Johan Remkes heeft met zijn staatscommissie alvast een tussenrapportage gepubliceerd over het onderzoek waar ze mee bezig zijn. Zijn commissie onderzoekt of het democratisch stelsel van Nederland aanpassingen behoeft en nog wel bij deze tijd past. In de tussenrapportage komt naar voren dat de commissie zal aanbevelen om een bindend referendum in te voeren, early voting toe te staan en een aantal andere aanpassingen.
Maurice de Hond heeft onderzoek gedaan naar de wens en wil binnen de bevolking met betrekking tot deze voorstellen:
Zoals u kunt zien is de meerderheid van mening dat er veranderingen moeten komen, hoog- of laagopgeleid en is er een meerderheid voor het meeste van de voorstellen. Alleen de districten, het kiezen van de formateur, de kiesdrempel van 2% en het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd naar 16 jaar hebben geen meerderheid. Zeker het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd is een labiel idee en ik ben blij dat daar geen meerderheid voor is.
Wat mij wel verbaasd, is het moeilijker maken om af te splitsen. Dat gaat in tegen het fundament van ons democratisch systeem, namelijk dat de zetels van parlementsleden zijn en niet van partijen. Het versterkt ook de partijdiscipline en 'kartelpraktijken' waardoor er nogal een cognitieve dissonantie ontstaat op het moment dat ik zie dat aanhangers van de PVV en FvD er ook in zulke mate voorstanders van zijn.
Wat ook erg interessant is, is om te zien dat ondanks de positieve houding er niet veel optimisme is over de invoering van deze democratische middelen:
Dit is dus het vertrouwen in de politiek. Niet zo heel erg groot. Ondanks het enthousiasme lijkt het overgrote deel van de ondervraagden weinig vertrouwen te hebben in de moedwilligheid van de regering om veel van de voorgestelde maatregelen over te nemen. Dit is dus de kern van het onderzoek van Remkes en zijn commissie. De kloof tussen de politiek en de burger.