1. Home
  2. Superlatieven schieten tekort

Superlatieven schieten tekort

Geen categorie08 sep 2014, 9:29
Voor de Volkskrant (5 september) is het weer een Europees feestje vanwege super Mario.
Dit keer ‘kietelt de ECB beleggers’ met de volgende ‘onconventionele maatregel’, zeg maar het wonderwapen voor de totale eindoverwinning. In vette koppen kondigde deze krant (3 september)  de komst van een supercommissaris aan, een soort Messias: ons eigen talenwonder Frans Timmermans.
Nu is het een feit dat de Europese Commissie maar liefst 28 ‘commissarissen’ heeft, de eurocraat is immers een uiterst riant en geliefd baantje, maar een ‘supercommissaris’ bestaat niet. Wat is het dan wél ? Het is niets anders dan de zoveelste EU-fopspeen, dit keer om het gezicht van Rutte, de trouwe vazal van Merkel, maar óók de goede vriend van Cameron, Hollande, Poetin, Renzi, Rajoy en de rest van de wereld, te redden. In ruil heeft Rutte al ingestemd met een hogere EU-begroting. Timmermans is weliswaar een superbureaucraat en zal zich als een vis in het water voelen, maar inhoudelijk, politiek en institutioneel stelt zijn functie niets voor: een manusje van alles is een manusje van niets.
Alle belangrijke functies zijn al vergeven, zelfs aan een onervaren Italiaanse, voor de in EU-ogen belangrijke post buitenlandse zaken, nota bene het vakgebied van Timmermans. Een grotere afgang is moeilijk voorstelbaar, maar de benoeming zal als een huzarenstukje worden verkocht, zoals Rutte bijvoorbeeld op 2 februari 2012 tegen directe steun voor private banken was, maar op 28 juni 2012 een complete banken- en transferunie, inclusief steun voor individuele banken, in het leven riep.
Voor Barosso is de val van Lehman Brothers in Amerika in 2008 ook nog steeds de oorzaak van de recessie in Europa. Nu worden zelfs de (magere én te late) sancties tegen Rusland dankbaar aangegrepen om het uitblijven van ‘herstel’ in de eurozone te verklaren, nadat eerst de anti-Europeanen, rating agencies en speculanten het hadden moeten ontgelden. Het is een geruststellende gedachte dat de leiding over de euro in handen is van een president van de Europese Commissie, die in zijn eigen dwergstaatje met pek en veren als premier is afgezet; een Fransman, die zich openlijk tégen verdragsrechtelijke afspraken uitspreekt (schuldenvermindering en 3% norm); een Spanjaard, die vooral de belangen van zijn eigen land dient; en een Italiaan, die het Italiaanse cliëntèle- en patronage netwerk op het oog heeft. Het IMF wordt ook nog eens geleid door een Française, die verdachte is in een corruptiezaak en de statuten van het IMF aan de laars lapt om een Europees prestigeproject (en Franse banken) weer voor even overeind te houden.        
Voor de eenheidsideologen is de totale mislukking van de euro echter geen aanleiding voor reflectie, integendeel. Schäuble, de Duitse minister van financiën, vanaf 1990 een van de naaste collega’s van Kohl én corrupte politicus (illegale partijfinanciering) wil de totale Europese unie als zijn persoonlijke droom realiseren in zijn laatste ambtstermijn, met de euro als breekijzer. Omdat het Duitse Constitutionele Hof de illegale praktijken van de ECB eindelijk heeft benoemd, neemt Schäuble de vlucht naar voren en pleit voor nóg een Europees Parlement met begrotingsrecht over nationale lidstaten in de eurozone. De motivatie is de invoering van eurobonds, omdat deze dan democratisch gelegitimeerd zouden zijn, een voorwaarde van het Duitse Constitutionele Hof. Een grotere minachting voor de burger is niet denkbaar. Democratie is geen postzegelvereniging, die even op papier wordt ontworpen en klaar is kees.
Met dezelfde rampzalige gevolgen hebben Europese landen in het begin van de twintigste eeuw de landen in het Midden-Oosten eventjes op papier gezet. De burger heeft na 35 jaar Europese verkiezingen wel duidelijk gemaakt wat het van het Europees Parlement vindt. Het is wél het enige antwoord van de eenheidsideologen op de totale mislukking van de euro: steeds meer eurocratie, steeds meer geld naar de EU (bijvoorbeeld honderden miljarden voor werkgelegenheidsprojecten, waar de EU géén wettelijke bevoegdheid voor heeft) en de bodemloze transferunie.
