1. Home
  2. Karlsruhe koopt tijd voor het redden van de euro

Karlsruhe koopt tijd voor het redden van de euro

Geen categorie14 feb 2014, 18:59
Het nieuws in Nederland wordt overheerst door Plasterkgate, Samsomgate en andere futiliteiten, terwijl in Europees verband er allerlei belangwekkender zaken spelen.
Zoals daar zijn: de benoeming van oud EC-voorzitter Mario Monti om te onderzoeken op welke wijze er Europese belastingen geheven kunnen worden; het (overigens niet nieuwe) voornemen van de EU om de opgepotte pensioengelden van Europese burgers te 'mobiliseren' om de economie te stimuleren en de (lange termijn) tekorten van de banken te vullen; maar vooral het OMT-programma van Monti's landgenoot Mario Draghi-avelli, waarvan het Duitse Constitutionele Hof in Karlsruhe -volkomen terecht- heeft aangegeven, dat het OMT een vorm van monetaire financiering van individuele lidstaten is en dat dit in strijd is met het oorspronkelijke ECB mandaat. De implicaties van dit laatste zijn buitengewoon relevant en daarom is het uitermate betreurenswaardig dat het Duitse Constitionele Hof de zaak merkwaardig genoeg niet zelf heeft gevonnist, maar voor een 'tussenoordeel'(?) heeft doorgespeeld naar het Europese Hof van Justitie in Luxemburg.
Want stel nu eens, zoals ook door deskundigen wordt verwacht, dat het Europese Hof, anders dan het Duitse Constitutionele Hof, tot het oordeel komt dat het OMT-programma wèl tot het mandaat van de ECB zou behoren. Immers, de ervaring leert dat het Europese Hof vrijwel altijd in het voordeel vonnist van de Europese instituties. Wat dan?
Volgens het EU-Verdrag en de ECB-statuten is het expliciete mandaat van de ECB beperkt tot het bewerkstelligen van ‘prijsstabiliteit’ (inflatiebeheersing). Daarnaast zou de ECB de impliciete taak hebben om de stabiliteit van het Europese financiële stelsel te waarborgen. Dit, maar vooral het ‘redden’ van de euro, was destijds ook de motivatie van de EU om de handen te lichten met de ‘no bail-out’ bepalingen uit het Verdrag van Maastricht. Nood breekt wet is het credo in Brussel.
De vraag die vervolgens wel rijst is: wat als het Europees Hof dat OMT straks inderdaad goedkeurt? Kan de Duitse regering van Angela Merkel, of de Bundesbank van Jens Weidmann of het Duitse parlement dan nog iets doen? En kan het Duitse Constitutionele Hof dan misschien nog iets uitrichten?
Het antwoord daarop lijkt 'nee', ook al heeft het Constitutionele Hof bedongen dat zij nog een allerlaatse oordeel mag vellen na de uitspraak van het Europese Hof. Alles lijkt er op gericht te zijn tijd te winnen. Straks zit er een nieuwe Europese Commissie, een nieuw Europees parlement en bestaat zelfs het bestuur van de ECB mogelijk uit andere personen. Dat maakt praten over voldongen feiten een stuk makkelijker. Het lijkt er op, dat vooral voorkomen moest worden dat een definitief oordeel geveld zou worden vóór de wisseling van de wacht.
Maar eerst maar even enkele feiten. Ten eerste is de ECB politiek onafhankelijk. Dat betekent dat noch het Duitse parlement noch de regering van Angela Merkel enige invloed heeft op de ECB. Ten tweede heeft het Duitse Constitutionele Hof geen jurisdictie over de ECB. Dat betekent dat de Duitse opperrechter de ECB niet iets kan gebieden of verbieden. Ten derde heeft Jens Weidmann geen meerderheid van stemmen en evenmin een veto-recht bij de besluitvorming van het bestuur van de ECB.
De ECB-besluitvorming vindt plaats bij gewone meerderheid van stemmen op basis van het beginsel ‘one-country-one-vote’. Dat betekent dus, dat als de meerderheid van het ECB-bestuur vindt dat het OMT wettig is, en dat het OMT in werking gesteld zou moeten worden, dat dit dan ook gewoon gebeurt. En we weten intussen allemaal dat de meerderheid van het ECB-bestuur stemt in het belang van Frankrijk en haar bondgenoten in de eurozone, dat wil zeggen de Latijnse landen. Weidmann kan dan hoog of laag springen, maar zijn stem doet er dan gewoon niet meer toe.
Overigens heeft Weidmann als énige ECB bestuurder (zat onze Klaas Knot toen te slapen?) volkomen terecht gesteld dat het OMT een vorm van monetaire financiering van lidstaten is, hetgeen zowel volgens de ‘no bail-out’ bepalingen van het EU-Verdrag als de statuten van de ECB is verboden. In de procedure bij het Duitse Constitutionele Hof heeft Weidmann dat, als getuige, ook nog eens klip-en-klaar herhaald. Weidmann ging daarbij zelfs nog verder door (eveneens volkomen terecht) te stellen, dat het niet de taak van de ECB is, omdat dit buiten haar mandaat valt, om maatregelen te nemen (welke dan ook) ter voorkoming van een (noodgedwongen) euro-exit van een euroland of ter voorkoming van een ‘default’ (faillissement) van een euroland, zoals is gebeurd met het opkopen door de ECB van staatsobligaties van zwakke eurolanden en het in onderpand aannemen van waardeloze obligaties ter financiering van zwakke eurolanden. Hierbij speelt eveneens een rol dat het Verdrag van Lissabon niet voorziet in een euroexit van een lidstaat. Dat mag met recht een hiaat worden genoemd: een land kan nu alleen uit de euro stappen, als het ook de EU verlaat. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de rol die de ECB heeft gespeeld (en nog speelt) als onderdeel van de troika bij het afdwingen van economische hervormingen bij individuele lidstaten en de vorming van de Europese 'noodfondsen' om de euro te redden 'kostte wat kost'.
Wat rest Duitsland dan als het Europese Hof het OMT goedkeurt en de ECB dat OMT niet intrekt maar gewoon gaat uitvoeren? Grotendeels op kosten van Duitsland nota bene. Moet Duitsland dan uit de euro en de EU stappen? Het lijkt ons niet waarschijnlijk dat Duitsland daartoe het initiatief zal nemen, zeker niet met de huidige regering Merkel en de politieke samenstelling van het huidige Duitse parlement. De enige andere optie die dan overblijft is dus acceptatie.
Een tweede vraag die rijst is, waarom het Duitse Constitutionele Hof het (tussen-?)oordeel over de rechtsgeldigheid van het OMT heeft doorgeschoven naar het Europese Hof? Immers, de Duitse opperrechters weten heel goed dat het Europese Hof in deze kwestie hoogstwaarschijnlijk een andere mening zal vormen dan het Duitse, en dat het Europese Hof dat OMT dan dus zal ‘goedkeuren’. Misschien dat er pro forma wordt gesteld dat er een paar punten en komma's verzet moeten worden, net zoals destijds ook met het Verdrag van Lissabon is geschied.
In dit verband dient te worden opgemerkt, dat in álle eerdere gevallen het Duitse Constitutionele Hof altijd direct zelf heeft getoetst inzake 'Europese aangelegenheden’, en daarover ook heeft ‘gevonnist’. En dat moest het Hof ook, want volgens Duits recht staat de Duitse Constitutie bóven Europese regelgeving, waaronder het EU-Verdrag. Indien het Duitse Constitutionele Hof onherroepelijk had besloten om het definitieve oordeel over de rechtsgeldigheid van de OMT-zaak door te schuiven naar het Europese Hof, dan had Duitsland, alle ‘windowdressing’ ten spijt, zijn soevereiniteit in feite gewoon opgegeven en overgeheveld naar ‘Europa’. Maar 'Karlsruhe' heeft heel slim bedongen 'het laatste woord' te mogen hebben. Er moet immers tijd gewonnen worden.
De Duitse staatsrechtgeleerde Gunnar Beck formuleerde de gang van zaken deze week in het Handelsblatt als volgt:

“ Das Verfassungsgericht bricht mit seiner eigenen vierzigjährigen Rechtsprechung, in der sich das Gericht stets das letzte Wort über die Auslegung der EU-Verträge vorbehalten hatte. Damit werden langfristig haushaltspolitische Hoheitsrechte vom Bundestag an sogenannte unabhängige Institutionen abgegeben, die keiner demokratischen Kontrolle unterliegen: den EuGH und die EZB. Es fehlt den Verfassungsrichtern also nicht an Kompetenz, sondern an Charakter, nicht an Argumentationsschärfe, sondern an Integrität. Gerichtspräsident Andreas Voßkuhle und seine Kollegen haben Angst die evidente Verfassungswidrigkeit auszusprechen und damit für eventuelle Turbulenzen an den Finanzmärkten und politische Spannungen verantwortlich gemacht zu werden.”

Beck wijst er dus op, dat het de eerste keer is dat het Constitutionele Hof niet oordeelt en vonnist (en daarmee de Duitse regering voor een voldongen feit stelt), maar het (tussen-?)oordeel doorschuift naar het Europese Hof van Justitie. Volgens Beck doen ze dat, omdat de rechters bang zouden zijn voor een mogelijke reactie van de financiële markten en de daarop volgende politieke spanningen. Het Duitse Constitutionele Hof bedrijft daarmee dan dus ‘politiek’ in plaats van ‘rechtspraak’, hetgeen regelrecht indruist tegen het beginsel van de scheiding der machten volgens Montesquieu’s ‘Trias Politica’.
Maar wat de Duitse (Gunnar Beck incluis), Nederlandse en internationale commentatoren in deze kwestie tot nu toe volgens ons lijkt te zijn ontgaan is, dat het Duitse Constitutionele Hof met haar voornoemde ‘politieke’ handelwijze de facto de euro (voorlopig) heeft gered simpelweg door tijd te winnen.
Want let wel, indien het Duitse Constitutionele Hof haar (terechte) oordeel, dat het OMT onwettig is, nu had vastgelegd in een vonnis, dan had dat niet alleen een bindend ‘VERBOD’ betekend voor zowel de Duitse regering en parlement als de Bundesbank om op enige wijze aan dat OMT mee te werken, maar tevens een bindend ‘GEBOD’ aan de Duitse regering, parlement en Bundesbank om uit de euro, EMU en ECB te stappen indien de ECB het OMT niet zou intrekken. Met andere woorden: met haar uitspraak over het OMT heeft het Duitse Constitutionele Hof in Karlsruhe (onder voorzitterschap van de openlijk eurofiele Andreas Voßkuhle) vooral tijd gekocht voor het redden van de euro en zij doet daarmee dus net zo hard mee aan de onwettige ‘euro-reddingspolitiek’, als de ECB en de Europese politieke elite.
Klik hier voor een overzicht van mijn columns en volg mij hier op Twitter.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten