Maurice de Hond (Peil.nl) deed een interessante analyse van de (voorlopige) verkiezingsuitslag van de Europese Parlementsverkiezingen. Volgens De Hond waren drie factoren van belang waarom de uitslag er anders uitzag dan de uitslag van de recente Provinciale Statenverkiezingen (PS2019). Plotseling was daar
Frans Timmermans en zijn PvdA om de politieke ranglijsten aan te voeren. Dat was al wel voorzien, maar nu heeft De Hond de daadwerkelijke omvang van het Timmermans-effect geprobeerd kwantificeerbaar te maken. De Hond identificeert op z'n minst drie verschillende factoren die van belang waren voor de uitslag. Deze zijn in rijenvolgorde:
1. De lagere opkomst bij EP2019 (een kwart minder dan bij PS2019), die per partij aanzienlijk
verschilt: “het opkomst-effect”.
2. De extra kiezers, die naar de PvdA over gingen, omdat Frans Timmermans de lijsttrekker was:
“het Timmermans-effect”.
3. De overige kiezers, die bij EP2019 een andere partij stemden dan bij PS2019.
De analist ziet dus drie belangrijke factoren die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van de uitslag. Hieronder wordt ingegaan op deze drie effecten.
1. Het opkomst-effect
[caption id="attachment_227227" align="aligncenter" width="428"]
Peil.nl" width="428" height="300" /> Opkomstpercentage EP2019 gerelateerd aan stemkeuze PS2019 per partij. Bron: Maurice de Hond / Peil.nl[/caption]
De opkomst van onder de 50% geeft natuurlijk een vertekend beeld van de daadwerkelijke politiek verhoudingen in Nederland, maar we moeten het er mee doen. Als een wetenschapper twee experimenten zou uitvoeren met een dergelijke variabiliteit in de resultaten zou men zeggen: 'slordig onderzoek, hier gaat iets mis'. Zeker gezien de resultaten van de Provinciale Statenverkiezingen van 2019.
Met slechts twee maanden tussentijd en weinig politieke debatten én twee weken reces voor de Tweede Kamer kan worden gezegd dat de Europese verkiezingen 'een slordige weergave' zijn van de politieke verhoudingen in het land. Als we kijken naar de onderstaande tabel dan zien we wat het opkomst-effect heeft gedaan met de uitslag van de verkiezingen en ook hoe anders de uitslag (mogelijk) was geweest als meer kiezers hadden gestemd.
[caption id="attachment_227228" align="aligncenter" width="423"]
De uitslag van EP2019, met uitsluiting van het opkomsteffect. Bron: Maurice de Hond / Peil.nl[/caption]
De uitslag werd volgens De Hond niet alleen bepaald door het opkomst-effect, maar ook omdat kiezers van partij veranderden en
het gevreesde Timmermans-effect, dat natuurlijk nóg sterker was door de lage opkomst.
2. Het Timmermans-effect
Het Timmermans-effect had vooral invloed op linkse kiezers die kozen voor de PvdA. Dit omdat zij Frans Timmermans wellicht vertrouwen of een alleraardigste gast vinden. Hieronder zie je de percentages per partij hoeveel van de kiezers uiteindelijk op Frans Timmermans stemden in plaats van op hun eigen partij. We zien dus dat een groot aantal kiezers uiteindelijk PvdA koos vanwege het feit dat zij Frans Timmermans kennen.
[caption id="attachment_227229" align="aligncenter" width="400"]
Percentage van de kiezers die PvdA gestemd hebben door Frans Timmermans Bron: Maurice de Hond / Peil.nl[/caption]
Dat dit effect van een 'bekende lijsttrekker' groot is blijkt wel uit de vraagstelling van het onderzoek van De Hond:
"Aan de mensen die op 23 mei jl. bij de verkiezingen op de PvdA hebben gestemd, hebben we gevraagd of ze dit ook hadden gedaan als Frans Timmermans geen lijsttrekker was geweest? [Hierboven] het overzicht van de kiezers die dan “nee” hebben geantwoord. Dus de 17%, die achter GroenLinks wordt aangetroffen betekent dat 17% van de kiezers van GroenLinks van PS2019 dit keer PvdA heeft gestemd, maar zonder Frans Timmermans dat niet gedaan zouden hebben!"
We hebben dus een dramatisch lage opkomst, al decennia lang, en linkse partijen die allemaal op hun spitzenkandidaat stemden. Uiteindelijk is 1 + 1 = 2 en werd de PvdA dus de grootste. Groot feest natuurlijk!
3. Kiezers die hun stemgedrag veranderden
Verder werd de opkomst bepaald doordat kiezers in vergelijking met de Provinciale Statenverkiezingen van mening veranderden. Dit heeft, gezien de gegevens in de tabel, zeker ook een significante impact gehad op de uitslag:
[caption id="attachment_227230" align="aligncenter" width="800"]
Overgangen tussen partijen van kiezers, die bij PS2019 en EP2019 zijn opgekome. Bron: Maurice de Hond / Peil.nl[/caption]
Op de bovenstaande tabel zien we dus dat PvdA-kiezers weer netjes PvdA hebben gestemd bij de verkiezingen, maar waren er ook andere partijen die er minder goed van af kwamen. Zo stemden slechts 70% van de personen die tijdens PS2019 GroenLinks stemden wederom op de partij van Klaver. De groenen verloren dus ruim 30% van hun achterban tijdens deze verkiezingen. Voor partijen als de ChristenUnie, Partij voor de Dieren, 50Plus en SP zien we ook veel verschuivingen.
Maurice de Hond eindigt zijn analyse met de woorden:
"De omvang van de verschuivingen in slechts 2 maanden, wordt aan de ene kant veroorzaakt doordat het verkiezingen zijn voor verschillende vertegenwoordigende lichamen. Maar het geeft ook weer hoe beweeglijk het electoraat is. Ten slotte: Besef wel dat bij Tweede Kamerverkiezingen de opkomst rond de 80% zal zijn. Dus bijna 2 keer zo groot dan bij de verkiezingen voor de Europese Parlementsverkiezingen. Bij een zo hoge opkomst is het cijfermatige effect van de verschillen van de opkomst per partij beduidend kleiner."
Duidelijk. Het Timmermans-effect en de lage opkomst hebben overduidelijk een relatie met elkaar. Dankzij de lage opkomst kon de PvdA beter scoren dan wanneer de andere kiezers wel waren opdagen. De gegevens zijn gebaseerd op onderzoek onder bijna 10.000 respondenten die op 23 mei jl. zijn ondervraagd via
Peil.nl. Maar
waarom de meerderheid niet heeft gestemd kunnen we nog niet zeggen.