Rood staan moet niet gratis zijn
Eind september reageerde minister van Financiën, Jeroen Dijsselbloem, via RTL Z op de actie van de SNS Bank om haar klanten niet te laten betalen voor de eerste drie dagen rood staan. Sterker nog, de klant mag maandelijks drie dagen rood staan zonder debetrente te hoeven te betalen. Onze minister vindt dat kosteloos rood staan vooral beperkt moet worden, omdat mensen anders kunnen denken dat rood staan en geld lenen gratis is. Letterlijk zei de minister dat mensen zich moeten beseffen dat geld lenen een prijs heeft en hij (de minister) wil dat mensen voorzichtig omgaan met hun huishoudboekje.
De minister ging zelfs zo ver te stellen dat wanneer gratis rood staan een trend wordt onder de Nederlandse banken, hij ze allemaal om de tafel zal roepen.
Als we met enige reflectie deze opmerkingen lezen en ze afzetten tegen de acties van Neerlands grootste schuldenaar (de staat), dan rijzen er toch vragen.
De Nederlandse staat heeft sinds die uitspraak ruim euro 1 miljard geleend voor 3 ½ maanden, tegen een gemiddelde rente van minus 0,09%. Daarnaast leende de staat voor 6 ½ maand ruim euro 1 miljard met een rente van minus 0,07%.
De staat leent zelf dus niet alleen gratis, ze krijgt nog geld toe om het te lenen. Dat het gemak waarmee overheden kunnen lenen in het verleden tot perverse prikkels heeft geleid om rood te staan moge duidelijk zijn. Behalve twee jaren rond de eeuwwisseling is de staatsschuld alleen maar opgelopen. En ondanks alle bezuinigingsmaatregelen van de minister Dijsselbloem en zijn collegas nemen de schulden nog steeds toe. Jaar na jaar wordt een nieuw record schuld gevestigd. De staat leent meer dan euro 70 miljoen per dag. Omdat wij samen verantwoordelijk zijn voor de BV Nederland, heeft iedere burger van overheidswege al een schuld van euro 27.800. Als we het alleen uitsmeren over de werkzame burgers, dan is de schuld maar liefst euro 55.600 per persoon.
Uiteraard niet de schuld van deze minister, maar het werpt wel een speciaal licht op zijn visie op gratis rood staan.
