De Amerikaanse president zou steun uit het politieke midden kunnen verliezen als hij slechts met belastingverhogen het enorme begrotingsgat van zijn land probeert op te opvallen.
Barack Obama werd in 2008 deels gekozen door de hoogopgeleide middenklasse in de steden en voorsteden van traditionele swing states, staten waar de Democraten noch Republikeinen een solide meerderheid genieten. Hij beloofde het vastgeroeste politieke proces in Washington te overstijgen en deed een krachtig beroep op de gematigde kiezer met zijn boodschap van hoop. Het werkte. Obama won bijna tien miljoen stemmen meer dan de Republikeinse tegenkandidaat, John McCain.
Tweeënhalf jaar later lijkt de president de hoop te hebben laten varen. De Republikeinen zijn geenszins bereid zijn plannen te steunen. Integendeel. Zij voeren heviger oppositie dan menigeen had verwacht.
Politiek rechts in Amerika is met name kritisch over het begrotingsbeleid van Obama. Dit jaar komt de federale overheid maar liefst $1600 miljard te kort. Onafhankelijke analisten verwachten geen verbetering in de komende jaren tenzij grootscheepse hervormingen worden doorgevoerd. Of de gezondheidszorg en de pensioenen moeten op de schop of de belastingen gaan flink omhoog.
Obama koos afgelopen maandag voor het laatste.
Zijn begrotingsplan realiseert $3 in belastingverhogen voor elke dollar die er in de uitgaven wordt gesneden. Het overgrote merendeel van de toegenomen belastingopbrengst komt door de belastingverlagingen van 2001 en 2003 terug te draaien.
Zelfs na deze Bush tax cuts hebben de rijksten in Amerika echter veel meer belasting betaald dan de middenklasse. De hoogste 10 procent van de inkomens levert zon 70 procent van inkomensbelasting op en draagt meer dan de helft van de totale belastinglast. Bijna de helft van het land betaalt daarentegen helemaal geen inkomensbelasting maar profiteert wel disproportioneel van overheidsuitgaven, bijvoorbeeld in het onderwijs, de gezondheidszorg en middels de sociale zekerheid.
Amerika wordt dikwijls afgeschilderd als het heiland van de persoonlijke verantwoordelijkheid maar het land heeft het meest progressieve belastingstelsel in de geïndustrialiseerde wereld. Tevens is de Amerikaanse omzetbelasting veel hoger dan het geval is in de meeste Europese landen 35 procent in plaats van het Westerse gemiddelde van 25 procent.
De Republikeinen willen daarom de belastingdruk voor ondernemers terugdringen in de hoop dat het investering en bedrijfsexpansie aanmoedigt. Zij geloven dat de president een klassenstrijd aangaat met zijn plan om met name de rijken extra te belasten.
Ook gematigde Democraten zijn bezorgd. Zij vertegenwoordigen een minderheid binnen de partij maar bekleden nog wel invloedrijke posities, ook in de media. Zij vrezen een herhaling van de jaren zeventig en tachtig toen hun partij zich marginaliseerde met felle linkse retoriek.
Obama is de afgelopen maanden vanuit eigen gelederen onder vuur komen te liggen omdat hij teveel aan de Republikeinen zou hebben toegegeven. Hij hield de Bush tax cuts immers in stand en zegt nu ook dat bezuinigingen nodig zijn. Links ziet liever meer stimuleringsmaatregelen.
Deze groep progressieve Democraten juicht de nieuwe toon van Obama toe maar anderen weten dat zonder de stem van het midden de president weinig kans maakt op herverkiezing in 2012.