Er zijn weinig revoluties zo geslaagd als de seksuele. Was het in de jaren vijftig nog zedig tot het bovenste knoopje dicht, vanaf de jaren zestig zijn al die knoopjes los gegaan. Phil Bloom naakt achter een krant in het VPRO-programma Hoepla was een sensatie, daarna was er geen houden meer aan. Niet alleen in Nederland. Het gaat hier om een fenomeen in de hele westerse wereld. Na een halve eeuw zou je denken: bloot slaat dood. Maar nee. Nu maken de bioscopen weer ruimte vrij voor de film
Nymphomaniac van de Deense regisseur Lars von Trier. Die schijnt nog wel voor boven de zestien te zijn (ooit was dat boven de achttien). Zelf ben ik zulke films allang beu. Voor boven de zestien ben ik veel te oud. Maar de mensen kunnen er geen genoeg van krijgen. Al is dat niet helemaal waar. De Nederlandse
Playboy is uit de roulatie genomen. Tegenwoordig kan men voor zulke zaken ook op het internet terecht. Wat kan er trouwens niet op het internet? Het laat zien dat de fantasie nog altijd veel belangrijker is dan wat er in het echt gebeurt.
Dat de seksuele revolutie vooral een vrolijke boel is en als een bevrijding is gevierd, hoeft niet te worden uitgelegd. Iedereen is op dat punt voorgelicht, tot de jongste kinderen aan toe. Krijg je op school en schijnt hard nodig te zijn. Tegelijk is ook het verhaal dat iedereen er alles al van weet, wat sterk de vraag is. Want seks zal altijd met taboes omgeven zijn, net als de godsdienst. Alleen beleven we op dat punt een
Umwertung aller Werte waarbij de fatsoensrakkers van vroeger in het defensief zijn gedrongen en de exhibitionisten van nu uitmaken wat wel en vooral niet mag.
Dat zien we het duidelijkst bij de zogeheten homo-emancipatie. Het is goed dat homoseksualiteit uit de taboesfeer is gehaald en het is nog beter dat homoseksuelen niet meer door dominees en sensatiemedia die zichzelf tot hoeders van de publieke moraal hebben uitgeroepen tot hel en verdoemenis worden veroordeeld. Want dat was tot de jaren zestig nog zo. In Groot-Brittannië was homoseksualiteit tot 1967 wettelijk verboden. Wat niet wil zeggen dat homoseksualiteit ooit helemaal geaccepteerd zal zijn. Er werden en worden grappen over homo´s gemaakt. Daarom zijn deze mensen altijd kwetsbaar, wat ze nu trachten te compenseren - ik treed hier op gevaarlijk psychopathologisch terrein - door bijzonder luidruchtig en openhartig te zijn. Coming out, heet dat, waardoor ons geen detail van de herenliefde bespaard blijft. De dames zijn gelukkig terughoudender en discreter. Misschien omdat zij minder zin hebben om publiekelijk voor paal te staan. Bovendien hebben zij het feminisme om hun onvrede over de eeuwige mannenheerschappij kwijt te kunnen. Het kan ook zijn dat bij mannen 'het beest in de mens' nog altijd wat woester en dierlijker is. Mannen zijn gewelddadiger, vooral in ongeremde staat.
Neem al die reacties op de Maastrichtse antropoloog Paul Hekkens die in
de Volkskrant betoogde dat de huwelijkse trouw serieus genomen moet worden. Alsof de man het Kwaad zelf is. Alsof de man (antropoloog, maar toch) uit het stenen tijdperk stamt. Eerder had hij het in diezelfde krant al aangedurfd te beweren dat de Maastrichtse burgervader
Onno Hoes het homohuwelijk geen goede dienst bewijst met zijn publieke uitspattingen op het tongzoenfront. Ook dat kreeg veel reacties. Positieve, waarbij de 'moed' van Hekkens werd geprezen, maar vooral ook veel negatieve, waarbij hij als homofoob en conservatieve moraalridder aan de schandpaal werd genageld. Terwijl hij alleen maar in welgeformuleerde zinnen zei wat tot voor kort als normaal gold en wat veel mensen nog steeds normaal vinden, maar niet durven te zeggen. Want publieke seks intimideert, zoals seks sowieso een onderwerp is (net als religie) waarover mensen zich onzeker voelen. Mensen houden er liever hun mond over, terwijl de schaamtelozen het hoogste woord voeren. Die beweren dat ook heterohuwelijken niet deugen, dat ook daar veel buiten de deur wordt gegaan, en dat huwelijkse trouw een sprookjesverhaal van de kerk is waarover altijd zeer hypocriet wordt gedaan. De verontwaaardiging over Hekkens spoot tegen de muur. 'Blijf met je poten van het homohuwelijk af', schreef Bart Schut op de
Dagelijkse Standaard. Hij wil die enge Hekkens niet in zijn slaapkamer (alsof de arme man dat had gewild).
Blijkbaar was het Hekkens die provoceert. Wat toch raar is. Let ook op de agressieve taal waarmee Schut en al die anderen van zich afslaan. Zij hebben het monopolie op ruimdenkendheid, op de wetenschap, op progressiviteit, en nu ook op fatsoen. Iedereen die daarvan iets durft te zeggen, wordt naar de Veluwe verbannen, naar reservaten als
Staphorst (dat overigens in Noord-Overijssel ligt) waar je als moderne swinger natuurlijk niet wilt zijn. Want wie seksueel niet aan zijn trekken komt, of in zijn seksuele identiteit wordt 'onderdrukt', is een zielig mens, een saaiman en een
loser. En
loser wil je niet zijn. Hier gelden nog steeds de wetten van de apenrots, waar de sterkste mannetjesaap ook de meeste seks heeft. Wat ook de publieke moraal is van al die 'Bekende Nederlanders' die in de media en op televisie hun eigen leven centraal stellen en geweldig boeiend vinden. Wat we zien is de
coming out van de brutaalsten en de schaamtelozen, die het geweldig van zichzelf vinden dat ze uit de kast zijn gekomen en helemaal niet begrijpen hoe aanstootgevend en narcistisch ze zijn. Terwijl de nette mensen, op de Veluwe en in de rest van het land (waar ze ook televisie en internet hebben), besmuikt hun mond houden en in de kast zijn gekropen.
Wat niet direct tot zedelijke vooruitgang en beschavingswinst leidt. Integendeel, al is dat ook een kwestie van smaak. Zelfdiscipline is de basis voor emancipatie, bevrijding en zelfontplooiing. Wie publiekelijke slippertjes niet erg vindt en een 'lossere' moraal propageert, kan ook anderen daar niet op aanspreken. Wat voor velen misschien wel zo prettig is. Publieke seks corrumpeert. Maar wie dat zegt, een waarheid als een koe, wordt gestenigd. In naam van de seksuele vrijheid en nog zowat van die vrijheden die steeds vaker publiekelijk worden misbruikt.