Het is een te zwak fundament voor de duurzaamheid van de Europese Unie en haar politieke prestigeprojecten. Engeland zal als eerste de Europese Unie verlaten, daarna volgen de Scandinavische landen. Nederland zal echter een economisch beleid en eurocratie naar Frans model, een parlement en ECB naar Italiaanse inrichting, corruptie volgens het Griekse voorbeeld en wijd open grenzen met Bulgaarse controle als standaard kennen. Gelukkig hebben de Nederlandse burgers wél directe invloed op de keuze voor de president van de Europese Commissie, althans daarmee legitimeert deze president, die zichzelf heeft geparachuteerd, zijn presidentschap. Een paar duizend burgers hebben op Jean Claude Juncker gestemd.
Overal ter wereld kunnen de kleinste natiestaten economisch, politiek, democratisch en monetair uitstekend functioneren naast reuzen, ook in Europa. De omvang van een natiestaat heeft niets te maken met levensvatbaarheid, economische weerbaarheid en welvaart. Steeds meer Europese bureaucratie creëert geen banen, dat doen ondernemers, innovatie, productiviteit en goed bestuur en daar hebben de euro en de EU juist niets mee te maken, integendeel zelfs. Europees ondernemen, handel en multinationals (15% BNP en werkgelegenheid) bestaan ook al vele eeuwen met een veelheid van munten en staten. De trein moet echter verder en dus wordt óók Nederland steeds dieper het Europese moeras ingezogen.
Superlatieven schieten te kort om deze ‘complete madness’ op het continent (de woorden van een voormalig Britse minister van Buitenlandse Zaken) te duiden. Het gaat ook ieder voorstellingsvermogen te boven. Iedere huisvrouw weet dat er niet meer kan worden uitgeven dan er binnenkomt, er gespaard moet worden voor magere dagen en de Italiaanse lire niet met een pennenstreek met bijvoorbeeld de gulden gefuseerd kan worden. Toch is dit gebeurd. De nationale representatieve democratieën, de rechtsstaat, de trias politica zijn al gedemonteerd op Europees niveau. Tot de komst van de euro relatief goed functionerende landen, zoals Griekenland, Portugal en Spanje zijn (sociaal, economisch, democratisch, financieel) aan de bedelstaf gebracht door megalomane Europese projecten. Een monetaire Duce, eurocraten en de daaraan gelieerde nationale ambtelijk en politiek elite en hun gelijkgeschakelde media en lobbyisten wijzen de weg én profiteren als de nieuwe voorhoede op het moment dat wéér een soeverein Europees land door een ander Europees land wordt opgedeeld.  De EU krijgt er nog de Nobelprijs voor de vrede voor ook, zoals de EU zichzelf én de euro al de Karel de Grote Prijs had toebedeeld. De eenheidsideologen onderscheiden zichzelf ook maar al te graag met baantjes.
Wie in 2002 verklaard zou hebben dat de euro en de EU in september 2014 zo zouden functioneren, zou voor gek zijn verklaard. In nog geen tien jaar tijd zijn echter nationale democratische, monetaire, economische, sociale en financiële instituties op de schroothoop gegooid. Meer schulden maken is de beloning voor niet hervormen en het systematisch niet nakomen van afspraken. Sparen wordt bestraft, schulden maken wordt niet alleen beloond, degenen die sparen moeten zelfs óók deze schulden betalen, waar ze part noch deel aan hebben. Pacta non sunt servanda is de moraal van de Europese Unie en de rekening wordt gelegd bij degenen, die daar geen politieke invloed op kunnen uitoefenen en bij de kwetsbaren in de samenleving. Ze noemen het zelf ‘onconventionele maatregelen’, zoals iedere totalitaire ideologie haar eigen eufemisme ontwikkelt, waar een nederlaag een overwinning wordt en terugtrekking een frontcorrectie wordt genoemd. Zo zal de benoeming van onze ‘supercommissaris’ als een klinkende overwinning worden verkocht en zal het Europees Parlement weer spontaan de nieuwe ‘Europese’ inzetten voor de ‘Grote Europeanen’.     
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten