Rob Wijnberg moet terug naar de collegebanken

Geen categorie16 nov 2010, 10:15
studenten
Naast dat Rob Wijnberg hoofdredacteur is van de nrc.next is hij ook nog eens filosoof (al is niet iedereen het daarmee eens). Onlangs verscheen zijn nieuwste boek, waarin onder meer het essay 'Hoe Geert Wilders de begrippen van links heeft gekaapt.' Kerncitaat:

Wilders heeft namelijk het filosofische vocabulaire van zijn tegenstanders gekaapt. De begrippen waar hij zich – impliciet en expliciet – veelvuldig op beroept, zoals vrijheid, gelijkheid, autonomie van het individu en rechtsstaat, zijn termen uit de Verlichting die van oudsher hebben toebehoord aan de links-liberale traditie. Het politieke gogme van Wilders bestaat eruit dat hij die termen juist weet in te zetten ten gunste van een politiek programma dat haaks op die traditie staat. Daarom kunnen zijn tegenstanders vaak niet veel meer doen dan verbijsterd toekijken: ze worden bestreden met hun eigen begrippenapparaat.

Als Wijnberg dan wil uitleggen hoe dit komt, gaat hij een aantal keer pijnlijk in de fout:

Om deze omkering te begrijpen is het van belang te weten hoe die Verlichtingsbegrippen in eerste instantie waren bedoeld. Het klassiek-liberalisme, zoals geformuleerd door de grondlegger ervan, John Stuart Mill (1806-1873), is altijd een positieve en progressieve ideologie geweest, gebaseerd op vertrouwen. Dat wil zeggen, de klassieke – in Nederland: linkse – liberaal gaat ervan uit dat het kwaad in de wereld niet zozeer voortkomt uit de mens zelf, maar uit de maatschappelijke instituties en omstandigheden die hem onderdrukken en corrumperen.

Zo is John Stuart Mill niet de grondlegger van het klassiek-liberalisme; wellicht de grondlegger van het sociaal-liberalisme. Als er al een grondlegger van het klassiek-liberalisme kan worden aangewezen dan toch eerder een John Locke of Immanuel Kant. En laat die laatste nou net er helemaal niet zo'n florissant mensbeeld op nahouden. Integendeel zelfs, want volgens Kant is de mens uit krom hout gesneden. Ook andere klassiek-liberalen als David Hume en Adam Smith (en andere Schotse Verlichtingsdenkers) hadden geen optimistisch mensbeeld.
Vervolgens gaat Wijnberg nog eens in de fout:

De Amerikaanse filosoof Stanley Fish (1938), auteur van onder andere het provocerende essay Liberalism Doesn’t Exist (1994), stelt dan ook terecht dat de meest fundamentele premisse waarop het liberalisme is gebaseerd, luidt dat de mens van nature goed is. Op grond van die aanname komt de liberaal vervolgens tot de conclusie dat een rechtvaardige samenleving kan worden bewerkstelligd door de mens zo veel mogelijk van de hem omringende machtsconstructies te bevrijden – door middel van onderwijs, gelijke rechten en ruimte voor zelfontplooiing.

De fundamentele premisse van het (klassiek-)liberalisme is namelijk helemaal niet dat de mens van nature goed is, maar dat het individu van ultieme waarde is. Ook is zelfontplooiing slechts belangrijk voor de zogenaamde ontplooiingsliberalen, die zelfverwerkelijking als algemeen-menselijk levensdoel zien. Eén van de meest prominente vertegenwoordigers van die stroming - de andere is het zogenaamde utilitaristische liberalisme - is overigens wel John Stuart Mill.
Al met al doet Wijnberg er verstandig aan weer eens de boeken in te duiken om zijn politiek filosofische begrippenapparaat helder te krijgen. Links-liberalen af doen als klassiek-liberalen is een lachertje. Laat Robert Nozick het maar niet horen...
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten