Voor een zelfverklaarde 'partij van de arbeiders' is de peiling van Maurice de Hond van deze week absoluut bijzonder slecht nieuws. Wie deze week kijkt naar de
peilingen, ziet dat deze nauwelijks afwijken van de trends van de afgelopen maanden: de PVV staat bovenaan, GroenLinks wint fors, DENK komt de Kamer binnen en de
PvdA boekt een kolossaal verlies:
Maar laat de stilte van de laatste maanden niet verbergen dat er de afgelopen jaren wel degelijk een hoop dingen veranderd zijn. De Hond wijst erop hoe zeer de PvdA geïmplodeerd is. Niet alleen in de peilingen in z'n algemeenheid - 29 zetels eraf - maar ook in de kerngroepen van het electoraat. Vergeleken met 1994 zijn vrijwel alle laagopgeleiden weggelopen, die ooit de hoofdmoot van de PvdA-steun waren:
Stemde bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1994 - toen de PvdA de grootste werd en Wim Kok zichzelf de nieuwe premier van Nederland mocht noemen - nog maar liefst 31% van alle laagopgeleiden op de PvdA, daar stemde ook nog eens 17% van de hogeropgeleiden op de partij die tegenwoordig geleid wordt door Diederik Samsom.
Allebei de getallen zijn flink omlaag, maar interessant is ook: de grootste groep is omgekeerd. Tegenwoordig zijn het juist de hogeropgeleiden die PvdA stemmen. En nauwelijks nog lageropgeleiden -- nog maar 4%. In 22 jaar tijd zijn dus maar liefst 27% van alle lageropgeleiden weggelopen bij de PvdA. Dat is een forse aderlating.
Dat gaat in de komende jaren nog flink wat narigheid geven, want de PvdA is opgericht om juist de belangen van de arbeiders te beschermen. Als die arbeiders niets meer moeten met die PvdA, wat is dan nog het bestaansrecht van die club?