Mensen en hun oerdriften

Geen categorie16 aug 2014, 9:00
In een prachtig boek “Oerdriften op de werkvloer“ [1]geeft mijn goede vriend en evolutionair sociaal psycholoog Bram Buunk zijn visie op het leven gegeven. 
Deze visie houdt in, dat ook op de werkvloer veel gedrag van mensen kan worden verklaard aan de hand van een evolutionaire beschouwing van de oerdriften die in ons mensen schuil gaan. Zo analyseert hij onder andere altruïsme (onbaatzuchtigheid). Mensen voelen mee met het lijden van anderen, doen spontaan dingen om anderen te helpen en hebben een natuurlijke neiging om met anderen te delen. Iets voor een ander doen, voelt vaak beter dan dat een ander iets voor jou doet. Parallel aan de altruïstische neigingen heeft zich bij de mensen – en ook bij sommige dieren – een soort correctiemechanisme ontwikkeld dat let op de wederkerigheid in relaties. Het verlangen naar wederkerigheid lijkt net zo’n oerdrift als de neiging goed te doen, volgens Buunk. Gelukkig maar zou ik zeggen.
De meeste van u herkennen vast wel wat hierboven wordt bedoeld, en merken dat Nederland inmiddels wel erg is veranderd. Met de hogere welvaart van de afgelopen decennia is Nederland - en zijn de Nederlanders - er een stuk individualistischer op geworden. Meer en meer mensen gedragen zich individualistisch en zijn bepaald niet onbaatzuchtig te noemen. Bij veel dingen die ze doen denken ze eerst aan de vraag hoe ze er zelf beter van kunnen worden. Wat schiet ik er zelf mee op? Wat heb ik er aan of wat koop er ervoor?
Veel mensen ervaren deze verharding en individualisering van de samenleving als onaangenaam of zelfs ongewenst.
Individualisme is de prijs die samenlevingen betalen voor hoge welvaart. Individualisme is sterker naar mate de welvaart toeneemt. Je moet je individualisme kunnen veroorloven. In Nederland zorgde (!) het sociale welvaart systeem voor onze zieken en onze bejaarden. Het systeem zorgt voor een inkomen voor hen die dat inkomen niet zelf kunnen verwerven. Als je als zieke, bejaarde of werkloze aangewezen bent op hulp van anderen, dan denk je niet in de eerste plaats aan je familie, vrienden of aan je buren. Die hebben daar geen tijd, geen geld en geen mogelijkheden toe. Er zitten bepaald voordelen aan hoge welvaart en een individualistische samenleving.
In het veel armere Latijns Amerika zijn de mensen over het algemeen minder individualistisch, lijken iets meer onbaatzuchtig, meer collectivistisch. Een andere vriend van me die al decennia lang in Paraguay woont, vertelt altijd dat er in Paraguay een stammencultuur heerst. Deze “tribe-culture” maakt dat mensen zich vooraleerst zien als onderdeel van hun groep en daarnaar handelen. Bij alles wat ze doen kijken ze eerst naar het belang van hun groep. Voorbeelden van dit soort groepen kunnen zijn hun gezin, familie, bepaalde clubs of scholen, bepaalde streken, dorpen of steden. Als jij als buitenlander iets aan hen wilt verkopen, gaan ze eerst goed na of ze dat product of die service niet kunnen betrekken van iemand uit hun groep. Een buitenlander die denkt in Paraguay of Uruguay een baan te kunnen vinden, begrijpt niet dat banen alleen worden vergeven aan mensen uit hun eigen groep. Immigranten denken vaak dat omdat zij bepaalde kennis of kunde hebben dat ze in deze culturen kunnen slagen, terwijl dat meestal bij lange na niet genoeg is. Het cliché dat je hier eerst vrienden moet maken alvorens tot zaken te kunnen komen is geen flauwekul. Je krijgt hier alleen iets voor elkaar als ze je iets gunnen, of als ze je echt heel erg hard nodig hebben. In mijn rol als “financier” was het vrij eenvoudig en zo is bijvoorbeeld kopen daarom zoveel makkelijker als verkopen.   
De over het algemeen genomen lagere welvaart in Latijns Amerikaanse landen leidt tot een collectivistische oriëntatie en dus een sterkere drang naar groepsdenken en handelen. Ik geef u graag vier prachtige voorbeelden:
De vraag hoe mensen zich gedragen hangt in belangrijke mate af van hoe wij mensen in de tijd zijn geëvolueerd tot het soort dat wij nu zijn, maar wordt tegelijkertijd in zeer sterke mate bepaald door de context waarin wij ons bevinden.  Het streven naar een passende balans tussen het individu en de groep, het verlangen naar wederkerigheid tussen geven en nemen, en al het andere vrijwel dagelijkse doen en laten, worden beïnvloed door oerdriften waarvan ik voor het lezen van dit boek nauwelijks weet had.
[1] Oerdriften op de werkvloer (2010), Bram Buunk, Prometheus/Bert Bakker Amsterdam
 
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten