Nou, dat viel tegen.
Toen de wegwedstrijd vandaag begon hoopte iedere Nederlandse wielerfan dat we eindelijk weer een wereldkampioen zouden produceren. Ja, natuurlijk,
Tom Dumoulin won vorig jaar het WK tijdrijden, maar die wégwedstrijd. Die wilden we óók eindelijk eens hebben.
En zie daar: Team Oranje was werkelijk sterk. Tom Dumoulin deed mee, die enkele dagen geleden nog tweede werd bij het tijdrijden.
Steven Kruijswijk was er, die het nog fantastisch deed in de Vuelta. En dan was
Bauke Mollema er ook nog! Oh, en Wilco Kelderman óók! Ja, ja, het moest gebeuren, ook al omdat het een zware wedstrijd zou worden, met onder meer een zware, zware klim.
Helaas, het pakte allemaal net wat anders uit. De Nederlandse mannen waren redelijk sterk en lieten zich met enige regelmaat zien. Er bleef een klein pelotonnetje over met zes Nederlandse mannen. Maar, het was doodzonde, die oranjemannen waren niet sterk genoeg om de concurrentie te verslaan. Met name het team uit Frankrijk bleek sterk. Heel sterk. En een Spanjaard was de sterkste van hen allemaal.
De finale werd gelanceerd door de Deen Valgren Andersen. Die opende de aanval op schitterende wijze. Even moesten we de mogelijkheid zelfs serieus nemen dat hij vooruit zou blijven. Maar nee, daar was hij niet sterk genoeg voor, wat niet zo gek was aangezien hij op de hielen werd gezeten door de sterkste mannen van de dag, onder wie Valverde (de Spanjaard) en Bardet (de Fransman). Tom Dumoulin probeerde erbij te blijven op de laatste klim van de dag, maar moest een gaatje laten en kon dat niet meer dichten. Toch gaf hij nog niet op. Hij bleef doorrijden, op eigen snelheid, zonder versnellingen, maar wel in een hoog tempo.
De laatste kilometers hoefde er niet meer geklommen te worden. In de afdaling leek Dumoulin zelfs terug te komen. Het verschil bedroeg op een gegeven moment nog maar tien (tien!) seconden. Valverde zette zich op kop van de kopgroep bestaande uit drie man. Het was dus eigenlijk Dumoulin tegen Valverde. Normaal gesproken zet je dan je geld op Dumoulin, maar nu zat het toch wat gecompliceerder in elkaar: Dumoulin had onlangs de tijdrit gereden en heeft ook een bijzonder lang (en succesvol) seizoen achter de rug.
Toen nam Woods (uit Canada) het over. Valverde, Woods, Bardet... ze hadden in de gaten dat Dumoulin eraan kwam. De Nederlander zette vol aan. Hij kwam op dertig meter. Nog maar 30 te gaan, kom op Tom! De NOS-commentatoren konden het nauwelijks bevatten, maar ze riepen hem toe. "Er komt een moment... Hij gaat dat wel dicht fietsen."
Maar dat zou heel, heel, heel veel kracht kosten.
Het verschil werd vier seconden, drie seconden, Woods viel aan. Bardet dichtte het gat. Valverde zat bij Bardet in het wiel. Dumoulin kwam eraan. Maar was er nog steeds niet. Nog twee seconden! En....
JA! Dumoulin zat er toch bij.
Wat een spanning! Een Canadees. Een Fransman. Een Spanjaard. En een Nederlander. Met nog een kilometer te gaan leek het er zelfs even op dat Dumoulin zou aanvallen. Hij stond op. Daarrrr ging íe... Nee, hij hield in. Tom dacht: 'Ik kom hier voor goud, niet om vierde, derde of tweede te worden.' Zo leek het tenminste. Hij deed niets meer nu hij aangesloten was bij de kopgroep.
Valverde ging heel vroeg aan. HEEL VROEG. Woods en Bardet leken langszij te komen. Dumoulin zette aan. Ja?!? JA?!?!?!
Nee. Valverde hield het. De Spanjaard slaagde er op 38-jarige leeftijd dan eindelijk in om wereldkampioen te worden. Zo vaak op het podium, zo vaak er dichtbij. Nu eindelijk die schitterende regenboogtrouw.
En Dumoulin? Helaas, die moest genoegen nemen met de zuurste plek van allemaal: de vierde.
"Ik ben moe," zei de beste Nederlandse wielrenner in jaren na de wedstrijd. "De drie besten reden al vooraan. Ik zat in de vierde positie in de sprint. Ik dacht vroeg te gaan, als eerste, maar Valverde ging nóg vroeger. Ik kon helemaal niets meer, ik kon niet eens meer naar het achterwiel komen."
"Dan is het jammer dat je niet op het podium komt," zei hij verder, maar er zat echt niet meer in. "Ik had niets meer over." En: "Er waren er drie sterker."
Jammer, maar toch kunnen we weer trots zijn op Dumoulin. Wat is die man een moderne strijder zeg. Schitterend.