Naar de mening van een aantal Arabische analysten zou de Syrische provincie Raqqa weleens een indicatie kunnen vormen hoe een toekomstig Syrië er wellicht uit zou kunnen zien.
De provincie Raqqa ligt in het noorden van Syrië en werd een aantal maanden geleden veroverd door een alliantie van gewapende milities die gezamelijk hadden gevochten om het Syrische leger uit Raqqa te verdrijven om deze provincie vervolgens tot bevrijd gebied te verklaren. De aan al-Qaida geliëerde Jabhat al-Nusra wist echter al snel als best bewapende groepering een dominante positie te verwerven en Raqqa onder haar controle te brengen. Er werden sharia rechtbanken ingesteld die misdrijven zoals onzedige kleding begonnen te bestraffen met zweepslagen. De Jabhat al-Nusra vecht niet zozeer tégen het Syrische regime maar tracht haar visie van een wereldwijd islamitisch kalifaat te realiseren.
De huidige westerse fixatie op Jabhat al-Nusra verhult dat er momenteel talloze andere groeperingen met een gelijksoortige ideologie vechten in Syrië die gemeenschappelijk hebben dat ze gefinancierd en bewapend worden door de Arabische Golfstaten. Aan de andere zijde van het spectrum zijn Iran, de Libanese Hizbollah en een toenemend aantal Irakese sjiieten even vastberaden om het regime in Damascus in het zadel te houden. In Syrië woedt een totale regionale oorlog die alleen nog niet als zodanig mag worden benoemd en om het hiermee gepaard gaande fanatisme te begrijpen dient men zich te realiseren dat alle bij dit conflict betrokken partijen ervan overtuigd zijn dat ze een existentiële strijd leveren waarvan de uitkomst de toekomst en soms zelfs het voortbestaan van de eigen geloofsgroep zal bepalen.
Ondertussen beginnen na meer dan twee jaar burgeroorlog in Syrië steeds meer rebellenleiders zich te manifesteren als Somalische Warlords die onderling verwikkeld zijn in bloedige vetes over de oorlogsbuit. December 2012 werd in Turkije onder zware westerse druk het Supreme Military Command opgericht dat wordt geleid door de gedeserteerde Syrische generaal Saleem Idriss die in interviews beweert 90 procent van de Syrische gewapende oppositie te vertegenwoordigen. Volgens nogal wat waarnemers luidt een meer realistische inschatting dat 90 procent van de Syrische milities zich niets gelegen laat liggen aan generaal Idriss wat het idee voedt dat een internationale vredesconferentie over Syrië weinig kans van slagen heeft.
De positie van het Syrische regime bij een eventuele vredesconferentie werd aanzienlijk versterkt doordat het Syrische leger recentelijk belangrijke successen boekte. De aan de Jordaanse grens liggende stad Khirbet Ghazaleh werd terugveroverd op de rebellen waardoor hun aanvoerroute vanuit het zuiden naar Damascus volledig werd afgesneden. Meer westelijk heeft het Syrische leger de verovering van de strategisch belangrijke plaats Qussair bijna voltooid wat de levering van wapens en strijders vanuit Libanon buitengewoon moeilijk zal maken. Zelfs woordvoerders van de Syrische oppositie gaven de afgelopen dagen toe dat met de uitkomst in Qussair de toekomst van het Syrische regime wordt bepaald.
