We zijn al een hele tijd aan het bakkeleien over al dan niet hulp aan Italië. Het lijkt me goed om de kern van het probleem te benoemen en die heet: euro. De euro is de gezamenlijke munt van 19 EU lidstaten. Per 1 januari 2002 zijn de euromunten en eurobiljetten in gebruik gekomen en werd de euro het wettige betaalmiddel in twaalf EU-landen. De introductie van de euro was voor het Europese continent het belangrijkste financiële keerpunt van de eenentwintigste eeuw. De euro komt het betalingsgemak voor particulieren en bedrijfsleven ten goede. Toch wordt over het succes van deze munt uiteenlopend geoordeeld. Monetaire autoriteiten doen het voorkomen alsof de euro een enorme stap voorwaarts betekent voor de EU, maar toch blijft de euro voortdurend het mikpunt van heftige discussies.
Klaas Knot, president-directeur van De Nederlandsche Bank, DNB, zei juli 2012: ‘Er is nog maar één weg uit de crisis: eerst een begrotingsunie en een bankenunie, en dan een politieke unie van de eurolanden. Zonder zo’n unie kan de euro niet voortbestaan. DNB heeft geen plan B.’ Het ziet er niet naar uit dat er een politieke unie komt: Nederland en andere noordelijke landen zijn mordicus tegen. Dit betekent dat de euro zonder politieke unie volgens Knot niet kan voortbestaan.
Een valuta is onlosmakelijk verbonden met de natie en behoeft een soevereine basis. De euro ontbeert democratische legitimiteit en soevereiniteit. De euro is een gemiddelde waarde voor alle euro landen gelijk. Maar alle autonome landen hebben een uiteenlopende economische en financiële structuur en ontwikkeling. De munt is dus voor geen enkel land geschikt. Voor de economisch zwakke landen is de munt te duur waardoor export bemoeilijkt wordt. Voor de economisch sterke landen is de euro te goedkoop: de munt is te goedkoop, waardoor de export te gemakkelijk is. Devaluaties zijn een onontbeerlijk instrument om de concurrentiekracht van achterblijvende naties te kunnen herstellen. Italië devalueerde de lira om de paar jaar, in totaal ruim twintig keer na de de Tweede Wereldoorlog.
Na de komst van de euro kon dat niet meer. De euro zou circa 40 procent te goedkoop zijn voor de Duitse economie gezien het Duitse betalingsbalansoverschot. De Duitse economie fungeert dus met een 40 procent ondergewaardeerde valuta en Zuid-Europese landen met het spiegelbeeld. Moet Duitsland gedwongen worden lonen te verhogen, belastingen te verlagen en consumptie op te voeren om het surplus af te bouwen? Neen! Dient het tegenovergestelde afgedwongen te worden bij de zwakke landen? Neen! Het zou niet passen bij een open markteconomie met vrij verkeer van kapitaal. Duitsers scheppen er een eer in een stevig handelsoverschot te hebben en zeggen: men kan ons toch niet verwijten dat we economisch krachtig zijn? Ze gebruiken het nu om hun economie te stutten.
De economieën van Zuid-Europese landen kunnen qua concurrentiepotentieel niet meekomen met Noord-Europese landen. Een enkele munt installeren voor dermate uiteenlopende economieën wringt. Er wordt schade geleden door de euro. Het is een politieke munt, geen economische munt. De euro is ingesteld door politieke dromers van Europese eenwording, de eurofielen. Werkloosheidspercentages bij Zuid onder de jeugd zijn opgelopen tot soms vijftig procent. Devaluatie zou nodig zijn om die economieën weer concurrerend te maken. De euro bleef overeind, maar met de kennis van heden zijn er weinig economen te vinden die opnieuw zouden durven kiezen voor de creatie van deze munt. In de beleggingswereld zeggen we: “als je het aandeel wat je in portefeuille hebt niet opnieuw zou kopen, is het tijd om er afscheid van te nemen.” Handel daar naar. Het afscheid nemen van de euro wordt een ontzagwekkende, omvangrijke en kostbare operatie genoemd. Kostbaar ja, maar het wordt overdreven en in deze tijd van digitalisering is een terugkeer naar nationale valuta zeer pijnlijk, maar steeds beter mogelijk.
Naar mijn mening moeten we beslist afscheid nemen van de euro, omdat dit een morbide munt is. De
ECB stelt dat de euro ‘onomkeerbaar’ is en wil nu ‘no bailout’ maatregelen nemen om ieder gaatje af te dichten, waaronder bankenunie en een geautomatiseerd transfersysteem van vermogen. Dat moeten we niet willen en dat willen we ook niet. De euro is niet te verdedigen als er een serieuze recessie komt, zoals nu.
Al sinds jaar en dag is er ruzie tussen zwak Zuid en sterk Noord. Dat begon al met Jacques Chirac die tegen Romano Prodi zei dat Italië niet klaar was voor de euro, Prodi was beledigd! Jeroen Dijsselbloem deed uitspraken over vrouwen en drank, de Italianen waren beledigd! En die ruzies gingen van kwaad tot erger. Bedenk wel dat een valuta heeft alleen een essentiële functie binnen de financiële constellatie van een economie, maar heeft ook een belangrijke functie binnen het nationale bewustzijn van een natie.
Een valuta is gekoppeld aan een soevereine natiestaat. Een valuta die daaraan niet voldoet, zweeft en verdwijnt op den duur. De euro drijft een wig tussen de sterke eurolanden en de zwakken. Italianen zijn fantastische mensen. Afschuwelijk wat hen niet overkomt. We moeten af van het geruzie. Het blokkeert bovendien dat we anderen op een ‘normale’ manier kunnen helpen. Het zet ons nu weg als vreselijk hartvochtig en zo willen we niet overkomen omdat we dat niet zijn. Daarom: als we af willen van de Noord-Zuid ruzie, dan moeten we af van de euro.
De ECB en nationale staten hebben alle ‘Big Bazooka’s’ ingezet. De huidige hulplijnen van Noord naar Zuid zullen volledig gebruikt worden. Mocht Corona ons een tweede bezoek gaan brengen, nog zwaarder dan wat we nu meemaken, dan zijn er geen instrumenten meer om te helpen, anders dan dat we tezamen ten onder gaan. Dat willen we niet, dan kan het bijna niet anders dat dit het einde van de euro zou betekenen.