Engeland staat deze week voor zijn tweede afgang. Het nationale voetbalelftal kwam gisteren niet verder dan 0-0 tegen het nietige Costa Rica, overigens wel de sterkste van de groep, en was na twee eerdere nederlagen al uitgeschakeld. Aanstaande vrijdag lijkt David Cameron het te moeten afleggen tegen een Luxemburger, als Jean-Claude Juncker hoogstwaarschijnlijk door de rest van de EU-landen tot voorzitter van de Europese Commissie wordt gekozen.
De Britse premier heeft het bij Herman Van Rompuy nog wel voor elkaar gekregen dat er over de benoeming van Juncker hoofdelijk gaat worden gestemd (zie de Vlaamse krant De Morgen), maar dat maakt de zaken er zo mogelijk nog pijnlijker op. Net als het Engelse elftal in Brazilië opereren de Britten in de Europese diplomatieke arena naïef. Waar de Britten eerdere pogingen om een Belg tot EC-voorzitter te maken blokkeerden, in 1994 bij Jean-Luc Dehaene (waar ze de Luxemburger Jacques Santer voor terugkregen), en in 2004 bij Guy Verhofstadt (en kregen de Portugees José Manuel Barroso), hebben ze zich nu dusdanig in de kaarten laten kijken, dat ze op het Europese continent geen enkele medestander meer hebben. Zelfs Mark Rutte niet. Dat is toch wel erg onnozel, want de uitverkoren Spitzenkandidat Juncker is bij niemand populair, afgezien van de christendemocraten in het Europees parlement, een gezelschap dat evenmin veel legitimiteit kan claimen. (Behalve bij de Nigel Farages en Derk Jan Eppinks van deze wereld, die juist in dit praathuis zitting hebben/hadden en er een prachtige gelegenheid in zien om Europa en 'apparatsjiks' als Juncker als dronkeman en leugenaar af te schilderen.)
Het is bepaald niet de eerst keer dat de Britten in Europa hun neus stoten. Maar dit keer is het helemaal hun eigen schuld, of erger nog, de schuld van David Cameron. De conservatieve premier maakte, door de Britten voor 2017 een referendum over de EU te beloven, het lot van Europa onderschikt aan dat van zijn eigen positie en zijn strijd met de europhobes in eigen land, en liep openlijk te hoop tegen Juncker, die als een man van de oude fossiele EU-garde werd voorgesteld. Dat moet je natuurlijk nooit doen als je in een internationale omgeving je zin wilt krijgen. Cameron had daarbij ook nog de arrogantie om te denken dat hij de door hem bedachte hervormingskoers ('minder Europa') aan de hele EU kon voorschrijven, wat domweg het tarten van het establishment is. Dan krijg je de zak. Niet openlijk, maar fijntjes, na een hoofdelijke stemming die jezelf bij EU-president Herman Van Rompuy, die soeverein boven de partijen staat, hebt aangevraagd. Hoe dom kun je zijn?
In 1962 zei Charles de Gaulle 'non' tegen Britse toetreding, wat pijnlijk was (voor de Fransen) en de Britten bijvoorbeeld in Nederland veel extra sympathie opleverde. Margaret Thatcher maakte veel stennis over de Britse EG-bijdrage - 'I want my money back!' - maar dwong uiteindelijk een rebate af. John Major bedong in Maastricht een 'opt-out' uit de euro, wat de Britten in september 1992 op black wednesday moesten bezuren met een vernederende aftocht van het pond sterling uit het Europese wisselkoersmechanisme. De Bundesbank had genoeg van het Britse gezeur, maar de Britten behielden hun nationale munt en de mogelijkheid tot devalueren (een afwaardering die ook politieke symboolwaarde had). Maar al die keren bleven de Britten op de achterhand meespelen, omdat de rest van de EU-landen de Britten er liever bij hield dan dat ze afscheid namen. Margaret Thatcher en Tony Blair werden in Europa gerespecteerd, ook als de rest het niet met ze eens was. En zakenbladen als The Economist en de Financial Times worden in Brussel gespeld, omdat de mening van de City telt. Of telde, want de Britse scepsis tegenover de euro kan voor de eurozone steeds minder een leidraad zijn, waardoor het Britse soortelijk gewicht in Europa ook dramatisch is gedaald. Tot dat van 'little England' dat het nu ook tegen Luxemburg aflegt, en dat na een mogelijk uittreden van Schotland uit het Verenigd Koninkrijk straks helemaal geen Groot-Brittannië meer is. Wat ook UKIP tot een genant stelletje brulboeien maakt.
Van de 'wraak van Europa' kunnen we niet spreken, want de EU doet officieel niet aan wraak, maar wil kleingeestigheden juist overwinnen. Wat opvallend vaak gepaard gaat met het inzetten van Belgen en Luxemburgers, die door de Britse tabloids met al hun primitieve instincten belachelijk worden gemaakt. Terwijl 'little England' er steeds meer door op het foute been wordt gezet en zich door een euroscepsis laat leiden die op het continent na de invoering van de euro als sleets en achterhaald geldt. De grootste fout die de Britten daarbij maken is dat ze steeds namens 'het volk' en 'de kiezers' menen te kunnen spreken, terwijl het er in de EU in de eerste plaats om gaat om naar andere landen en hun leiders te luisteren. Als de Britten en hun opinieleiders dat beter deden, zouden ze misschien gaan inzien dat er in Duitsland, Frankrijk, Polen en zelfs in Nederland ook door de bevolkingen anders tegen Europa wordt aangekeken dan op hun eilandenrijk.
In het Engelse voetbal begrijpen ze allang dat kick and rush geen winnende formule meer is, al lijkt daar niets (ook geen duurbetaalde buitenlandse coaches als Sven-Göran Eriksson of Fabio Capello) meer te kunnen helpen. Misschien mag de meelijwekkende Roy Hodgson daarom nog even blijven zitten, al zullen de zondagsbladen ongetwijfeld zijn hoofd gaan eisen. Een lot dat ook David Cameron wacht, al zal hij eerst nog even dat Schotse referendum moeten doorstaan. Dan valt waarschijnlijk ook voor hem de hakbijl, net als voor Mary Stuart, Queen of Scots, die in 1587 op het schavot eindigde. Gelukkig voor de Tory-leider zijn zulke praktijken in het Europa van vandaag overwonnen. Maar dat de Britse tabloids bebloede koppen willen zien, waaronder die van Cameron, lijkt me na alle ontluistering van deze week wel zeker.