De terreurdreiging wordt amper serieus genomen.
Terwijl Frankrijk en België het leger inzetten in de strijd tegen het islamitisch terrorisme en de radicale islam, houden de burgemeesters en andere bestuurders van Nederland zich van de domme. Huh, welke terreurdreiging? Er komen geen militairen op straat om bijvoorbeeld synagogen, ministeries en het Binnenhof te beschermen. De reden: het zou maar een 'provocerende uitstraling' geven en het gevoel van onveiligheid vergroten.
"We zijn dergelijke taferelen in Nederland nou eenmaal absoluut niet gewend," zo klinkt het vanuit gemeentelijke kringen.
Zo lijkt het erop dat de militaire bijdrage aan de binnenlandse veiligheid in het openbare leven vooralsnog beperkt blijft tot een wakende rol voor de Koninklijke Marechaussee.
Het is naïef om te denken dat wij geen doelwit zijn van de moslimterroristen. Dat zijn we wel, simpelweg omdat we niet behoren tot het 'huis van de islam'. Er is al opgeroepen om in Amsterdam een terreuraanslag te plegen. Nu steeds meer Syrië-gangers terugkeren en aanslagen beramen (de doodgeschoten moslimterroristen in België zijn naar Syrië geweest), is niets belangrijker dan het voorkomen van zo'n aanslag.
We moeten niet wachten met het inzetten van militairen en zwaarder bewapende politieagenten totdat het te laat is. We moeten nu leren van wat er in België en Frankrijk is gebeurd. Wat daar is gebeurd, kan ook bij ons gebeuren. Onze militairen weten wel hoe ze met een dreiging van een gewelddadige vijand moeten omgaan; ze zijn daarin beter getraind dan politieagenten.
Een handvol militairen op het Binnenhof zorgt helemaal niet voor provocatie en een groter gevoel van onveiligheid, zoals de burgemeesters denken. Integendeel. Wie snode plannen heeft, denkt wel twee keer na voordat hij toeslaat als hij weet dat er militairen rondlopen die hem met één welgemikt schot tussen de ogen kunnen uitschakelen. Het gevoel van veiligheid wordt er bovendien groter door, omdat we dan eindelijk met eigen ogen kunnen zien dat de overheid de dreiging serieus neemt.