Premier Rutte is maar wat blij met de ophef over de Rotterdamse VVD-slogan 'In Nederland spreken we Nederlands'.
Gratis publiciteit, er is geen partij die dat niet wil. Premier Rutte is dan ook dolblij met alle stampij die
BN'ers en journalisten maken over de VVD-poster met de tekst 'In Nederland spreken we Nederlands'. De slogan is volgens Rutte
helemaal niet discriminerend zoals sommigen beweren. "De taal leren spreken is de enige manier om echt aan de samenleving deel te nemen." En de VVD in Rotterdam heeft "een mooie poster gemaakt, met een goede boodschap", aldus Rutte.
Rutte heeft natuurlijk volkomen gelijk. Zoals collega Tim gisteren al schreef: de poster is gericht op al die niet-westerse allochtonen
die de Nederlandse taal maar niet leren spreken. "Velen daarvan zitten nu al enkele generaties lang vast in het uitkeringstraject en hebben ook geen zicht op een baan of het volwaardig meedraaien in de Nederlandse samenleving." Dat is inderdaad een groot probleem en het is goed dat de VVD dat probleem aankaart.
Maar ik zit met een ander probleem, en dat is de geloofwaardigheid van die VVD-posters. Ik herinner me nog de slogan 'Nederland verdient belastingverlaging'. Die belofte is nooit nagekomen door de VVD van Rutte. Sterker nog, de VVD heeft in het kabinet met de PvdA precies het tegenovergestelde gedaan: de belastingen zijn fors verhoogd. En zo kennen we nog wel een paar VVD-posters die leuk klinken maar waar uiteindelijk niks mee wordt gedaan door de liberalen.
Gaat dat ook gebeuren met de Rotterdamse VVD-tekst 'In Nederland spreken we Nederlands'? De VVD zit immers met de PvdA in het Rotterdamse college. Ik denk dat veel grote problemen in Rotterdam pas worden opgelost als de PvdA wordt geloosd als coalitiepartner. Maar wil de VVD dat wel? De enige manier waarop de PvdA uit het college kan worden gehouden is als Leefbaar Rotterdam de grootste coalitiepartij wordt in het nieuw te vormen college na 19 maart.
Een stem op de Rotterdamse VVD is een stem op de Rotterdamse PvdA, de partij die al jaren wordt beticht
van etnisch cliëntelisme, en dus een stem tégen de stelling dat we in Nederlands gewoon Nederlands moeten spreken.