The Ballad of the Green paper, deel 2

Geen categorie19 mrt 2014, 9:30

Soms komt een van de voorwaarden in de Green Paper voor succes van die Stability Bonds  wat vreemd over zoals bijvoorbeeld "No reduction in budgetary discipline"

Geen vermindering van de budgetaire discipline dus, maar als je weet dat nu zeven lidstaten van de eurozone meer dan 90% staatsschuld hebben, zes beneden die marge van 60%  zitten en de rest ergens tussen die twee en dat zes lidstaten meer dan 3% begrotingstekort hebben, slechts twee minder dan 1%, terwijl 3% tekort de staatsschuld elk jaar onbehoorlijk doet oplopen, dan frons je toch de wenkbrauwen. Goed, dat was in 2011 en we zijn nu in 2014 maar er is toch eerder behoefte aan groter discipline dan alleen geen verdere terugloop ervan en het belooft niet veel goeds voor de invoering van die obligaties.

Natuurlijk zijn er ook de obligate opmerkingen over economisch concurrentievermogen en het verkrijgen van een hoge krediet kwaliteit (rating dus). Het volgende is taaie en misschien saaie kost maar van het grootste belang voor onze toekomst. Vervolgens komen in de Green Paper de drie varianten van de Stability Bonds ter sprake:

Allereerst "several (not joint) guarantees" waarbij elke garantieverlenende lidstaat aansprakelijk is voor zijn aandeel in de aansprakelijkheid volgens een bepaalde verdeelsleutel. (later blijkt dat of het BBP of de schuldgrootte te zijn). Dat riekt naar hetzelfde systeem dat het ESM hanteert.

Vervolgens "several (not joint) guarantees enhanced by seniority and collateral" waarbij elke lidstaat wederom aansprakelijk is voor zijn verdeelsleutel portie maar ook moet verduren dat de Stability Bond altijd zal worden terugbetaald. Voorkeurstatus  voor de uitgifte en een collateral (onderpand) van bijvoorbeeld cash, goud, aandelen., zodat de AAA rating kan worden verkregen. Wie die collateral levert wordt niet vermeld. Wat dat "verduren" (endure) inhoudt is wat onduidelijk.

Tenslotte de "joint and several guarantees" de ultieme versie. Nu zijn de garantieverlenende lidstaten niet alleen aansprakelijk voor de omvang van hun aandeel (=verdeelsleutel) maar ook voor het aandeel van welke andere lidstaat dan ook die niet aan zijn verplichting voldoet.

Hierbij wordt wel opgemerkt dat het risico bestaat dat een beperkt aantal low yield lidstaten een groot aantal high yield staten garandeert en daardoor de rating van alle instort. Dus moeten er passende waarborgen  ingebouwd worden om (daar gaat die weer...) de budgetaire discipline te verzekeren. Van variant tot  variant wordt er meer geëist van de sterkere lidstaten (de "low yield member states"). Bij de derde variant is er geen enkele beperking meer.

Alleen bij de eerste twee varianten (de minst effectieve) wordt volgens de opstellers geen inbreuk gemaakt op het no bailout artikel in de verdragen. Bij de laatste is derhalve een verdragswijziging noodzakelijk. Ook om de noodzakelijke "governance" wijzigingen mogelijk te maken zijn verdragswijzigingen nodig. Dat is echter iets waar de Eurozone niet op zit te wachten. De ene wijziging maakt immers andere wijzigingen ook mogelijk.

De uitgifte van het soort obligaties is dus 'rond', nu de wijze van uitgifte ervan nog.  Weer drie opties:

-volledige vervanging door Stability Bonds voor alle uitgiftes voor nationale uitgifte met joint-and-several-guarantees;

-gedeeltelijke vervanging  voor alle uitgiftes voor nationale uitgifte met joint-and-several-guarantees;

-gedeeltelijke vervanging door Stability Bonds voor nationale uitgifte met several-but- not- joint-guarantees.

