Het heeft weinig zin tegen een fascist te zeggen dat hij een fascist is. Hij zal dat onmiddellijk ontkennen en verontwaardigd vertellen dat jij een fascist bent en hem tracht te demoniseren. Beschuldigingen van fascisme zijn dus bot geworden, mede door een obligaat 'anti-fascisme' dat in het naoorlogse Europa de toon heeft gezet en tot schrille klanken leidde. De Berlijnse Muur werd door het DDR-regiem zelfs Anitifaschischtische Schutzwall genoemd. En bij ons heeft Wilders het laatste restje vuur dat nog in het antifascisme zat onschadelijk gemaakt door er zelf mee aan de haal te gaan en overal het gevaar van 'islamofascisme' te ontwaren. Zijn medestanders gebreuken de term geroutineerd op de internetblogs, en zijn al zover het nationaal-socialisme voor 'links' te houden omdat de term socialisme erin voorkomt. Wat daaruit blijkt is dat er weer een propagandaoorlog woedt, waarbij oude termen een nieuwe en soms tegengestelde betekenis krijgen van wat ze vroeger hadden. Dat zorgt voor verwarring, ergernis, haatzaaierij en het onvermogen nog een zinnige discussie te voeren. Dat is precies de bedoeling van dit soort agitatie, waar nette mensen zich liever verre van houden. Bovendien denken velen dat we dat stadium nu wel voorbij zijn. Oorlogen zijn iets van vroeger, niet van nu.
Toch woedt er wel degelijk een strobrand, wat de PVV-sympathisanten 'de elites' en al diegenen die niet horen willen ook vaak voorhouden. Zij weten wat er speelt, zij spreken namens het volk, doen alsof ze al in de meerderheid zijn, en honen iedereen weg die de gevestigde politiek nog serieus wenst te nemen. Het doet aan Italië denken, waar alle partijen elkaar voor klootzak uitmaken en Silvio Berlusconi zeventien jaar lang de underdog kon spelen door de clown uit te hangen terwijl hij de rijkste man van het land was en meestal premier. Geweld gebruikte hij niet, hij schotelde het volk blote meiden voor op televisie. Was dat fascisme? Natuurlijk niet. Maar wat het wel was weten we nog steeds niet. Dat Pim Fortuyn een bewonderaar van Berlusconi was, kun je nog vergoelijken, want Silvio bracht in het begin wel degelijk iets nieuws en wist de linkse kerk in Italië met de mond vol tanden te zetten. Poujadisme, ofwel het exploiteren van de verongelijktheid van de kleine burgerman, komt meer in de buurt. Het stamt uit Frankrijk en had in Jean-Marie Le Pen (een man getekend door de littekens van de smerige Algerijnse onafhankelijkheiddstrijd) z'n meest uitgesproken gezicht. Maar in Nederland is de middenstand slechts een kleine minderheid en waarschijnlijk nog het best vertegenwoordigd in immigrantenkringen met hun groentezaken en belwinkels. Dat schiet niet op en verklaart de enorme aanhang van Wilders niet. Er zijn dus altijd talloze redenen te bedenken waarom Wilders geen fascist of poujadist of wat dan ook is, maar een geheel eigen talent.
Maar gisteravond zette ik een post op de
Dagelijkse Standaard waarin ik uitlegde dat de euro wel degelijk als een pacificatieinstrument was bedoeld en zonder uitzondering was hoon mijn deel. Toch zette ik niet meer dan de beweegredenen uiteen die tot de vorming van de euro hebben geleid. De Frans-Duitse verzoening is immers de basis van de naoorlogse Europese orde, en beide landen moesten na de Duitse eenwording opnieuw aan elkaar worden geklonken. Een muntunie leek daarvoor een geëigend instrument. Daar kun je voor zijn of tegen (ik had in de jaren negentig ernstige bedenkingen), maar met die pacificatiedoelstelling (waarbij de eigen nationale belangen nooit werden vergeten) kon toch weinig mis zijn. Iedereen die de geschiedenis van de twintigste eeuw kent, weet van de ontsporingen die ideologische en nationalistische verblinding met zich mee hebben gebracht. Dat die haat groot kan zijn, hebben we tijdens het interbellum gezien, en toen was er sprake van een economische wereldcrisis en een verwoestende wereldoorlog die nog verwerkt moest worden en kwaad bloed had gezet. Dat was wel iets anders dan nu.
Maar kijk naar de boosheid van nu, waarbij verdedigers van het nut van de Europese Idee in naam van de vrijheid en de volkssoevereiniteit als 'landverraders' en megalomane halve garen worden weggezet en de zuidelijke landen steeds als 'knoflookstaten' worden aangeduid (een term die geen enkele weerstand meer oproept en al volkomen is ingeburgerd). Daarbij wordt niet alleen geen enkele poging meer ondernomen om zich serieus te verdiepen in de ontstaansgronden van de Europese muntunie, maar zit men elkaar verder op te pompen in het eigen 'gelijk'. Zo wordt iedereen boos op iedereen, de elites op het volk, het volk op de elites, de elites en het volk onder elkaar, en dan ook nog op de immigranten en op allerlei noordelijke en zuidelijke types die inmiddels door de schuldencrisis allemaal reden hebben zich beduveld en tekort gedaan te voelen. De PVV-sympathico's kunnen zich blijkbaar helemaal niet voorstellen dat hun nationale verblinding en dédain voor de Europese zaak in heel Europa tot een verziekt politiek klimaat leidt waaruit straks - als de zaken echt mis gaan - gemakkelijk allerlei gewelddadigheden kunnen voortvloeien.
Daaruit spreekt op z'n minst een verschrikkelijke ignorantie. En binnen die ignorantie is volop ruimte voor het opzuigen van de halve waarheden waarmee Wilders op verbale manier oorlog voert tegen de gevestigde 'elites'. Dát is de oorlog die nu al is uitgebroken. Een propagandaoorlog die helemaal niet zo veel verschilt van het type agitatie waarmee allerlei 'volkspartijen' elkaar tijdens het interbellum te lijf gingen, compleet met dolkstootlegendes en verhalen over het 'dictaat van Versailles' (nu de machtsgreep van Brussel en de euro). Daarom zeg ik met François Mitterrand (die er uit eigen ervaring een goede neus voor had en zelf als hem dat politiek beter uit kwam ook niet vies was van het zaaien van tweedracht): 'Le PVV, c'est la guerre!'
De euro en de oorlog hebben wel degelijk met elkaar te maken en iedereen die dat ontkent, of denkt dat het niet zo'n vaart zal lopen, steekt z'n kop in het zand.