In mijn vakgebied, islam en vrouwenrechten, kom ik stelselmatig de oproep tot nuance tegen, evenals een neiging tot het compliceren van onrecht. 'Kan iemand mij het principiële verschil uitleggen tussen een schaamlipcorrectie en vrouwenbesnijdenis?', schreef columniste Malou van Hintum een jaar geleden op Volkskrant.nl. Filosoof Martha Nussbaum schreef in The New York Times dat westerse feministen niet het label 'onderdrukking' op boerkadraagsters moeten drukken. Asha ten Broeke maakt zich boos over rolpatronen die kinderen al worden opgelegd in Bart Smit-folders, of heeft als topzorg dat kritiek op islamitische vrouwenhaat rechtspopulisten in de kaart speelt. Aldus de feministische discussie van onze tijd. Hoe zijn we hier ook weer gekomen?