Het wordt bijna onmogelijk voor de Democraten om de meerderheid in de Senaat te behouden.
Na de verpletterende nederlagen bij de verkiezingen voor het Congres tegen de Democraten in 2006 en 2008, toen Obama ook nog eens gekozen werd tot president van de Verenigde Staten, veroverden de Republikeinen in 2010 het Huis van Afgevaarigden terug na een historische overwinning bij de midterm-verkiezingen.
Deze verkiezingsoverwinning staat bekend als een wave election, doordat de Republikeinen maar liefst 63 zetels wonnen van de Democraten op de vleugels van de Tea Party, een rechts-populistische protestbeweging tegen de Wall Street-bailouts, Obamacare, de deplorabele staat van de economie en een enorme verhoging van de overheidsuitgaven om de economie te stimuleren. The Tea Party is the fire that lightens up the Republican Party, was het credo in 2010. De Republikeinen slaagden er toen niet in om de senaat terug te veroveren. Dat is ook veel lastiger omdat voor slechts 1/3 van het aantal zetels verkiezingen waren. Ondanks dat een aantal senaatskandidaten Tea Party-gekkies - zoals Sharron Angle uit Nevada en Christine O'Donnell uit Delaware - waren, wonnen de Republikeinen zes zetels terug in de senaat. Bij de Congres-verkiezingen van 2012 verloren de Republikeinen twee senaatszetels omdat de Democraten profiteerden van de herverkiezing van Obama.
Over iets minder dan 100 dagen zijn er opnieuw midterm-verkiezingen voor het Congres. De kansen voor de Republikeinen om de senaat terug te veroveren zijn erg groot. Daarvoor moeten ze 6 senaatszetels terugwinnen van de Democraten. Volgens
Election Lab, een voorspellingsmodel, van de Washington Post is die kans maar liefst 87%. Dat zou betekenen dat de Republikeinen 52 zetels hebben in de senaat en de Democraten nog maar 48 senaatszetels. Volgens Vox.com, de datajournalistieke website van de progressieve journalist Ezra Klein, hebben de Republikeinen nu 56% kans, wat kan uitlopen tot 86%, om de Senaat terug te winnen van de Democraten. De kansen op de senaat zijn voor de Republikeinen in de afgelopen maanden aanzienlijk verbeterd.
Those factors including Obama's weak approval, strong GOP fundraising, and the recent electoral history of the states with competitive races look bad for Democrats overall.
De strijd om de senaat is geconcentreerd in conservatieve staten in het zuiden en het midden van de VS. Zeven Democratische Senatoren moeten worden herkozen in staten die door Romney werden gewonnen in 2012. Daar hoeven de Republikeinen er maar drie van te winnen. De Republikeinen hebben van de zes benodigde zetels er al drie in de tas omdat dit zogenaamde open seats, zetels waar de huidige Democratische senator niet herkiesbaar is, zijn. Er zijn geen Republikeinse senatoren wiens herverkiezing in gevaar lijkt te komen. In Montana, West Virginia, Alaska, Louisiana, Arkansas, Iowa en South Dakota is de verwachting nu dat de Republikeinen de zetel van de Democraten gaan winnen. De Republikeinen hebben geleerd van de tegenvallende resultaten voor de senaat in 2010. Ze hebben nu geen gekkies genomineerd voor de Senaat. Het zijn allemaal degelijke, betrouwbare maar nog steeds reteconservatieve kandidaten. De Tea Party heeft nauwelijks voet aan de grond gekregen in de Republikeinse voorverkiezingen voor de Senaat.
De belangrijkste reden voor de winst van de Republikeinen moet gezocht in de staat van de economie. Hoewel het macro-economisch beter gaat met de Verenigde Staten - het gaat vooral goed met Wall Street en de banken - gaat het met de Amerikaanse bevolking nog steeds niet goed. De werkloosheid is nog steeds erg hoog, de lonen stagneren. Het economisch pessimisme vertaalt zich niet meteen in nationale peilingen maar wel in kiesdistricten en staten voor het Huis en de Senaat. Politicoloog Sides van de George Washington Universiteit:
"In congressional elections, just as in presidential elections, the president and his party are not punished for running up the debt. They are punished for a weak economy,"
Zelfs een hele goeie economie resulteert niet perse in zetelwinst voor de Democraten bij de midterms. De Democraten hadden gehoopt dat de miljoenen extra verzekerden na de desastreuze invoering van Obamacare zou zorgen voor een electorale stimulans. Desondanks is Obamacare nog steeds een verliezend issue, niet alleen in de rechtszaal maar ook bij de stembus. Obamacare is nog steeds mateloos impopulair. De meeste Democraten hebben het in hun campagne dan ook niet over Obamacare. De
geringe populariteit van hun president speelt de Democraten ook parten.
De voorspelde winst van de Republikeinen moet niet worden verward met grote populariteit van de Republikeinen, zoals blijkt uit de opiniepeilingen voor de presidentsverkiezingen van 2016 waarbij de Democratische waarschijnlijke kandidaat, Hillary Clinton, een flinke voorspronge heeft op iedere Republikeinse tegenstander. De Republikeinen zijn nog altijd niet bekomen van de vertrouwenscrisis, die zich manifesteerde in oktober vorig jaar bij de sluiting van de federale overheid over Obamacare en de verhoging van het wettelijk schuldplafond. Desondanks profiteren de Republikeinen van een ander electoraat mij midterm-verkiezingen. Bij midterm-verkiezingen is er geen nationale kandidaat en ook geen brede nationale campagne met nationale issues. Dit leidt ertoe dat midterm-verkiezingen een heel ander soort electoraat naar de stembus trekken.
Het electoraat bij midterm-verkiezingen is minder divers als bij presidentsverkiezingen. Het electoraat bij de midterms van 2014 zal net als in 2010 ouder, blanker, mannelijker en conservatiever zijn dan bij de presidentsverkiezingen van 2012. Etnische minderheden en jonge kiezers - kiezersgroepen die in 2008 en 2012 het verschil maakten voor de Democraten - zijn minder geneigd naar de stembus te gaan bij midterms. Deze samenstelling van het electoraat is in het voordeel van de Republikeinen, die het vooral van deze electorale groepen moet hebben.
De Republikeinen hebben als oppositiepartij de
electorale geschiedenis bij midterm-verkiezingen aan hun zijde. In de afgelopen eeuw heeft alleen Bill Clinton zetelwinst geboekt in zijn tweede ambtstermijn als president. En zelfs toen was die zetelwinst minimaal (5 zetels) en onvoldoende om de meerderheid in het Congres terug te winnen. Het is erg moeilijk voor een zittende president om in zijn tweede termijn verkiezingswinst te boeken bij de midterms. Zeker als de president minder populair is als in zijn eerste termijn. In zijn eerste termijn was Obama net zo populair als Clinton maar zijn populariteit in zijn
tweede termijn is vergelijkbaar met die van George W. Bush. Hierdoor is het bijna onmogelijk voor de Democraten om het Huis van Afgevaardigden terug te winnen en de Senaat te behouden.