Vandaag publiceerde het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) een interessant rapport over de staat van de kerk in Nederland. En die heeft het zwaar zo lijkt het en dat behoeft geen verbazing. Als je jaar na jaar hetzelfde riedeltje afspeelt raken mensen weleens vermoeid, maar ook de vele incidenten inzake seksueel misbruik bij de Rooms-katholieken en Jehova's Getuigen doen niet veel voor de beeldvorming van de kerk richting het bredere publiek. Maar er is ook een puntje van hoop: door christelijke migranten hebben kerken een nieuwe doelgroep gevonden die zij eenvoudig aan de kudde kunnen toevoegen.
Toch schetst het rapport van SCP het beeld dat Nederlanders zich in het algemeen niet aangetrokken voelen tot de christelijke kerken. En dus zou eenieder die weet wat Jezus' zei over de geloofsbelijdenis meer inzet verwachten van de Nederlandse kerken om het evangelie beter onder de aandacht te brengen. Maar behalve een incidentele mars voor het leven, wat uitzendingen op de NPO (EO) en het verzorgen van mantelzorg en uitvaarten blijft het bijzonder stil in christelijk Nederland. Het lijkt wel alsof de bezoekers zelf hun geloof langzaam aan het verliezen zijn, want we horen dus weinig van ze. Jongere gelovigen hebben daar minder moeite mee en komen er openlijk voor uit te geloven in God, de Bijbel en het hiernamaals.
Het aantal mensen dat zich onderdeel voelt van een religieuze gemeenschap is dan ook gedaald in Nederland van zo'n 42% in 2002 naar slechts 31% in 2016. Een flinke daling van 11% in slechts 14 jaar tijd. De voorheen belangrijkste concepten van het christendom staan dan ook onder druk. Denk aan de concepten hemel, hel, wonderen en leven na de dood. Het zijn de sprookjes die het natuurlijk steeds minder goed doen en dat terwijl de Bijbel zoveel waardevolle ideeën bevat die het waard zijn om gehoord te worden. Ook in 2018. Het aantal mensen dat gelooft in 'een hogere macht' blijft dan ook ongekend hoog. In Nederland geloven bijna 70% van de mensen in 'een hogere macht'. En ongeveer de helft daarvan bidt. Het probleem hebben de kerkelijke organisaties dan ook aan zichzelf te danken.
De conclusie kan dan ook niet anders zijn dat mysticisme alom aanwezig is. Mensen hebben nog steeds de behoefte aan spiritualiteit, aan het eeuwige, maar het lijkt erop dat de kerken deze spiritualiteit niet langer kunnen aanboren of aan kunnen voldoen. En dat is helemaal niet vreemd. Als je eeuwenlang een traditie hebt waarbinnen het evangelie zo snel mogelijk moet worden verspreid dan zie je dit terug in het heden. De kerken zijn 'zendpilaren' geworden, waarbij groepsgesprekken nauwelijks voor komen en de focus ligt op het verhaal dat vanaf de kansel wordt gepredikt. Leuk om te ontspannen, maar het prikkelt niet. De standaardopstelling van een kerk is dan ook een kansel en rijen met mensen die enkel toehoren. Tja.
En daar ligt dus het vraagstuk van de Nederlandse christelijke kerken. Hoe zorg te dragen dat hun 'aanbod' aansluit bij de 'vraag'. Met een boek zo dik als de Bijbel moet het vrij eenvoudig zijn om populaire concepten te bedenken voor religiositeit in de 21e eeuw. En met de geweldige esthetische waarde van (oudere) kerken ligt er in ieder geval een basis om het aantal leden weer te laten groeien. Maar daarvoor is wel nederigheid nodig en het besef dat de boodschap van Jezus tijdsloos is, maar de traditie van de kerk niet. Afwachten dus of dat besef gaat landen of nieuwe kerken ontstaan die de oudere kerken zullen vervangen.