Koranverbranding

Geen categorie12 sep 2010, 11:30
Mijn Telegraafcolumn van gisteren ging over de rel over de voorgenomen, uitgestelde en uiteindelijk afgelaste koranverbranding
De rel over de voorgenomen koranverbranding door een Amerikaanse dominee is instructief voor de staat van morele verwarring waarin het westen momenteel verkeert. In plaats van het verhaal schouderophalend af te doen als het werk van een gestoorde aandachtzoeker, werd het door de westerse pers en politiek opgeblazen tot een heuse diplomatieke crisis. Witte Huis en oppositie, het Vaticaan, ja zelfs filmsterren als Angelina Jolie waarschuwden in apocalyptische termen voor de mogelijke gevolgen van deze daad. Want als dit door zou gaan, zouden de terroristen vast weer willen toeslaan.
Het fundamentele probleem met deze reactie is dat het een rationele verklaring probeert te geven voor een irrationeel fenomeen, namelijk islamitisch terrorisme. In een zoektocht naar de mythische ‘oorzaken’ van de terreur komt men steeds met nieuwe aanbevelingen om bepaalde zaken te doen of juist na te laten, in de hoop zo de ‘voedingsbodem’ voor de terreur weg te nemen. Wel vrede in het Midden Oosten afdwingen en ons zo snel mogelijk terugtrekken uit Afghanistan. Niet Korans verbranden of het dragen van burkas in onze scholen verbieden.
Het is allemaal flauwekul.

Islamitische terreur is een pseudo-religieuze geweldscultus. Het heeft maar één doel, namelijk aanslagen plegen. Wat nu precies de directe aanleiding voor de aanslagen vormt, zal de terroristen feitelijk een zorg zijn. Ja, formeel gesproken probeert men het te rechtvaardigen door te verwijzen naar ‘de vijanden van de islam’. Maar dat is een buitengewoon rekbaar begrip. In praktijk valt alles en iedereen daar onder: Amerikaanse dominees die korans willen verbranden, Afghaanse schoolmeisjes die willen leren lezen en schrijven, westerse hulpverleners die Pakistaanse slachtoffers van een overstroming willen helpen. Wie de lijsten met islamitische terreurdaden bestudeert, valt al snel op dat er geen logisch patroon in te ontdekken valt. Niet in de gekozen doelwitten; de aanslagen zelf treffen jong en oud, man en vrouw, arm en rijk, moslims, joden, christenen, hindoes en ongelovigen. Ook niet in de opgegeven redenen voor de aanslagen; de ene keer gaat het om de aanwezigheid van Amerikaanse troepen in Saudi Arabië, de andere keer om de zaak van de Palestijnen in Israel of van de islamieten in India, dan weer om de rechten van moslimimmigranten in Europa. Het doel - aanslagen plegen - is wat telt. Doelwit en motief zijn uitsluitend een gelegenheidskwestie.
In mijn vorige column schreef ik het al: wij hebben er blijkbaar moeite mee te accepteren dat de strijd tegen de terreur een strijd is tegen het georganiseerde Kwaad. Met dat Kwaad valt niet te onderhandelen; het is niet voor rede vatbaar. Het spreekt slechts de taal van het geweld en zal dan ook met wortel en tak moeten worden uitgeroeid. In plaats van de camera te richten op een krankjoreme dominee in Florida, kunnen we beter ons vizier richten op de haatpredikanten in de islamitische wereld die elk excuus aangrijpen voor het verspreiden van hun van geweld druipende boodschap. Zolang we daar niets aan doen, zullen we van de ene koranrel naar de andere zwalken. In de dagen na 11 september 2001 begrepen wij dat nog wel, nu blijkbaar niet meer. Dat is een zorgwekkende constatering.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten