Wie kan van Israël verwachten dat het vrede sluit met een volk dat feestviert als moordenaars vrijkomen?
Vlak voor het einde van het jaar liet Israël zesentwintig Palestijnse gevangenen vrij. Zogenaamd om een sfeer van 'vertrouwen' te scheppen. De Amerikanen hebben graag dat de twee partijen weer gaan onderhandelen. De Palestijnse president Mahmoud Abbas zit echter in een lastig parket. Op de Gazastrook maakt de terreurbeweging Hamas de dienst uit. Op de Westelijke Jordaanoever, waar zijn Fatah-partij wel regeert, zal al jaren geen verkiezingen meer gehouden, uit angst dat Hamas, dat elke vrede met Israël van de hand wijst, ook daar de macht grijpt. Het vrijlaten van gevangenen zou Abbas genoeg wisselgeld moeten geven om de Palestijnen ervan te overtuigen dat wederom onderhandelen zin heeft.
Of die onderhandelingen er dan komen, is nog maar de vraag. Abbas eist namelijk ook een bouwstop van nederzettingen in gebied dat hij voor een toekomstige Palestijnse staat opeist. Daar geeft Israël geen gehoor aan. Eerdere vredesvoorstellen van Israëlische zijde zijn door de Palestijnse leiders stelselmatig van de hand gewezen.
Dat Israël toch gevangenen vrijlaat in een poging de Palestijnen tot de onderhandelingstafel te verleiden, stuit in dat land dan ook op weerzin. Waarom moeten er van de Palestijnen immers moordenaars vrij worden gelaten voor zij bereid zijn over 'vrede' te praten?
Dat diezelfde moordenaars vervolgens door niemand minder dan president Abbas met open armen en zoenen worden ontvangen, zet natuurlijk alleen maar meer kwaad bloed. Volgens Abbas zijn het 'helden'. In werkelijkheid is het tuig. Een greep uit de
berichtgeving van de
Jerusalem Post:
Damouni Saad Mohammed Ahmed is na meer dan twintig jaar gevangenisstraf vrijgekomen. Hij nam in 1990 deel aan de lynchpartij van een Israëlische reservist, Amnon Pomerantz.
Shakir Alifu Musbach Nufal komt na 27 jaar gevangenisstraf vrij. Hij werd tot levenslang veroordeeld voor zijn rol in de ontvoering en moord van de toen eenentwintigjarige soldaat Shaltiel Akiva in 1985.
Samarin Mustafa Kalib Asrar en Kraan Azat Musa Musa werden voor eenzelfde misdaad veroordeeld. Zij ontvoerden en vermoorden in 1992 op de Westelijke Jordaanoever de Israëlische soldaat Tzvi Klein. Beiden kwamen dinsdag vrij.
Yosef Mahmad Haza Haza was nog maar zeventien jaar oud toen hij in 1985 samen met een vriend twee Israëlische wandelaars vermoorde in het noordoosten van Israël. Abed al Raba Nimr Jabril Issa vermoorde een jaar eerder ook twee wandelaars. Beiden zijn vrijgelaten.
Abu-Dahila Hasan Atik Sharif komt na 21 jaar gevangenisstraf vrij. Hij werkte vijftien jaar voor een Israëlische boer voordat hij deze met een mes doodstak.
De beelden van de vrijlatingen worden in de Palestijnse gebieden ook door kinderen bekeken. Die zien hun leider, president Abbas, de moordenaars van Joden als voorvechters van de Palestijnse zaken bejubelen. Silvan Shalom, de Israëlische minister voor regionale ontwikkeling en energiebeleid, vroeg zich tijdens een radio-interview dan ook af, "kunnen we vrede sluiten met een volk dat moordenaars met bloemen welkom heet alsof het helden zijn?" Het antwoord op die vraag ligt voor de hand.
De gevangenen die op Oudejaarsdag vrijkwamen zijn niet eens de laatsten. In totaal gaat Israël 104 Palestijnse gevangenen vrijlaten. En dat alles om de onderhandelingspositie van Abbas te versterken.