Hardnekkig houden de media de mythe in stand dat er een minieme meerderheid zou zijn voor het kabinet Rutte. Immers CDA, VVD en PVV hebben samen maar 76 zetels, zo luidt de redenering die dagelijks over de argeloze tv-kijker wordt uitgestort. Waarom zouden Ferry en Frits iets verklappen over de ontknoping als dat afbreuk zou doen aan de opgebouwde spanning? De positie van de twee twijfelaars Koppejan en Ferrier is journalistiek veel te leuk om het hele verhaal te vertellen. Laat ik een poging wagen.
De feiten op een rij: We krijgen een minderheidskabinet van CDA en VVD. Het doet er niet toe of die partijen over 52 of 50 zetels beschikken, het blijft een minderheid. Als de CDA-fractie met meerderheid van stemmen akkoord gaat, wordt een regering gevormd en volgt een debat over de regeringsverklaring. Nu pas wordt de positie van de twee twijfelaars interessant. Zullen zij een motie van wantrouwen van de oppositie steunen? Dat is de hamvraag en die is zorgvuldig vermeden in de media. De uitkomst zou namelijk de spanning doen wegebben en dat willen we natuurlijk niet!
Voor een motie van wantrouwen is een absolute meerderheid nodig. Aangezien de SGP het minderheidskabinet zal gedogen en zeker niet vóór de eerste regeringsdaad zal wegsturen, is de werkelijke verhouding in de Tweede Kamer 72 tegen en 78 voor, ervan uitgaande dat niemand afwezig is bij de stemming. Een motie van wantrouwen wordt pas aangenomen als de stemverhouding 72-71 is. Het is onwaarschijnlijk dat Koppejan en Ferrier een motie van wantrouwen steunen. Ze zouden dan hun eigen fractie afvallen, terwijl nog niet is gebleken dat de invloed van Wilders heeft geleid tot voor hen onaanvaardbare concessies. Als zij de samenwerking principieel blijven afwijzen, ligt het eerder voor de hand dat zij zich van stemming zullen onthouden. Zij moeten daarvoor de zaal verlaten. De uitslag wordt dan 72-76. Zelfs in het ondenkbare geval dat zij overlopen naar de oppositie, is de uitslag 74-76.
Samengevat: bij een motie van wantrouwen mogen niet minder dan zes leden van de coalition of the willing zich van stemming onthouden. Dan nog is de uitslag 72-72 en wordt een motie verworpen. Er moeten vier Kamerleden echt overlopen naar de oppositie en dus tegen stemmen, voordat de stemverhouding zich wijzigt in 76 tegen en 74 voor. Dat is in dit stadium hoogst onwaarschijnlijk. In plaats van hijgerig achter Koppejan en Ferrier aan te lopen, kunnen journalisten beter gaan uitrekenen hoeveel Kamerleden daadwerkelijk aanwezig zijn bij het debat over de regeringsverklaring. Je moet in de plenaire zaal plaatsnemen om te mogen stemmen. Wie zijn er ziek? Dat is minstens zo relevant als speculeren op het tegenstemmen van de twee twijfelaars.