Een interessant initiatief.
Ibrahim Wijbenga, lid Strategisch Netwerk Radicalisering en Polarisatie en Esther Voet, directeur Centrum Informatie en Documentatie Israël, hebben samen een stuk geschreven voor de Volkskrant over de noodzaak voor joden en moslims om samen te werken tegen geweldsdreiging.
Joden in Nederland hebben ruime ervaring in de aanpak van provocaties, dreigementen en geweld. Het is voor moslims dus niet nodig het wiel opnieuw uit te vinden. Het CIDI is bereid de jarenlange ervaring met het registreren van haat te delen. In de gemeenschap blijkt men het plezierig te vinden ervaringen te delen met iemand met dezelfde achtergrond. Het is niet ondenkbaar dat dat ook voor de moslimgemeenschap geldt.
Normaal gesproken zou ik niet te spreken zijn over een dergelijk project omdat fundamentalistische moslims erom bekend staan dat ze onwelgevallige opmerkingen misbruiken om zichzelf neer te kunnen zetten als slachtoffers. In het geval van Wijbenga en Voet is dat anders: deze mensen staan er bepaald niet om bekend dat ze dat soort slachtoffergedrag van moslims steunen. Zo liet Wijbenga eerder weten dat moslims in de Schilderswijk op moesten houden met hun "hetze tegen de politie." Niet zo zeuren, was zij boodschap, ze doen gewoon hun werk. In plaats van te klagen over Nederlandse agenten moet de islamitische gemeenschap in Den Haag maar iets aan zijn eigen extremistenprobleem doen. Veel belangrijker.
Als gezegd is Esther Voet van het CIDI. Vorig jaar liet zij weten aan Jalta dat islamitische allochtonen ervoor zorgen dat er steeds meer antisemitische incidenten plaatsvinden in ons land. Het hoeft niet te worden uitgelegd dat die voor een groot deel op het conto komen van moslims.
Volgens het CIDI komt ongeveer tweederde van het antisemitisme bij moslims vandaan. Eenderde dus niet, want extreem-rechts en links hebben er ook een handje van, maar 60 tot 70 procent dus wél.
Lees verder op pagina 2.
Sterker nog, in hun artikel maken Wijbenga en Voet voor de zekerheid nogmaals duidelijk dat ze niets hebben met slachtofferrollen.
Er zijn mensen die blijven hameren op 'rechtsongelijkheid van moslims' in dit land. Dat is onzin. Iedereen die onze rechtsstaat respecteert, heeft hier gelijke kansen. Desondanks is waakzaamheid geboden. Net als in veel EU-landen is ook bij ons sprake van een verharde opstelling tegen moslims en joden. Dat is betreurenswaardig en wordt mede in de hand gewerkt door het fanatisme van kleine groepen. Zelfreflectie, ook bij de minderheidsgroeperingen zelf, is daarom essentieel, ook binnen de verschillende moslimgemeenschappen.
Daarbij roepen zij moslims op om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen imago.
Tolerantie en respect voor andersdenkenden is vaak ver te zoeken en ruimte voor discussie en afwijkende meningen is er nauwelijks. Moslims zijn de enigen die de angst voor de islam kunnen wegnemen, stelt de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb terecht.
Kortom, dit initiatief is alles behalve een poging om moslims neer te zetten als de grote slachtoffers van de Nederlandse maatschappij. Als aanhangers van de Moslimbroederschap met zo'n plan waren gekomen hadden we het onmiddellijk kunnen en moeten afschieten. Nu liggen de zaken net een beetje anders.
Dat gezegd hebbende zou het nog véél mooier zijn als Wijbenga (en Voet) zich ook zou inzetten voor een meldpunt geweld christenen, moslims, joden, homo's, vrouwen, en wat dies meer zij. Joden worden extra beschermd vanwege het verleden (en, helaas, steeds meer het heden). Moslims zijn in ons land nog nooit aangevallen, stelselmatig onderdrukt, etc. Zou het dan niet logischer zijn om hate crimes in het algemeen te verzamelen, in plaats van alleen als ze tegen moslims gericht zijn?
Bovenstaande brengt mij ertoe om alsnog tegen dit plan te pleiten, ook al vertrouw ik de initiatiefnemers wel degelijk (tot op zekere hoogte). Misdrijven gepleegd door haat moeten allemaal worden verzameld en in hun algemeenheid worden afgekeurd. Het heeft geen enkele zin om je alleen op mogelijke islamitische slachtoffers te richten, zeker niet als het geweld tegen hen vooralsnog beperkt blijft tot boze oproepen op Facebook-pagina's.