Abd al-Bari, redacteur bij de krant Al-Quds al-arabi voorspelde recentelijk op sombere toon dat het midden oosten aan de vooravond stond van een totale regionale oorlog die de potentie had zich te ontwikkelen tot een wereldoorlog. De dreiging van een nieuwe militaire confrontatie tussen Israël en de Libanese Hizbollah of een eventuele Amerikaanse aanval op de Iraanse nucleaire installaties behoren sinds jaren tot de mogelijkheden maar al deze draden lijken zich plotseling met elkaar te verbinden in de Syrische crisis die zowel het midden oosten als de internationale gemeenschap in twee kampen verdeelde die steeds onverzoenlijker tegenover elkaar kwamen te staan. Er ontstonden strategische allianties maar alle bij de Syrische burgeroorlog betrokken partijen wisten echter dat de spelregels dramatisch gewijzigd zouden worden op het moment dat Israël direct bij het conflict betrokken zou raken en dit stadium lijkt na de Israëlische luchtaanvallen op Damascus thans bereikt.
In tegenstelling tot het westen was men in Tel Aviv vanaf het begin weinig enthousiast over de zogenaamde Arabische lente en de uitkomsten hiervan in de diverse buurlanden bevestigden zowel de Israëlische als Russische vrees. Egypte zakte weg in politieke en economische chaos waarbij de voor Israël strategisch belangrijke Sinaï woestijn veranderde in een broeiplaats voor radicale jihadistische bewegingen. De catastrofe in Libië was zo mogelijk nog ernstiger omdat in dit land feitelijk nauwelijks nog over een staat en staatsgezag gesproken kan worden. In Libië bepalen momenteel de aanvoerders van gewapende milities de wet en het oostelijke Benghazi is de facto een vrijplaats geworden voor al-Qaida waar niet langer olie maar wapens het belangrijkste exportartikel zijn. Met deze alarmerende ontwikkelingen aan haar zuidgrens werd het in stand houden van de relatieve rust in de noordelijke Golan voor Israël een topprioriteit. Mede door de totaal onverantwoordde westerse politiek richting Syrië werd Israël echter ook hier voor moeilijke dilemmas geplaatst.
Gelijk aan het begin van de Syrische crisis ontstond er een gevaarlijke en onnatuurlijke alliantie tussen westerse landen enerzijds en Turkije, Qatar en Saoedi-Arabië anderzijds. Terwijl het westen de problemen in Syrië vrijwel uitsluitend bezag als de opstand van een democratische volksbeweging tegen een dictatoriaal regime zagen het soennitische Turkije, Qatar en Saoedi-Arabië de strijd in Syrië vooral vanuit een religieus perspectief waarin democratie en mensenrechten geen enkele rol speelden. Het verdrijven van het Alawitisch regime in Damascus moest de soennitische meerderheid aan de macht brengen waarmee het gevreesde Iran zou worden verzwakt en de regionale, op religie gebaseerde machtsbalans gewijzigd. Deze doelstellingen zouden echter niet of slechts gedeeltelijk worden gerealiseerd door het bereiken van een politieke oplossing in Syrië en daarom waren de vredesmissies van Kofi Annan en Brahimi bij voorbaat gedoemd te mislukken. De in juni 2012 gesloten akkoorden van Genève waren vanaf de eerste dag een dode letter omdat de Syrische oppositie in het buitenland die door het westen ten onrechte wordt gezien als de enige legitieme vertegenwoordiger van het Syrisce volk mét de goedkeuring van het westen iedere dialoog met het Syrische regime weigerde waarmee een politieke oplossing onmogelijk was geworden. Tegelijkertijd werd door Qatar en Saoedi-Arabië de bewapening van de militaire vleugel van de Syrische oppositie verder opgevoerd waarbij deze landen net als in 2011 in Libië een voorkeur aan de dag legden voor milities die hun eigen onverzoenlijke Wahhabitische staatsideolgie deelden. Al-Qaida en ideologisch verwante groeperingen gingen aldus zoals te verwachten het beeld van de gewapende Syrische oppositie bepalen en werden ook actief in de Golan hoogten waar het Syrische leger zich grotendeels heeft teruggetrokken.
