De financiële wereld overschat zichzelf, is teveel gericht op korte termijn winstbejag en snapt niet de rol die rente speelt in een economie.
Natuurlijk is dit ietwat gechargeerd, maar ik moet helaas vaststellen dat mensen met echt inzicht in de samenhang van de verschillende determinanten in de financieel-economische wereld dun gezaaid zijn. De financiële wereld werd eind 2007, begin 2008 verrast door de financiële crisis in Amerika. Slechts een enkeling had daarvoor gewaarschuwd. Het is tekenend dat men dus niet wist waar men mee bezig was. Ook centrale banken niet, als toezichthouder op de sector. En vijf jaar eurocrisisen verder heeft men nog niets geleerd in de sector. Alles gaat gewoon op oude voet verder, terwijl er toch vele redenen tot grote zorg zijn.
In een eerdere bijdrage, waarin ik de toespraak van de general manager van de BIS besprak, heb ik gewezen op de risico's die een langdurig (te) lage rente heeft op de economische groei. Ik heb gewezen op het groeivertragende aspect van de enorme wereldwijde schuldenberg; op de ongewenstheid van ongebreidelde goedkope geldverruiming; op het gebrekkige risicomanagement bij de bancaire sector als geheel. En tot slot heb ik gewezen op de onwenselijkheid van oneigenlijk gebruik van complexe financiële producten. Oneigenlijk in die zin, dat er niet primair een reëel economisch doel mee wordt gediend, maar een speculatief doel (lees: winstmaximalisatie van de emittent). In mijn column van kwart voor zes vanavond ga ik dieper op deze materie in, maar ik kan nu alvast verklappen, dat er een halt moet worden toegeroepen aan de ongebreidelde groei van complexe derivaten, omdat zij de economie ernstige schade toebrengen.
De beurzen staan intussen alweer op recordhoogten, geen wonder, want de rente staat historisch laag, de rendementen op vastrentende waarden zijn laag, zeker gelet op het bijbehorende risico, en het geld moet ergens naartoe. Dit betekent, dat de aandelenkoersen 'oververhit' zijn, om maar een economische term te gebruiken. Als we niet oppassen komt de volgende bubble er alweer aan, waarvan dan de gewone man, de belastingbetaler, weer de dupe zal zijn. Om kort te gaan, er is meer dan voldoende reden om bezorgd te zijn over de ontwikkelingen op de financiële markten.
Daarom heb ik mij enigszins gestoord aan een stuk op DFT vanochtend, waarin werd beweerd dat de aandelenkoersen helemaal niet overgewaardeerd zijn. Hoe verzin je het? Die koersen zijn veel te hoog ten opzichte van de intrinsieke waarde van die bedrijven. De BIS waarschuwde niet voor niets voor het risico van nieuwe bubbles, zoals ze ook vóór 2008 al had gewaarschuwd voor een te uitbundige kredietgroei, niet alleen in de eurozone, maar wereldwijd. Het getuigt van een schier onbegrijpelijke naïviteit om nu net te doen alsof er (weer) niets aan de hand is. Overigens is ook hier weer de euro de hoofdoorzaak van de problematiek. Zoals gezegd: doordat sparen geld kost in plaats dat zij geld oplevert, zijn spaarders en pensioenbeleggers voor het behalen van enig rendement naar de aandelenmarkten gedreven.
De auteur van dat bewuste artikel in DFT vond de aandelen niet te duur, omdat de koers/winst verhouding nog niet het niveau van tien jaar geleden had bereikt. Een naïeve en voor een hoofd strategie van één van onze grootbanken, ondoordachte opmerking. Allereerst was de economische groei in die periode stukken hoger dan nu (ik beperk me hierbij even tot de eurozone, want daar hebben we als land mee te maken). En die pre-crisis economische groei komt voorlopig niet meer terug, we moeten het dit jaar doen met maximaal een schamel half procentje en ik voorspel vanaf deze plek, dat we zelfs dat niet zullen halen. Maar ook als we kijken naar de groei op de middellange termijn komen we niet verder dan 1 á 2 procent groei per jaar. Héél wat lager dan de groei van 3 á 4 procent, die we in het verleden gekend hebben. Dus waarop is het optimisme gebaseerd dat we een periode van flinke economische groei tegemoet gaan? Is de wens soms de vader van de gedachte?
Maar dat is nog niet alles. De werkloosheid in de eurozone staat op recordhoogte, en erger is, dat er geen substantiële banengroei te verwachten valt. De eenheidseuro versterkt de economische onevenwichtigheden en werkt zodoende groeivertragend en krimpbevorderend. De idee van één rente voor dergelijke divergente economieën is van een ongekende stupiditeit, waaraan zo snel mogelijk een einde gemaakt moet worden. Van een hoofd strategie verwacht ik een dergelijke analyse, niet de kolderieke prietpraat, die zijn werkgever graag wil horen.
Tot slot nog een woord over de rente, de belangrijkste prijs in een economie. De rente is de regisseur van de groei en die rente moet goed staan om ondernemers vertrouwen te geven om te investeren in nieuwe producten en om technologische vernieuwingen te ontwikkelen. Want beide zijn de enige échte basis voor economische groei. Een stijging van de reële rente zorgt ervoor dat een economie evenwichtig blijft groeien. De kunstmatig laag gehouden rente, wereldwijd, bereikt het omgekeerde. Je zou hopen dat het gezonde verstand in de financiële sector snel terugkeert. Maar ik heb er een hard hoofd in als ik zulke wensdroomstukjes in de krant lees.
Hier vindt u een overzicht van mijn columns en u kunt mij hier volgen op Twitter.