"Aan de ouders van een meisje dat in juli op klaarlichte dag is verkracht, is een alternatief aangeboden. De zedenpolitie gaf aan dat door onderbezetting de vermoedelijke dader pas in oktober of november verhoord zou kunnen worden. Voor de ouders was dit niet te accepteren, omdat ze bang zijn dat de dader nogmaals toe zal slaan.
Vader Nico: "De zedenpolitie kwam tot onze verrassing met een oplossing: een zogenoemd FOEI-gesprek. De zedenrechercheur spreekt dan samen met de wijkagent de vermoedelijke dader aan op de verkrachting van onze dochter." Dit gesprek heeft geen juridische waarde, sterker nog: als het slachtoffer daarna besluit om alsnog aangifte te doen, is het hele traject al beïnvloed en is het heel lastig om de verdachte alsnog te vervolgen.
Uiteindelijk hebben de ouders tegen hun rechtsgevoel in, hier toch voor gekozen, in de hoop dat ze hiermee voorkomen dat de verdachte meer slachtoffers maakt. Vader Nico: "Maar als de aangifte meteen was opgenomen en de verdachte meteen was verhoord, hadden we nooit voor dit gesprek gekozen."