Gisteren was ik op mijn eigen fiets op wijksafari door Amsterdam. Daarbij deed ik ook Geuzenveld-Slotermeer aan, een gebied van stedelijke allure (zie het Lambertus Zijlplein op de foto, eindpunt van lijn 13).
Twee jaar geleden schreef ik al eens over zo'n wijksafari op de
Dagelijkse Standaard, toen naar aanleiding van 'theater op locatie' van theatermaakster Adelheid Roosen, waarbij het ook achterop op een scooter bij een Marokkaantje door de buurt ging. Een topidee. Gisteren dus op m'n eigen fiets, waarbij ik ook de Slauerhoffstraat moet hebben aangedaan. Daar werd afgelopen zaterdagavond rond half elf de kickbokser en nachtclubeigenaar Aytas Göraler in gezelschap van zijn dochter van acht bij zijn auto geliquideerd. Terwijl hij al op de grond lag met zijn zoontje van anderhalf op z'n arm, werden er nog drie schoten afgevuurd, waarna de dader een goed heenkomen zocht in een vluchtauto die in Frans Bastiaansestraat stond geparkeerd (zie het
Parool). Achmed Baadoud, stadsdeelraadvoorzitter in Nieuw-West, heeft verklaard dat hij
weinig kan doen tegen zulke afrekeningen in het criminele circuit. Ik kan het me voorstellen. Toen ik er gisteren langsfietste was het een totaal vredige straat. Dat dit de Slauerhoffstraat was, zag ik pas thuis, toen ik op de kaart nog even de route langsging die ik had afgelegd.
Dat Nederland verandert, mag duidelijk zijn. Hoe hard dat gaat, is minder duidelijk. Toen ik gisteren door Geuzenveld-Slotervaart fietste, ging er weer van alles door mij heen, dat ik echter twee jaar geleden ook al bleek te hebben bedacht. Goed dat ik dat stuk van
toen nog even teruglas, anders had ik aan
zelfplagiaat gedaan, waar nu een veelpublicerende hoogleraar van is beschuldigd (een topeconoom van de VU die wel erg economisch bezig is). Dat je jezelf kunt plagiëren, had ik eerlijk gezegd nog nooit bedacht, maar Nederland zit vol met identiteitskwesties die nieuw voor me zijn. Anderzijds kun je niet zeggen dat de multiculturele samenleving iets 'nieuws' is. Er wordt al veertig jaar over gediscussieerd, de eerste dertig jaar vooral in rooskleurige termen, de laatste tien jaar voornamelijk negatief. Zo negatief, dat zelfs de winkeliers in de totaal gekleurde Javastraat in de Indische Buurt in Amsterdam-Oost liever weer 'kwaliteitszaken' in hun straat terug zien. Dat zijn blanke zaken, want die zijn goed voor de buurt. Lees daarover het mooie verhaal 'Domweg ongelukkig in de Javastraat' van Auke Kok in
Vrij Nederland, waar ze over dit soort kwesties in het verleden ook weleens andere reportages hebben geschreven.
Het meest schokkende van de tuinsteden van Amsterdam-West (en dit geldt ook voor de Bijlmer) is dat deze buurten zestig jaar geleden heel planmatig zijn opgezet, met veel groen, voor Amsterdammers die een beter leven zouden gaan krijgen dan in hun bedompte volkswijken in de Jordaan, de Pijp en de Staatsliedenbuurt. Dat is heel anders gelopen dan gedacht. Die Amsterdammers zitten nu in Purmerend, Lelystad en Almere, terwijl de hun beloofde tuinsteden grotendeels met 'nieuwe medelanders' zijn volgestroomd. En die bedompte volksbuurten van een halve eeuw geleden zijn nu geyuppificeerd, omgetoverd tot bakfietsbuurten met hippe restaurantjes en (zwaar gesubsidieerde) laadpalen voor elektrische auto's. Zelf kunnen ze daar niet meer met hun eigen auto's naar toe, want het parkeren is veel te duur. Maar ook dit is niks nieuws. Deze ontwikkeling is al jaren in gang, ook in andere steden (zie bijvoorbeeld mijn stuk 'Utrechtse toestanden' op de
Dagelijkse Standaard van 1 juli 2012).
