De hoogste algemene bestuursrechter van Nederland waarschuwt: 'De vele rechtszaken tegen wind- en zonneparken strooien zand in de machine van de klimaattransitie.' Dergelijke rechtszaken kosten ontzettend veel tijd en capaciteit. Dat meldt Trouw. De voorzitter van de afdeling Algemene Bestuursrechtspraak van de Raad van State, Bart Jan van Ettekoven, ziet bepaalde trends ontwikkelen bij dit soort rechtszaken. Zo is er volgens hem sprake van een verharding van de 'strijd', binnen en buiten de rechtszaal. Ook ziet hij dat dit komt doordat burgers zich niet gehoord of bedonderd voelen. Maar ook gemeenten voelen zich gepasseerd door de rijksoverheid.
Zo kan het dat een gemeente met burgers in gesprek gaat en haar best doet om allerlei zorgen mee te nemen in de beslissing, om vervolgens door de rijksoverheid te worden genegeerd. De rijksoverheid bepaalt dan ineens waar de
windmolens moeten komen te staan en zowel burger als gemeente hebben dan het nakijken, wat leidt tot een rechtszaak.
Ondanks het feit dat van de 1100 rechtszaken over ruimtelijke ordening, er slechts enkele tientallen over wind- en zonneparken gingen, kosten deze de rechters misschien wel de meeste tijd van allemaal. Één zaak, zo zegt Van Ettekoven, telde 25 belanghebbende partijen, gingen er 150 bezwaarmakers in beroep, duurde een onderzoek ruim drie maanden en besloeg de uiteindelijke uitspraak zo'n 200 pagina's!
Dit komt waarschijnlijk door de grote aantallen verschillende partijen en belanghebbenden bij zo'n rechtszaak. Investeerders, bouwbedrijven en boeren enerzijds, burgers en omwonenden anderzijds, met gemeenten er tussenin. Milieuorganisaties, politieke partijen en de rijksoverheid zelf mengen zich er vaak ook nog in, waardoor het een regelrechte clusterfuck wordt. Hier is dus duidelijk véél meer weerstand dan het kabinet in eerste instantie had verwacht.