Bij de eerste, "volledige vervanging", is het het meest efficient als er een centrale organisatie komt die dit voor de gehele eurozone regelt. Garantie variant drie wordt gebruikt, dus een gezamenlijke garantie pot. Er is dan geen enkele drang meer voor de lidstaten om te hervormen (de "moral hazard", het 'achterover leunen' en incasseren) zoals bij de ESM bailouts. Natuurlijk moet het probleem van obligatie uitgifte door lagere echelons dan ook aangepakt worden.

Bij de gedeeltelijke vervanging ontstaan twee soorten bonds, de "blauwe" Stability Bonds voor een deel van de financieringsbehoefte en de "rode" lidstaten bonds voor de rest, waarbij de laatste ondergeschikt zijn. Er zou een soort verdeelschaal tussen de twee moeten komen. Voor de Stability Bonds is er natuurlijk de gezamenlijke pot garantie, niet voor het nationale deel.

Bij de tweede gedeeltelijke vervanging is er geen gezamenlijke pot garantie maar de limiet van het aandeel van elke lidstaat (verdeelsleutel) voor het Stability Bonds deel.

Er is dus een schakering tussen volledig gecentraliseerde uitgifte van obligaties voor de eurozone waarbij de lidstaten geen actieve rol spelen maar er een gezamenlijk garantie bestaat en er dus een volkomen monetaire unie is geschapen  waar de financiering van de deelnemende naties volledig is overgedragen aan een Centraal Orgaan van de eurozone of een gedeeltelijk gecentraliseerde uitgifte van blauwe obligaties met gezamenlijke garantie waarbij de deelnemende staten zelf verantwoorelijkheid dragen voor de rode obligaties of een gedeeltelijk gecentraliseerde uitgifte met aansprakelijkheid volgens de verdeelsleutel en een nationaal gedeelte met nationale garantie.

Er is natuurlijk een implementatie tijd nodig om deze veranderingen door te kunnen voeren. Het derde (blauw en rood, sleutelgarantie) zou het gemakkelijkst in te voeren zijn. Daarna zouden stappen verder kunnen worden genomen. De attente lezer voelt de bui al hangen: van variant blauw/rood/sleutel naar blauw/rood/potgarantie en tenslotte de alleen blauw/potgarantie. Dat is de ambitie.

Bijverschijnselen: het Green Paper geeft ze aan.  Fiscal surveillance en indringen in de nationale begrotingspolitiek ('fiscal politics'), grondiger doorspitten van de begrotingen, niet alleen van de in nood verkerende maar van alle deelnemende staten, goedkeuring van de begrotingen, centraal beheer van rente betalingen en aflossing van de obligaties, bij volledige blauwe obligaties de verdeling van de gelden over de lidstaten.

Het ESM blijft als aparte uitgever van hulp bij buitengewone financierings noden en er is dus interactie tussen de twee nodig. Als vervolg op het Green Paper zette de Commissie een brede consultatie op tot 8 januari 2012 voor de standpunten van alle deelnemers en wint ook het advies van andere instanties in. In februari 2012 volgde de afronding.

Ik heb vorige keer  gezegd nog wat te tonen over het Griekse begrotingsoverschot waar de eurozone zo trots op is. Hier volgen wat kengetallen. BBP 180 miljard, staatsschuld 303 miljard (156% van het BBP), werkloosheid 27,5%, begroting???

Het  gemelde begrotingsoverschot is zonder rentebetaling op de schulden, in mei 2014 aflossing lening waarvoor geen geld is, dit jaar 6,2 miljard rente te betalen. Krimp export 2012: 2,1%, 2013: 0,4% Krimp import 2012: 13,8%, 2013: 9,8% Krimp BBP 2012: 6,4% en in 2013: 3,9%. Logisch gevolg: deflatie.

Ik heb diep medelijden met de Griekse gewone man.

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten