"Een model van halverwege de 19e eeuw bestaat nog steeds in een tijdperk die helemaal gedigitaliseerd is."
Telegraaf-columnist (en allround schrijver)
Leon de Winter was, net als Thierry Baudet,
gisteren te gast bij Business Class van Harry Mens. Tijdens de uitzending maakte De Winter duidelijk dat het huidige politieke systeem werkelijk aan vernieuwing toe is. "Een model van halverwege de 19e eeuw," legde hij uit,"is het model dat nog steeds bestaat in een wereld die volkomen gedigitaliseerd is, met ontwikkelingen die zich veel sneller voordoen dan ooit in de geschiedenis."
Hij ging verder:
"Mensen gaan stemmen -- we hebben net gestemd -- en wat gebeurt er? Een paar mannen trekken zich terug, ergens in kamertjes, en gaan met elkaar praten. En wij weten van niets."
Misschien dat dit acceptabel was in de 19e eeuw, aldus De Winter, maar tegenwoordig hoeven we dat soort achterkamertjespolitiek niet meer te tolereren -- al helemaal niet omdat er "op een gegeven moment iets uit komt rollen waarvan we geen idee hadden op het moment van stemmen." Zoals De Winter terecht stelt:
"Dat kan een heel ander soort programma worden dan het programma dat jou is voorgehouden."
Natuurlijk is dat het grote mankement van dit oude systeem: een paar hoge heren gaan met elkaar overleggen na verkiezingen en komen vervolgens een beleid overeen dat niet eens bijna lijkt op het beleid dat ze nog verdedigden tijdens de campagne. VVD-kiezers hebben gestemd voor lagere belastingen, minder immigratie, gedwongen integratie, minder Europa, en meer energie-onafhankelijkheid, maar het kan heel goed zijn dat ze het tegenovergestelde krijgen; zo niet op alle punten, dan in ieder geval op een flink aantal.
Dat is al erg genoeg, maar zoals De Winter opmerkt kun je dat als kiezers vervolgens "niet corrigeren." Je hebt het maar te accepteren.
Daarom heeft De Winter een bijzonder innovatief en vooral ook democratisch idee:
"Je kunt je voorstellen dat na zo'n coalitiebespreking, dat zij die dat nieuwe coalitieprogramma hebben opgesteld, dat nog een keer gaan voorleggen. En daar kun je dan voor of tegen zijn."
Op zich is dat natuurlijk helemaal geen gek idee. Kies eerst partijen. Die gaan vervolgens met elkaar overleggen over een kabinetsbeleid. Als dat beleid is vastgesteld moet de kiezer zijn mening nog een keer geven: mee eens of niet? Is het eerste het geval, prima, ze kunnen aan de slag. Is het laatste het geval dan zullen of opnieuw moeten onderhandelen of met een ander voorstel vanuit andere partijen komen.
De Winter:
"Dan heb je greep erop. Dat 'greep erop hebben' is wat mijn inziens die 'kloof' bepaalt tussen de burgerij en de politiek. Dat was in de 19e eeuw nog niet zo aan de orde. Toen hadden we nog een zeer verzuilde samenleving, je geloofde of je ging mee in wat de pastoor of wat de dominee, of later wat de socialisten, zeiden. Dat hing van jouw eigen sociaal-economische positie af en het was vanzelfsprekend dat je daarbij hoorde. Terwijl we nu vrij hoogopgeleide individuen zijn. We scoren in alle opzichten in de wereld altijd in de top tien: qua welvaart, qua opleiding. Maar er is één ding, één vlek -- een serieuze vlek -- in onze cultuur, in onze samenleving, die steeds meer mensen heel lastig vinden om te dragen. En dat is de greep op het politieke proces; op de besluitvorming."
Dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat we tijd, kennis en toegang hebben (tot informatie). In de 19e eeuw was dat anders; toen hadden alleen leden van de elite echt tijd en kennis van wat er gebeurde. Tegenwoordig is dat heel anders; zelfs Jan met de Pet heeft genoeg vrije tijd en interesse om het nieuws en de
politiek nauwlettend te volgen. De Winter vraagt zich dan ook terecht af waarom we niet de mogelijkheid krijgen om ons uit te spreken over wat er uit onderhandelingen rolt.
Vervolgens maakte De Winter zich ook hard voor "referenda één keer in de drie of vier maanden" zodat we ons kunnen uitspreken "over besluiten van gewicht." Op dat moment bracht de redactie van Business Class Thierry Baudet even in beeld die natuurlijk driftig zat te knikken. Dat is immers precies wat hij en zijn partij ook willen.
Hoe dan ook, het is duidelijk dat het huidige systeem zo niet langer kan doorgaan. De Winter: "We weten, we zitten in een overgangsfase. Er moet iets anders komen."
Helaas is daar wel één probleem mee: "Alle grote, oude partijen proberen dat tegen te houden, want dan verliezen ze macht. Het zijn eigenlijk allemaal hele kleine overlegclubjes." Daarbij refereerde hij ook aan de leden van de VVD: "Dat is ongeveer evenveel als de Feyenoord-fans bij elkaar. Zo liggen de verhoudingen." Met andere woorden, partijleden bepalen heel veel, maar vormen niet eens bijna een representatief beeld van de samenleving, terwijl ze toch "een onevenredig grote invloed" hebben "op het reilen en zeilen van ons koninkrijk."
Alleen daarom is het natuurlijk al zo belangwekkend dat het Forum voor
Democratie flink aan de weg timmert. Die partij heeft nu twee kamerleden -- Thierry Baudet en Theo Hiddema -- heeft al zo'n 6.000 leden, en heeft nu ook al een jongerenbeweging van 2500 leden (waardoor het de
JOVD op de hielen zit en binnenkort vrijwel zeker ruim inhaalt). Forum voor Democratie is immers één van de weinige partijen die wél voor politieke vernieuwing is. De populariteit van
FVD en diens jongerenbeweging
JFVD bewijst dat de Nederlandse kiezer die vernieuwing óók wil.