Nu het regeerakkoord er dan eindelijk is, stromen de reacties vanuit het maatschappelijk middenveld binnen. Zo ook op het voornemen om het dragen van een hoofddoek bij politie en rechterlijke macht te verbieden. Het Contactorgaan Moslims Overheid (CMO) vindt dat zo'n verbod
haaks staat op de vrijheid van godsdienst.
Dat is natuurlijk niet zo. Mensen worden namelijk niet gevraagd hun geloof op te geven, maar enkel dat zij in de uitoefening van hun functie de neutraliteit die van de overheid wordt verwacht hoog houden. Daarbij past het niet dat een officier van justitie zijn requisitoir voordraagt met een keppeltje op, een politieagente met haar ronde doet met een hoofddoek op of dat een rechter zijn uitspraak doet met een kirpaan over zijn toga heen. Wel is het van belang dat er geen onderscheid wordt gemaakt in uitingen. Dus geen hoofddoekje bij de rechterlijke macht en politie betekent ook geen keppeltje, kruisje of enig ander zichtbaar religieus symbool.
Het is een misvatting dat een dergelijk verbod erin zou resulteren dat een moslima of jood niet bij de rechterlijke macht of politie zou kunnen werken. De vrijheid van godsdienst houdt namelijk niet in dat jij jouw godsdienstige overtuiging in iedere situatie aan de ander kan opdringen. Net zoals dat de medewerker van Unox in zijn vrijheid van meningsuiting wordt beperkt wanneer hem wordt verboden reclame te maken voor HEMA, worden de moslima en jood dat wanneer zij geen hoofddoekje dan wel keppeltje mogen dragen tijdens hun werkzaamheden als politieagent of rechterlijk ambtenaar. Grondrechten kunnen wel degelijk worden beperkt, geen van hen is absoluut.
De politie is overigens
wél blij met het voorgenomen verbod.