er aanmerkelijk meer moeite mee. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat onze kabinetten uit coalities bestaan, en dat een offer altijd om wisselgeld vraagt. Het gedwongen aftreden van een bewindspersoon in wie geen vertrouwen meer bestaat, verstoort de verhoudingen binnen de coalitie blijkbaar zodanig dat hij/zij zolang mogelijk op het pluche wordt gehouden. Het was niet voor niets dat Weekers deze week, nadat hij geconfronteerd met een groot aantal partijen dat het vertrouwen in hem opzegde, eerst even met Rutte belde en toen bleef zitten.

Dit kabinet heeft wat dit betreft een slecht record.

Het begon begin dit jaar met staatssecretaris Wilma Mansveld (PvdA) van Infrastructuur en Milieu en minister Melanie Schultz (VVD). Mansveld bleek een een kritisch rapport over het aanbesteden van spooronderhoud door Prorail niet naar de Kamer te hebben gestuurd. Mansveld stelde dat haar voorganger Schultz begin september 2012 opdracht had gegeven om het rapport aan de Kamer te verstrekken. Omdat er discussie onder de ambtenaren ontstond, is dat uiteindelijk niet gebeurd. Schultz gaf in de Kamer aan het ''onvergeeflijk'' te vinden dat haar ambtenaren dat hadden gedaan, terwijl zij daartoe wel opdracht had gegeven. ‘Die discussies horen daar niet thuis, want er was een politiek akkoord op verzenden naar de Kamer’, zei Mansveld, die toezegde een discussie over de toekomst van de betrokken ambtenaren te zullen openen (nooit meer iets van gehoord).

Het vervolg kwam onlangs met de affaire-Teeven (VVD) en de zaak-Dolmatov. De dissident vluchtte naar Nederland en pleegde zelfmoord in het terugkeercentrum in Rotterdam. Een onderzoek door de Inspectie Veiligheid en Justitie bracht aan het licht dat er door diverse organisaties in de vreemdelingenketen fouten waren gemaakt in deze zaak. Teeven overleefde het Kamerdebat over deze zaak, maar het kabinet is als gevolg hiervan wel in een intern debat over de ‘humanisering’ van het asielbeleid verwikkeld.

Een voorlopig einde kwam er deze week met het debat met staatssecretaris Frans Weekers (VVD). Ook hier hetzelfde patroon. Falende overheidsdiensten, een onwetende bewindspersoon, een minister/staatssecretaris die belooft op te treden, een motie van wantrouwen die het vervolgens net niet haalt.

Dit is slecht voor de politiek. Macht moet gecontroleerd worden en lastige rapporten of andere feitenrelazen dienen de Kamer daarom onverwijld te bereiken. Als diensten een eigen afweging maken, of anderszins falen, is er maar één persoon die daar verantwoordelijk voor is, en dat is de minister of staatssecretaris. Door de eer aan zichzelf te houden en op te stappen deelt hij de zweepslag uit die het systeem op orde houdt.

De doctrine die eist dat een bewindspersoon aftreedt als de diensten die onder zijn verantwoordelijkheid opereren ernstig tekortgeschoten zijn, ook als deze bewindspersoon daarvan niet persoonlijk op de hoogte was of er niets aan kon doen, is (in Nederland) vernoemd naar de Britse politicus Lord Carrington. De term is in april 1988 door Frits Bolkestein gelanceerd, toen hij tijdens de parlementaire enquête naar bouwsubsidies de opstelling van Carrington de Nederlandse politici als voorbeeld voorhield. (In zijn mémoires in Elsevier heeft Bolkestein daar vorige week nog aan herinnerd.)

Lord Carrington was in Engeland minister van Buitenlandse Zaken toen Argentinië de Falklandeilanden binnenviel. Drie dagen na die invasie, op 5 april 1982, trad Carrington af, omdat zijn diensten deze inval volstrekt niet hadden voorzien. ‘It seemed the honourable thing to do’, zei hij.

Het lijkt me een goede zaak aan deze chique gang van zaken te herinneren. In Nederland is de doctrine vervangen door de sorry-cultuur of sorry-democratie, waarbij een bewindspersoon alleen maar zijn verontschuldigingen hoeft aan te bieden om aan te kunnen blijven, of, erger nog, alleen maar hoeft te zeggen dat hij zal ‘optreden’ in plaats van ‘aftreden’ (geïntroduceerd door toenmalig minister Klaas de Vries van de PvdA tijdens het debat over de vuurwerkramp in Enschede in 2000).

Al die alternatieven zijn een vrijbrief voor verder rommelen. Bovendien suggereren zij dat in de politiek het behoud van macht voorop staat. En daarmee ondermijnen zij het vertrouwen in ons bestel.

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten