Fantastisch gedaan.
Zowel Sven Kramer als Ireen Wüst zijn gisteren wereldkampioen allround geworden. Voor Kramer was het de vijfde wereldtitel in zijn carriere, voor Wüst de derde.
Kramer is de eerste Nederlander die voor de vijfde keer wereldkampioen bij de allrounders wordt. Tot dusver wonnen alleen de Noor Oscar Mathisen (tussen 1908 en 1914) en de Fin Clas Thunberg (in de periode 1923-1931) het mondiale allroundtoernooi vijf keer.
Het bewijst maar weer eens dat Kramer een klasse apart is. Eigenlijk is hij natuurlijk vergelijkbaar met andere topatleten - grote kampioenen - als Lance Armstrong en Roger Federer.
Ook Wüst begint onderhand bij dat illustere rijtje van grote sportkampioenen te horen:
Op de ranglijst aller tijden heeft ze nu alleen Gunda Niemann (acht titels), Karin Kania (vijf) en Inga Artamonova en Atje Keulen-Deelstra (vier) nog voor zich.
Wat is het toch fantastisch dat ons kleine kikkerlandje twee van dit soort sporthelden heeft voortgebracht - die ook nog tegelijkertijd op het ijs staan en de rest van de wereld even laten zien hoe het moet.