'Volgens Meijer [vicevoorzitter Stichting Welzijnsbevordering Antillianen Arubanen - red.] lopen er in Nederland veel Antilliaanse tijdbommetjes rond. Jongens zonder rust, zonder perspectief op een stabiel burgerbestaan. Dat is het verschil met criminele Marokkanen, vertelt Meijer. Zij landen rond hun twintigste in een gezin en krijgen kinderen. Die verantwoordelijkheid doet wonderen. Antillianen kennen dat niet. Zij blijven in de criminaliteit hangen, soms tot hun veertigste.
[D]e criminele carrière van Antillianen is het langst van alle bevolkingsgroepen. Marokkaanse jongens zijn net als Antilliaanse jongens oververtegenwoordigd in de criminaliteit. Maar de meeste Marokkanen stoppen als ze trouwen en kinderen krijgen. Antillianen gaan door.
De aanpak blijft lastig omdat een duurzame oplossing een ingrijpende verandering van leefwijze betekent. Antilliaanse moeders krijgen vaak jong kinderen kinderen bij verschillende mannen betekent ook weer respect en staan vervolgens alleen voor de opvoeding. De moeder kan de kinderen geen structuur bieden, de vader is afwezig. Er is vaak weinig geld. En zo is de cirkel rond.
Volgens Marion van San is de enige oplossing een robuust en structureel programma dat zich richt op Antilliaanse meisjes en vrouwen. Zij moeten heel strak worden gecoacht om via een opleiding en werk een eigen inkomen te vergaren. Moeders zouden opvoedingsondersteuning moeten krijgen, zodat ze hun kinderen structuur bieden en buiten de criminaliteit houden. Volgens Van San is het geld dat later wordt geïnvesteerd in allerlei projecten, zoals heropvoeding van criminele jongeren, weggegooid.
Maar de mentaliteit blijft bestaan. Ondernemerszin is er niet. In Rotterdam-Zuid waar veel Marokkanen, Turken en Antillianen wonen, stikt het van de Turkse en Marokkaanse winkels. Antillianen met een bedrijfje zijn op één hand te tellen. Mogelijk valt dat ook te verklaren uit het slavernijverleden, zegt Van San. Zo van: ik zit in de ellende en daar is niets aan te doen. Je ziet dat zelfs in de taal. Als de bus voor je neus vertrekt, zegt je niet: ik heb de bus gemist. Maar: de bus heeft mij verlaten.