Volgens Syrische mensenrechtenactivisten zijn er al meer dan honderdduizend Syriërs omgekomen in de burgeroorlog. De schatting wordt gretig door de buitenlandse media overgenomen, maar is die betrouwbaar?
Wel volgens de NOS. Die noemt de groep in kwestie, de
Syrian Observatory for Human Rights, die zetelt in de Britse hoofdstad Londen, "
redelijk betrouwbaar." Waarop de staatsomroep die kwalificatie baseert, is onduidelijk.
De groep zette woensdag
een waslijst van slachtoffers online. Het betreft niet eens schattingen, maar precieze aantallen. Het lijkt daarom wellicht betrouwbaar. De groep beweert dat er sinds maart 2011, toen de opstand tegen president Bashar Assad begon, 100.191 Syriërs om het leven zijn gekomen. Dat wekt de indruk dat groep sindsdien druk aan het tellen is geweest. Maar wie even verder nadenkt en hun methodologie analyseert, moet toch tot de conclusie komen dat dit helemaal niet zo'n betrouwbaar getal is.
Bijna dagelijks krijgen we berichten van slachtoffers in Syrië, maar die zijn vrijwel nooit volledig. Zo spreken we over "minstens" zoveel slachtoffers of "ongeveer" zoveel doden. De cijfers komen dan van ziekenhuizen of ooggetuigen. Maar uit grote delen van het land, zoals in het minder dichtbevolkte oosten, komen minder cijfers terwijl zowel het regeringsleger als de oppositie er belang bij hebben de moordlust van de tegenpartij te overdrijven.
Hoe is de Syrian Observatory for Human Rights tot haar aantallen gekomen? Welnu, de groep veronderstelt dat dagelijks 41 burgers en bijna honderd militairen of rebellen sterven. Tel die cijfers bij elkaar op en je komt op een akelig precies getal. Maar dat is natuurlijk niet de werkelijkheid. In de eerste maanden van de opstand was nog nauwelijks sprake van gevechten. Er was nog geen rebellenbeweging en de veiligheidstroepen van Assad werden nog niet bijgestaan door paramilitairen van de Libanese terreurgroep Hezbollah. De afgelopen maanden is de strijd bloediger geworden.
Vooral in de steden Aleppo en Homs is flink gevochten. Het is dan ook moeilijk voor te stellen dat daar minder burgers dan militairen zijn omgekomen. Toch beweert de mensenrechtenorganisatie dat twee van elke drie dodelijke slachtoffers een Syriërs was die deelnam aan de strijd. Of het aantal burgerslachtoffers is waarschijnlijk te laag ingeschat of het aantal militaire doden is te hoog.
Dat het geweld in Syrië verschrikkelijk is en in het land veel burgerslachtoffers vallen, staat buiten kijf. Ook bestaat er inmiddels geen twijfel meer over dat beide partijen wreedheden begaan. Laten we de situatie dus niet erger voordoen dan die is en toegeven dat we niet weten hoeveel Syriërs de afgelopen twee jaar zijn gestorven. En laten we vooral niet de cijfers van een zogenaamde mensenrechtenorganisatie die op zijn minst sympathiseert met het verzet klakkeloos overnemen.