Bij het instellen van sancties tegenover een vijandelijke entiteit mag men nimmer uit het oog verliezen waarom deze sancties opgelegd worden. Sancties hebben slechts één doel: de vijand doen conformeren aan jouw wil.
Sancties zou men niet in moeten stellen om na een slechte afloop te kunnen zeggen: maar we hebben wel ons best gedaan. Sancties dient men niet te gebruiken om de schijn van een ruggengraat te op te houden, sancties mag men niet gebruiken uit angst voor een echte oplossing, sancties zijn geen zalf voor het geweten.
Helaas zijn de sancties tegenover Iran dit alles nu wel, immers de vijand conformeert zich niet aan onze wil. Zodra dit is bleek, verviel de ware basis voor het instellen van sancties en werd het 'appeasement' vermomd als een hard optreden.
Sancties werken niet en het probleem verdwijnt niet vanzelf, wat nu? Sommigen vestigen hun hoop op onderhandelingen, dit is een pijnlijke illustratie van het gebrek aan kennis van zaken en historisch besef. De ideologie der Twaalvers, de toespraken, hun beleid en doctrines laten weinig te raden over. Het huidige regime heeft niet als doel het land efficiënt en menswaardig te besturen. Het regime heeft één doel: oorlog. De realiteit is simpel: als zij in onderhandelingen toegeven aan wat dan ook, dan is dit misleiding. Hun doel blijft immers ongewijzigd en zij zullen alle afspraken unilateraal verbreken zodra hier genoeg kracht voor is.
Voor dit geintje bestaat overigens een handig juridisch precedent: het verdrag van Hudaibiya. In het jaar 627 trok profeet Mohammed met zijn leger richting Mekka, het bolwerk van zijn polytheïstische tegenstanders. Omdat Mohammed besefte dat zijn leger niet sterk genoeg was, en de Mekkanen geen trek hadden in oorlog, kwam het tot een wapenstilstand voor tien jaar. In 629 voelde Mohammed zich militair voldoende gesterkt, verbrak unilateraal het verdrag en veroverde Mekka. In de islamitische theologie werd Mohammed door Allah beschermt van zonden, daarom is elk aspect van zijn leven vanuit islamitisch juridisch opzicht nastrevenswaardig.
In 1938 deed de Britste premier Neville Chamberlain een concessie aan Hitler (heel Tsjechië-Slowakije) in ruil voor vrede. Winston Churchill zei hem hierop: 'U kon kiezen tussen oorlog en schande. U koos schande en krijgt oorlog'. Churchill wist dit, omdat de ideologie en intenties van Hitler hem duidelijk waren.
De schande ligt anno 2011 niet in territoriale concessies aan Iran, maar in het verzuimen te handelen. Jaren geleden voorspelde de Israëlische minister van Defensie Ehoed Barak dat Israel alleen zou komen te staan tegenover Iran. Het Westen zou verdoofd zijn. Dit is waar nu de absolute schande voor het zou Westen liggen: de noodzakelijke oorlog tegen het Iraanse regime overlaten aan zes miljoen Israëli's.
Een militaire interventie lijkt onvermijdelijk, maar het is een zaak die geraffineerd aangepakt dient te worden. In tegenstelling tot de meeste Arabische landen is Iran een natiestaat in de Westerse zin van het woord. Patriottisme is een levendig begrip in Iran. Het regime geniet geen steun van dit patriottisme en dan moet ten alle kosten zo blijven. Als het Westen Iraans patriottisme in de armen van het regime drijft, wordt een militaire interventie en de nasleep hiervan nog akeliger. Zoals Bernard Lewis stelt: 'het is niet zozeer dat Iran geen nucleaire wapens mag bezitten, dit maniakale regime mag geen nucleaire wapens bezitten'.