Dit alles heeft de Russische vastberadenheid vergroot om inzake Syrië geen enkele concessie te doen aan het westen omdat in Moskou de overtuiging groeit dat ze in Syrië op het winnende paard hebben gegokt. Vooral nadat de Amerikaanse president Obama liet doorschemeren dat zijn rode lijn met betrekking tot het gebruik van chemische wapens in Syrië rekkelijk is. De Turkse premier Erdogan kwam na zijn bezoek aan Washington op 16 mei jongsleden met lege handen naar huis. Gloedvolle Amerikaanse woorden over de Turkse politiek dienden te camoufleren dat er geen Amerikaanse interventie in Syrië op handen is. De Israëlische premier Netanyahu onderging hetzelfde lot in Moskou waar hij de Russische authoriteiten ervan probeerde te overtuigen af te zien van de levering van uiterst geavanceerde raketten aan Syrië. Vooral de levering van S-300 raketten baart Tel Aviv grote zorgen omdat dit een luchtafweer systeem is met een hoge mate van perfectie. De Russen lieten echter weten onverkort vast te houden aan de levering van deze raketten en in Arabische media circuleerden trouwens berichten dat deze moderne Russische wapens al aanwezig zouden zijn in Syrië. Moskou onderstreepte haar onwrikbare houding door twaalf oorlogsschepen naar de Middellandse Zee te sturen wat alom werd geïnterpreteerd als een duidelijke waarschuwing aan het westen. Deze Russische actie lijkt echter eveneens een signaal richting Tel Aviv dat eventuele Israëlische luchtaanvallen op Russische wapentransporten naar Syrië niet getolereerd zullen worden.
Onder de AKP-regering van Tayyib Erdogan waren het afgelopen decennium de Turkse relaties met het westen behoorlijk onderkoeld geraakt. In eerste instantie bracht de Syrische crisis alle partijen weer in hetzelfde kamp maar vooral de afgelopen maanden bleek het Syrische vraagstuk oorzaak van een groeiende verwijdering tussen vooral Turkije en de Verenigde Staten. Erdogan heeft bij herhaling gedreigd met een militaire interventie in Syrië maar als gevolg van de zich alsmaar voortslepende Ergenekon affaire zitten volgens sommige bronnen bijna twintig procent van alle Turkse generaals momenteel in gevangenissen en verkeert het Turkse leger volgens critici in een deplorabele staat. Dat de Koerdische PKK zich mét wapens rustig kon terugtrekken in de bergen van Irakees Koerdistan zien ze hiervoor als bewijs. Een eventuele militaire interventie in Syrië kan dus uitsluitend door de NAVO worden uitgevoerd wat weer ondenkbaar is zonder een actieve Amerikaanse rol hierbij. Het westen blijkt echter buitengewoon huiverig te worden meegesleurd in het Syrische moeras waardoor de indruk ontstaat dat Israël met haar recente militaire acties in Syrië plaatsvervangend optreedt voor het westen. Hierdoor veranderde in het midden oosten de perceptie van de Syrische crisis van een opstand tegen een dictatoriaal regime tot een Arabisch-Israëlische oorlog.Dit plaatste de Turkse premier Erdogan voor een moeilijk dilemma omdat deze de afgelopen jaren zijn populariteit in de Arabische wereld vooral gebouwd had op harde kritiek richting Israël. Erdogan zag zich dus verplicht de Israëlische aanvallen op Syrië te veroordelen waardoor het plotseling leek alsof hij aan dezelfde zijde als het Syrische regime stond.
Bij alle perikelen en ontwikkelingen rondom de Syrische crisis is altijd de Iraanse schaduw aanwezig. Westerse besprekingen met Teheran over het Iraanse nucleaire dossier leveren al jaren niets op en vooral de Arabische Golfstaten hoopten heimelijk dat uiteindelijk Israël de Iraanse nucleaire installaties zou vernietigen wat echter net de grootste westerse vrees vormde. Israël zal het zich in geval van een directe militaire confrontatie met Syrië én de Libanese Hizbollah niet kunnen veroorloven tevens een oorlogsfront in Iran te openen wat dus goed nieuws is voor zowel het westen als de mullahs in Teheran. Het feit dat de Russische levering van S-300 raketten premier Netanyahu naar Moskou deed reizen illustreert de Israëlische bezorgdheid dat deze raketten het militaire evenwicht in het midden oosten zullen veranderen. Het westen deelt de Israëlische vrees dat dit geavanceerde luchtafweer systeem in handen van de Libanese Hizbollah zou kunnen vallen. De werkelijke maar niet uitgesproken zorg is echter dat Syrië deze S-300 raketten via de bevriende Irakese regering aan Iran zou kunnen leveren. Dit zou een toekomstige westerse of Israëlische aanval op de Iraanse nucleaire installaties waarschijnlijk uiterst riskant zoniet onmogelijk maken. Het Syrische kruitvat schudt aan de grondvesten van de regionale en internationale orde.