De gemeente Amsterdam wordt om de haverklap geconfronteerd met demonstraties, voornamelijk tegen het coronabeleid. Heel vervelend voor de beeldvorming, want de politie moet er telkens weer aan te pas komen. Dus wat doe je dan als gemeente? Na twintig jaar ineens de grasmat vervangen op het Museumplein, waardoor er ruim een jaar niet meer gedemonstreerd mag worden op die locatie. Komt dát even goed uit! Burgemeester Halsema heeft afgelopen jaar al wel vaker laten zien dat ze weinig op heeft met protesten en demonstraties, vooral als ze niet binnen haar eigen straatje passen. Maar zij begon toen ook wel door te krijgen dat zelfs de demonstraties die ze zelf een warm hart toedraagt, ook vaak uitmondden in een moeilijk te handhaven situatie.
Om de verdere schijn van haar eigen partijdigheid te voorkomen, en om ervoor te zorgen dat iedere demonstratie niet telkens leidt tot een openlijk conflict met de politie en de ME, moest er dus een oplossing worden gevonden. En het liefst een die haar buitenschot houdt.
Die oplossing is nu gevonden: een nieuwe grasmat voor het Museumplein. Twintig jaar geleden was deze voor het laatst vernieuwd en ineens, midden in een periode van grote sociale en politieke onrust, worden deze werkzaamheden met stoom en kokend water voorbereid. De NOS
tekent op:
"Met het oog op de heropening van de samenleving hebben we besloten om de hele grasmat in een keer te vervangen en niet in delen, zoals eerst het plan was", aldus de gemeentewoordvoerder.
Het mooiste aan deze gemeentelijke stunt is nog wel dat het gebied in juni wél weer open kan voor recreatie, maar dat de ondergrond 'helaas' nog te kwetsbaar is voor evenementen en demonstraties.
Zo krijg je op het Museumplein straks wel leuke beelden van picknickende dagjesmensen, en niet meer die vervelende beelden van demonstranten die onderuit worden geschoten met een waterkanon. Iedereen blij, natuurlijk. Behalve de demonstrant, natuurlijk, die alleen maar van zijn grondwettelijke recht gebruik wil maken.