Bauke Mollema, de best geplaatste Nederlander in het algemeen klassement van de Tour de France, had het gisteren erg zwaar. Hij verloor zo'n 40 seconden op Chris Froome en Richie Porte. Ook gaf hij tijd toe op de nummer drie in het algemeen klassement, Adam Yates.
Eén slechte dag is natuurlijk geen probleem. Bijna elke renner heeft zo'n dag, het hoort er nu eenmaal bij. Maar vandaag moet Mollema zich wél herstellen. Doet hij dat niet dan wordt het een bijzonder zware opgave om op het podium te eindigen in Parijs.
Gelukkig voor Bauke staat er vandaag een tijdrit op de agenda. En dan ook nog eens een klimtijdrit. In principe zou de Nederlander goed moeten kunnen presteren. Nairo Quintana was gisteren net zo sterk (of zwak) als Mollema, maar kan minder goed in zijn eentje rijden. Dat betekent dat Mollema in principe tijd op hem moet kunnen pakken.
Tegelijkertijd geldt natuurlijk dat Froome, Porte én Yates zowel goede klimmers als uitmuntende tijdrijders zijn. Mollema kan het zich daarom niet veroorloven om nog een zwakke dag te hebben. Heeft hij dat wel, dan kon hij weleens van het podium duikelen.
En dat zou doodzonde zijn. Mollema is namelijk sterker dan ooit en heeft echt uitzicht op een podiumplek. Voor het Nederlandse wielrennen zou dat geweldig zijn: een echte doorbraak die er vrijwel zeker voor zorgt dat nóg meer jongens en meisjes voor het wielrennen kiezen als sport (in plaats van, zeg, voor voetbal). En dat vergroot de kans natuurlijk weer op toekomstige successen.