We hebben hier te maken met veranderingen die onomkeerbaar zijn. Die geparkeerde auto's in de Pijp of op de Neude in Utrecht komen nooit meer terug. Die leuke nieuwe kinderknuffelwijken met luxeappartementen op het de
eilanden in Amsterdam, waar een eigen parkeerplaats 50.000 kost, zijn een duurzame trend, zoals ook de immigranten en het vertrek van de 'echte' Amsterdammers naar buiten onomkeerbaar zijn. Je zou misschien protest verwachten, van al die mensen die zich bedrogen voelen, omdat het door de politiek allemaal zo anders is voorgesteld. Dat protest is er ook wel, de boze PVV (en SP) zijn er niet voor niets. Maar in Amsterdam en de grotere studentensteden zijn ze machteloos. Het is goed te zien waarom. De hoofdstad binnen de ring (en zeker binnen de grachtengordel) is weinig representatief voor de bevolkingssamenstelling van de rest van het land. Het is hoogopgeleid, merendeels jong en eigenlijk ook nog goeddeels (maar minder) blank. Buiten de ring is de stad gekleurd. Ook buiten de ring ziet het er overigens lang niet overal slecht uit. In wijken als Osdorp en Geuzenveld-Slotermeer kijk je je ogen uit naar de soms prachtige nieuwe appartementencomplexen die daar zijn gebouwd. Daar wonen ook Nederlanders, maar zij zijn 'etnische Nederlanders' (een minderheid) geworden. Net als al die andere minderheden uit allerlei windstreken van de wereld, van wie moslims dan mogelijk weer een meerderheid zijn. In Amsterdam-West zie je heel wat hoofddoekjes, gesluierde vrouwen en af en toe ook een baard. Daarvan wegkijken lukt niet echt, maar wel steeds beter. En al die 'nieuwe Amsterdammers', of ze nu een yup uit de provincie Gelderland zijn of uit het Oosten van Anatolië komen, stemmen niet op de PVV, maar op de PvdA, D66, GroenLinks en de VVD (niet op het CDA: dat is in Amsterdam een splinterpartij).
U zult misschien zeggen: maar daar hebben wij eerlijke en hardwerkende Nederlanders helemaal niet om gevraagd! Dit is over onze hoofden beslist. En zo is het. Daarom hebben ook veel 'echte' Amsterdammers, Rotterdammers, Hagenezen en Utrechters hun stad verlaten, naar groeigemeenten die daarvoor overigens ook gebouwd zijn. Want het leven moest beter, groener, ruimer en rustiger. Wat in Almere, Zoetermeer, Hoofddorp, Spijkenisse, Nieuwegein en al die andere nieuwe plaatsen ook zo is. Maar de meeste ontwikkelingen die onomkeerbaar zijn verlopen geruisloos. Er is u niks gevraagd. Maar de beleidsmakers van vijftig, veertig, dertig of twintig jaar geleden hebben wel 'ingespeeld' op de toekomst, een toekomst die wel degelijk nog steeds democratisch en liberaal is. Want Nederland kan zich als klein land in Noordwest-Europa alleen als rijke en democratische natie handhaven met open grenzen, en met een hoogopgeleide bevolking die steeds weer flexibel reageert op de snelle veranderingen in de wereld. Dat klinkt natuurlijk ontzettend vals en frauduleus, alsof het uit een folder van D66, de banken of de werkgevers komt. Of van die andere gevestigde partijen die ook allemaal zo duurzaam bezig zijn. Maar dat is wel de onomkeerbare historische trend, en tegen die historische trend kun je niks doen. Ja, tegen de keer ingaan. Maar dat vraagt altijd een hoge prijs en het loopt meestal verkeerd af. Wij zijn geen Servië en ook geen Zwitserland. Een democratische handelsnatie als Nederland drijft altijd met de stroom mee, op de hoofdstroom van de geschiedenis.
Vandaar dat u minder inspraak heeft dan u dacht. Zeker als de hoofdstroom u niet bevalt. Wie boos is, kan gewoon thuis in zijn nieuwe of iets minder nieuwe nieuwbouwwijk gaan zitten mokken. Zulke mensen komen vanzelf alleen te staan, want zijn minder gezellig. Boze mensen mijd je, daar wil je niet mee omgaan, die isoleren zichzelf. Bijvoorbeeld door zich achter hun beeldscherm te gaan zitten opwinden. De verandering van Nederland gaat door, onomkeerbaar, juist omdat we in een sociaaldemocratische markteconomie leven, waarin vage 'meerderheden' altijd hun zin krijgen. Zo is het ook met de komst van de euro gegaan (in de jaren negentig waren er nauwelijks kritische stemmen over 'Europa'), en ook dat homohuwelijk (dat pas sinds 2001 bestaat) zou weleens onomkeerbaar kunnen zijn. Behalve misschien in Geuzenveld-Slotermeer, waar een 'cultuur van zelfredzaamheid' (zie die liquidaties) bestaat en - heel kosmopolitisch - ook met onvoorspelbare invloeden uit andere delen van de wereld rekening moet worden gehouden. Vandaar dat de toekomst van Nederland niet vastligt. Ook niet voor progressieve beleidsmakers.