Een tribunaal van het Pakistaanse leger heeft vijf officieren een gevangenisstraf opgelegd, omdat zij banden onderhielden met een islamistische organisatie.
De hoogste militair die werd veroordeeld is brigadier Ali Khan. Hij kreeg vijf jaar celstraf. Khan werd aangehouden na de dood van Osama bin Laden vorig jaar mei. Hij werd aanvankelijk verdacht van hoogverraad.
Khan was een tegenstander van de nauwe Pakistaanse samenwerking met de Amerikaanse krijgsmacht. In de rechtbank verklaarde hij het slachtoffer te zijn van een hetze, omdat hij kritiek had geuit op de Pakistaanse autoriteiten die de Verenigde Staten toestonden Bin Laden op hun grondgebied te vermoorden. Speciale eenheden van het Amerikaanse leger drongen vorig jaar Pakistan binnen om de terroristenleider op te sporen, zonder de Pakistanen daarover in te lichten.
Getuigen, voornamelijk legerofficieren, verklaarden dat Khan had samengezweerd om de burgerregering van Pakistan omver te werpen en een islamitisch kalifaat in het land te stichten. Hij zou banden hebben onderhouden met de extremistische groep Hizb ut-Tahrir die in Pakistan is verboden. De organisatie is wereldwijd actief en zetelt in het Verenigd Koninkrijk.
De veroordeling van Khan is opvallend omdat Pakistaanse officieren zich nauwelijks kritisch uitlaten over hun legertop. Bekend is dat de lagere officiersrangen van het Pakistaanse leger radicaler zijn dan de generaals: anti-Amerikaans en tegen de burgerregering die zij zien als corrupt en een marionet van het Westen. Dat een brigadier dezelfde ideeën aanhangt is zorgelijk. Het kan erop duiden dat de islamistische golf de hoogste rangen van het leger bereikt. Dat zal roet in het eten gooien van de bondgenootschap met de Verenigde Staten.
De Amerikaans-Pakistaanse verhoudingen staan de afgelopen jaren al onder druk vanwege de aanhoudende Amerikaanse luchtaanvallen op Pakistaans grondgebied. Onbemande vliegtuigjes bombarderen in het grensgebied met Afghanistan waar Talibanstrijders en andere fanatici zich ophouden. Af en toe vallen daarbij burgerslachtoffers. Vorig jaar november werden zelfs per ongeluk Pakistaanse soldaten in een luchtaanval gedood. Pakistan sloot vervolgens de grens voor de bevoorrading van NAVO-troepen. Pas toen minister Hillary Clinton van Buitenlandse Zaken vorige maand excuses aanbod, ging de grens weer open.
Pakistan maakt zich tevens zorgen over de terugtrekkingsplannen van de NAVO-landen. In 2014 moet de missie worden beëindigd, maar stabiel zal Afghanistan dan waarschijnlijk niet zijn. Pakistan zit met de gebakken peren. Het heeft de afgelopen tien jaar de Amerikanen door dik en dun gesteund (denkt het zelf), de banden met jihadisten verbroken en daardoor een burgeroorlog in het tribale grensgebied uitgenodigd. Als ze nu al weet dat de Verenigde Staten over twee jaar weg zijn, waarom zou Pakistan hun oorlog dan blijven voeren? Het kan beter de banden met de Taliban en soortgelijke groeperingen als de Haqqani aanhalen, zodat het een bondgenoot aan de westgrens heeft en zich weer kan richten op aartsrivaal India in het oosten.
Die logica in combinatie met de radicalisering van de officieren die in de toekomst het Pakistaanse leger moeten leiden, voorspelt weinig goeds.