De Israëlische luchtaanvallen op Damascus in de nacht van vier op vijf mei jongsleden zijn nog steeds omgeven met vele vragen. Er zou een militair complex zijn aangevallen waar zich Iraanse Fatah-110 raketten bevonden die op transport zouden worden gesteld naar Hizbollah. Men kan zich echter afvragen of het Syrische regime, dat in een dodelijke en existentiële strijd is verwikkeld het zich momenteel kan permitteren om wapens naar buurlanden te zenden die het in eigen land hard nodig heeft. Er werd ook gemeld dat Israël luchtafweer geschut zou hebben gebombardeerd op de berg Qassioun in Damascus. Er zijn echter berichten dat deze luchtafweer systemen van Russische makelij worden bemand door Russisch personeel. Volgens Russische media vielen er bij deze aanvallen minstens 400 doden wat de vraag doet rijzen of er zich hier ook Russische slachtoffers onder bevonden en wat uiteindelijk de reactie van Moskou hierop zal zijn.
De Israëlische aanval vond plaats aan de vooravond van het bezoek van de Amerikaanse Secretary of State John Kerry aan Moskou wat geen toeval lijkt. In Moskou werd aangekondigd dat de Verenigde Staten en Rusland overeenstemming hadden bereikt over het organiseren van een internationale conferentie waar vertegenwoordigers van het Syrische regime én de oppositie samen aan een politieke oplossing moeten werken. Vervolgens herhaalde zich exact hetzelfde scenario als na de Genève akkoorden van juni 2012 toen Hillary Clinton tot woede van haar Russische ambtsgenoot Sergei Lavrov onmiddelijk liet weten dat het vertrek van de Syrische president al-Assad een absolute voorwaarde was. Haar opvolger John Kerry liet na de aankondiging in Moskou van een internationale Syrië conferentie enkele dagen later in Rome op gelijke wijze weten dat hij zich niet kon voorstellen dat al-Assad onderdeel kon zijn van een politieke oplossing. Hetzelfde als in juni 2012 waren ook de reacties van zowel de Syrische buitenlandse oppositie als de seculiere gewapende oppositie die het idee van een internationale conferentie volstrekt afwezen. Wat duidelijk maakt dat de Syrische burgeroorlog uitsluitend op militaire wijze zal worden beslecht.
In dit verband is de inhoud van de toespraak van Hizbollah leider Nasrallah op 30 april jongsleden hoogst opmerkelijk. Nasrallah was net terug van een reis naar Iran waar hij ondermeer langdurig gesproken had met generaal Qasem Suleimani die aan het hoofd staat van de al-Quds Brigades. Nasrallah concludeerde in zijn toespraak dat twee jaar oorlog in Syrië bewezen hadden dat de gewapende oppositie niet in staat was het regime in Damascus ten val te brengen. Hij waarschuwde de Syrische milities met de woorden: tot op heden hebben jullie uitsluitend en tevergeefs gevochten tegen het Syrische leger. Hoe zal het worden als de verzetsbewegingen en andere bevriende landen van Syrië militair zullen interveniëren? Het leek een verwijzing naar berichten dat de Iraanse generaal Suleimani bezig zou zijn met het samenstellen van een leger van 150.000 strijders dat vooral zou bestaan uit sjiieten uit Irak, Pakistan en de Arabische Golfstaten. De groeperingen en landen die het Syrische regime steunen lijken bereid te zijn dit ook op militaire wijze te doen. Vandaar dat de andere zijde in het conflict alles in het werk stelt om de Verenigde Staten militair erbij te betrekken. De Amerikaanse president Obama heeft zich altijd uiterst terughoudend opgesteld maar meerdere keren herhaald dat het inzetten van chemische wapens in Syrië een rode lijn zou zijn wat waarschijnlijk verklaart waarom iedereen thans tracht te bewijzen dat het Syrische regime inderdaad chemische wapens heeft gebruikt.
De laatste in dit rijtje is de Turkse premier Tayyib Erdogan die op 16 mei Washington zal bezoeken. Tijdens een interview met NBC News liet Erdogan reeds weten dat het duidelijk is dat het Syrische regime chemische wapens heeft gebruikt. De rode lijn van Obama is allang overschreden en de Verenigde Staten moeten nu stappen ondernemen. Gezien de huidige gespannen internationale situatie lijkt het vrijwel uitgesloten dat bij een eventuele militaire interventie van de NAVO in Syrië de grootmachten Rusland en China zich onbetuigd zullen laten. Wat kracht en geloofwaardigheid verleent aan de sombere voorspellingen van Abd al-Bari waar dit artikel mee begon.