De Federatie Indische Nederlanders is kwaad op de televisiekoekebakkers van BNNVARA. Ze maakten een documentaire over de politionele acties in Indonesië, maar hebben daarbij wel erg hun best gedaan om de dodencijfers te verdraaiien en zo een vals beeld te schetsen. In dit ingezonden stuk doen FIN-functionarissen hun beklag. De documentaireserie ‘Onze jongens op Java’ leidt al vóór de televisiepremière tot de nodige ophef. Producent BNNVARA blijkt in online aankondigingen onvolledige en suggestieve dodencijfers te hanteren. “Het publiek wordt op het verkeerde been gezet” aldus de voorzitter van Federatie Indische Nederlanders (FIN) Hans Moll.
In het officiële communiqué rondom de documentairereeks rept BNNVARA over “ruim 100.000
Indonesiërs en meer dan 6.000 Nederlandse militairen” die tussen 1945 en 1949 om het leven zouden zijn gekomen. BNNVARA gaat daarbij volledig voorbij aan de tienduizenden Nederlanders, die slachtoffer werden van Indonesiërs, gedurende dezelfde periode. Bovendien laat BNNVARA onbenoemd dat een substantieel deel van de genoemde 100.000 Indonesische doden het gevolg is van Indonesische strijd onderling. De onjuiste tegenstelling in dodencijfers is daarmee niet alleen onvolledig, maar ook zeer suggestief.
Het Nederlandse militaire optreden vond plaats tegen de achtergrond van de Bersiap, dat Maleis is voor “Wees paraat” of “Geef acht!”. Gedurende de Bersiap zijn naar schatting 15.000 tot 30.000 (Indische) Nederlanders op gruwelijke wijze gemarteld, verkracht en vermoord door Indonesiërs, vanwege hun Nederlandse c.q. Europese etniciteit. Ook Chinezen, Molukkers en andere etnische minderheden waren de klos, omdat zij werden verdacht Nederlandsgezind te zijn. Het exacte aantal Nederlandse slachtoffers dat tijdens de Bersiap is gevallen is tot op de dag van vandaag onduidelijk. De schattingen variëren tussen de 15.000 en 30.000 doden en 15.000 vermisten.
FIN heeft BNNVARA opgeroepen om de bewuste passage te rectificeren. “De gefabriceerde tegenstelling is kwetsend voor Indische Nederlanders, nabestaanden, veteranen en andere betrokkenen” aldus Hans Moll. “Dit soort manipulatieve cijfers doen geen recht aan de geschiedenis en fungeren als vergif in het toch al vijandige klimaat over de Nederlands-Indische geschiedenis”. BNNVARA heeft tot op heden niet gereageerd. Saillant detail is dat Minister van Defensie, Ank Bijleveld, een van de genodigden was bij de voorpremière. Volgens een woordvoerder was dat om “om de Indië-veteranen een hart onder de riem te steken en aandacht te vragen voor de moeilijke positie waarin men zich destijds bevond”. De vraag is echter of zo juist niet precies het tegendeel wordt bereikt.