Het is in de mode om misprijzend de term populisme te bezigen als oorzaak voor alle kwalen waaraan ons politieke bestel thans lijdt. De verruwing, de polarisatie en de gebrekkige feitenkennis, het komt allemaal door populistische politici. Rechtse politici natuurlijk, want links is de braafheid zelve.
Deze redenering gaat er bij velen in als zoete koek, want alleen 50-plussers weten nog wanneer die verharding begon. Dat was in de jaren zestig en zeventig toen links de revolutie predikte en de PvdA de polarisatie omarmde. Klassenstrijd, weet u nog? Daarmee vergeleken is Wilders de braafheid zelve, tenzij je natuurlijk de politieke mening bent toegedaan dat je nu niets ten nadele van de islam mag zeggen, maar toen wel de Westerse waarden Amerika voorop ongenadig mocht aanvallen. De NAVO was fout, Cuba en de DDR waren lichtende voorbeelden. Anno 2011 lijkt de PvdA terug te willen naar die overzichtelijke, verzuilde tijd. De ideologische strijd moet het gebrek aan inhoudelijke alternatieven verbloemen. Het linkse imago wordt weer opgepoetst, hoewel het links-rechts denken in de maatschappij volkomen passé is. Alleen journalisten en politicologen schermen graag met die termen, omdat daardoor de wereld heerlijk overzichtelijk blijft. Iets is goed of fout, zwart of wit, links of rechts. Ofschoon je Wilders nauwelijks nog rechts kunnen noemen, verzet hij zich niet tegen die indeling, want de PVV profiteert dubbel van die denkfout. In de eerste plaats trekt hij rechtse stemmen weg bij VVD en vooral CDA, in de tweede plaats wordt de oppositie op het verkeerde been gezet en kiest daardoor een volkomen verkeerde, hopeloos verouderde sixties strategie.
Op Verantwoordingsdag de derde woensdag in mei als de regering haar jaarverslag over het verstreken jaar indient was de nieuwlinkse koers van de PvdA duidelijk merkbaar bij het optreden van fractieleider Job Cohen en financieel woordvoerder Ronald Plasterk. Gevraagd naar wat de PvdA anders zou doen dan het kabinet was het antwoord: villabelasting heffen en stoppen met de JSF. Natuurlijk is er op zon moment geen journalist die het benul heeft dat dit populistische prietpraat van de bovenste plank is. De term villabelasting alleen al maakt duidelijk dat de PvdA weer ouderwets aan het polariseren is: kopers tegen huurders, automobilisten tegen OV-reizigers, werknemers tegen ondernemers, enz. Ondertussen brutaal bewerend dat je wilt binden. De villabelasting is ingevoerd door het centrum-linkse kabinet Balkenende IV en wordt helemaal niet afgeschaft door dit kabinet. Het komt erop neer dat het huurwaardeforfait van 0,55% stapsgewijs wordt verhoogd tot 2,35% voor de meerwaarde van een huis boven de één miljoen euro. Concreet: is uw huis 1,5 miljoen waard, dan betaalt u in 2011 een bedrag van 11.750,- euro en gaat u in 2016 liefst 17.250 euro woonbelasting betalen. Een verkapte manier om de hypotheekaftrek te verminderen. Volgens links Nederland wonen alleen rijken in dure huizen. Dat is natuurlijk onzin. Veel huizen zijn familiebezit en vanzelf in waarde gestegen. Ze moeten worden verkocht aan nieuwe rijken, omdat de gepensioneerde bewoners, of weduwen, de lasten niet meer kunnen betalen. De nieuwe bewoners zijn vaak linkse types met mooie, gesubsidieerde banen in het onderwijs, de zorg, de milieubeweging, de politiek, enz.
Tot zover is er geen verschil in het kabinetsbeleid. Alleen wil het kabinet Rutte de grens van 1 miljoen indexeren, dus waardevast maken, zodat de grens mee stijgt met de inflatie. Het gaat bij de indexering om zon 25.000 villas rond de 1 miljoen. Door de indexering loopt de schatkist minder dan één miljoen euro aan extra belasting mis. Een druppel op een gloeiende plaat. De door Ronald Plasterk als alternatief voor het kabinetsbeleid genoemde villabelasting is dus absolute symboolpolitiek, pure demagogie. Het trieste is dat geen journalist dat aan de kaak durft te stellen.
Hetzelfde geldt voor de JSF, die ook door Plasterk wordt aangehaald. Hierop bezuinigt het kabinet wel degelijk, want het budget is in de Meerjarenraming verminderd van 6,2 naar 4,5 miljard. Bovendien beginnen de uitgaven pas aan te tikken in 2019 als de eerste JSFs in dienst komen (afgezien van twee testvliegtuigen). Een ander vliegtuig kost trouwens ook geld, maar dat terzijde. De uitgaven voor de JSF vallen in de periode 2019-2025 en bieden dus in de komende acht jaren geen enkel alternatief voor de huidige bezuinigingen. Gewoon kiezersbedrog en weer komt de PvdA er weg mee. Al zouden we de hele krijgsmacht opheffen, dan is dat niet meer dan een meevaller voor de schatkist, waarmee de onbeheersbaar stijgende kosten van de zorg een paar weken kunnen worden betaald.
Rekent u even mee: de kosten voor de gezondheidszorg stijgen van 70 miljoen euro in 2011 tot 120 miljoen in 2025. Alleen al in deze kabinetsperiode stijgt de zorg met 15 miljard. Zonder deze stijging zouden helemaal geen drastische bezuinigingen nodig zijn. Defensie kost acht miljard per jaar, waarvan al 1,2 miljard vastligt in pensioenen, plus nog eens wachtgelden. In werkelijkheid wordt nauwelijks meer dan 6,5 miljard aan Defensie uitgegeven. Zouden we de krijgsmacht (marine, luchtmacht en leger) helemaal opheffen en ons beperken tot marechaussee, kustwacht en Nationale Reserve, dan zou dat de schatkist op termijn maximaal vier miljard besparen. Vanaf 2020 geven we minimaal 150 miljard per jaar uit aan zorg en onderwijs. Dat is drie miljard per week. Met de opbrengst van vier miljard door het opheffen van de krijgsmacht komen we dus net de kerstvakantie door. Dan laat ik nog buiten beschouwing de enorme schade die het opheffen van de krijgsmacht zou toebrengen aan onze kenniseconomie, de werkgelegenheid, onze internationale reputatie en uiteraard onze nationale veiligheid. Ik hoor het fractieleider Mariëtte Hamer nog zeggen: wij investeren niet in tanks, maar in verpleegsters. Alsof dat iets oplost, alsof dit kabinet wel in tanks investeert. We hebben sinds 9 mei helemaal geen tanks meer, maar daarvan merken we niets in de zorg. Gek hè?
Welke politicus durft het op te nemen tegen de linkse demagogie?