Het mooie van de economische wetenschap is dat je er alles wat je maar wilt mee kunt bewijzen, in theorie.
En empirisch geldt dat in feite ook. Economie is een vorm van toegepaste logica. Je begint met een aantal aannames (bijvoorbeeld: werkenden zijn mobiel over de grenzen heen, er zijn geen migratiekosten, werkenden willen hun inkomen maximaliseren), je gaat redeneren volgens de wetten der logica (het gebruik van wiskunde wordt hierbij aanbevolen) en je komt tot een resultaat. Laten we eens het vrij verkeer van werknemers in de EU als voorbeeld nemen. Vrij verkeer is een van de grondbeginselen waarop de EU is gebaseerd omdat het goed voor ons allemaal zou zijn. De redenering is simpel. We beginnen met een constatering, namelijk dat de (marginale) productiviteit van werknemers in verschillende lidstaten ongelijk is. In West Europa is die veel hoger dan in Oost Europa. Dat kan aan een heleboel zaken liggen, bijvoorbeeld dat in West Europa een geavanceerdere techniek wordt toegepast dan in Oost Europa. Het gevolg is dat in West Europa de lonen hoger liggen dan in Oost Europa. Tot vroeg in deze eeuw had dat binnen de EU geen consequentie, want de Oost Europese landen waren geen lid van de EU en dus konden Poolse werknemers niet makkelijk in West Europa werk gaan zoeken. Dat veranderde toen Oost Europese landen, met Polen voorop, lid werden van de EU. Op grond van het beginsel van vrij verkeer van werknemers mochten Poolse burgers vanaf 2007 in West Europa zonder beperkingen werk gaan zoeken en dat deden ze, in grote aantallen.
Veel politici en ook economen hadden dat tien jaar geleden niet verwacht en eigenlijk ook niet gehoopt. Vreemd eigenlijk, want volgens de standaardredenering moet immigratie goed zijn voor ons allemaal. Door immigratie van mensen vanuit laag-productiviteitslanden (laten we zeggen Polen, PL) naar hoog- productiviteitslanden (zeg Nederland, NL) wordt er in NL meer geproduceerd en in PL minder. Het totale effect is echter dat de totale productie in NL en PL te zamen toeneemt, want het verlies aan productie in PL is immers kleiner door de lagere productiviteit dan de extra productie in NL. Het totale effect van migratie op de Europese welvaart is dus positief. De PL werknemers die in NL zijn komen werken verdienen meer dan ze in PL verdienden en gaan er dus op vooruit. Voor de PL werknemers die niet geëmigreerd zijn naar NL, maar in PL zijn blijven werken, is er ook goed nieuws. Hun lonen in PL gaan stijgen omdat ze schaarser zijn geworden door het vertrek van sommige van hun collegas naar NL. Kortom, het openen van de grenzen voor vrij verkeer van werknemers is één grote goed-nieuws show. Dus: openen die grenzen voor Turken, Serviërs, Albanezen, Somaliërs. Of niet soms?
Niet dus, want dat goede nieuws is vooral voor mensen die er toch al goed bij zitten, mensen als Rick van der Ploeg en Willem Vermeend, bijvoorbeeld, die in DFT, naar aanleiding van het Zwitserse referendum over migratie, een grote lofzang op vrij verkeer van werknemers houden. Een belangrijk effect van migratie nemen ze in hun lofzang niet mee, namelijk dat de verdeling van de welvaart verandert door immigratie. De mensen die moeten concurreren met de immigranten (schilders, vrachtwagenchauffeurs, schoonmakers, enz.) krijgen minder inkomen en de mensen die niet hoeven te concurreren met de immigranten (De Ricken van der Ploegen en de Willems Vermeenden) krijgen juist meer inkomen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de PvdA jarenlang economen herbergden die warme voorstanders waren van toenemende integratie in de EU. Die elite-economen hadden immers nooit last van de neveneffecten van immigratie.
Binnen de oude EU-landen was er overigens nauwelijks sprake van migratie van werknemers. Het vrije verkeer van werknemers in de EU leidde oorspronkelijk vooral tot een grotere mobiliteit van profvoetballers. Daar heeft Nederland weinig baat bij gehad: de vaderlandse voetbalcompetitie lijdt aan een opvallend gebrek aan kwaliteit doordat jaar op jaar, dankzij de regelgeving van de EU (het Bosman-arrest) de grote voetballanden in de EU proletarisch mogen winkelen bij de Nederlandse voetbalclubs. Overigens heeft Nederland van het gebrek aan mobiliteit van EU-werknemers in de EU van 12 (later 15) landen weinig last gehad. De economie groeide er niet minder om, soms met meer dan 4% per jaar, zoals in de jaren 90. Het curieuze is eigenlijk dat sinds 2007, toen Oost-Europese werknemers hier zonder beperkingen konden werken, het economisch voornamelijk slecht is gegaan. Van der Ploeg en Vermeend zullen wel zeggen dat dit door de crisis komt en niet door migratie, maar het maakt wel het bewijs dat vrije migratie zo goed is voor ons allemaal flinterdun. Wij zien de jaren negentig zonder grote migratiegolven vanuit de EU met hoge economische groei en het afgelopen decennium met hoge immigratie vanuit Oost Europa zonder economische groei. Hoe kun je dan staande houden dat vrij verkeer van werknemers goed is voor de economie? Dat kun je alleen maar als je graag wilt dat het zo is, zoals Van der Ploeg en Vermeend.
Harrie Verbon (zie ook: http://harrieverbon.blogspot.nl/ of http://www.harrieverbon.nl/)