Tijd voor antwoorden van Islamabad.
Uit informatie van de GSM van Osama bin Ladens koerier blijkt dat de (nu dode) terroristenleider contacten had met een militante groep die samenwerkt met de Pakistaanse inlichtingendienst, de ISI.
Zoals AT5 terecht opmerkt, zijn de contacten een aanwijzing dat Bin Laden beschermd werd door de Pakistanen.
In de New York Times bevestigen anonieme Amerikaanse bronnen dat het allemaal nogal verdacht is, maar zeggen ook tegelijkertijd dat het GSM-contact niet noodzakelijkerwijs ging om het beschermen van Bin Laden.
Volgens mij heet dat: preventief branden blussen. Jammer genoeg voor Pakistan is het volstrekt helder dat Bin Laden wel degelijk actief geholpen werd door de Pakistaanse overheid. Hoe kon hij zich anders jarenlang 'verstoppen' in Abbottabad, vlakbij een kazerne van Pakistaanse militairen?
De extremistische organisatie in kwestie heet Harakat ul-Mujahedeen. De ISI heeft deze groep de trucjes van het vak geleerd en de afgelopen 20 jaar in staat gesteld zonder problemen te opereren in het land. Dit waarschijnlijk omdat het gezien wordt als een i-de-aal wapen tegen India.
Maulana Fazlur Rehman Khalil, de leider van de groep en één van Bin Ladens belangrijkste (voormalige) bondgenoten, woont op dit moment óók in de omgeving van Abbottabad; de ISI is hiervan op de hoogte, maar valt hem op geen enkele manier dan ook lastig.
Niemand kan eraan twijfelen dat Pakistan een gevaarlijk dubbelspel speelt. Aan de ene kant steunt Islamabad Amerika af en toe inzake de oorlog tegen het terrorisme, aan de andere kant steunt het Harakat en andere extremistische groeperingen, waaronder Al Qaeda en de Taliban (al dan niet direct).
De vraag is nu hoe het westen hiermee omgaat. Durven we druk te zetten op de Pakistanis of zijn we zo bang voor een mogelijke overname aldaar van extremisten dat we dit soort misdadig gedrag accepteren en net doen alsof onze neus bloedt?