Gisteren vond de persconferentie van het kabinet plaats bij Nieuwspoort. Premier Mark Rutte was niet aanwezig en werd vervangen door vicepremier Hugo de Jonge. Een aantal onderwerpen staan al enige tijd op de agenda, zoals de stikstofproblematiek die blijft aanhouden. Op het dossier Defensie boekt het kabinet echter wel vooruitgang. Zo gaf De Jonge een update over de bouw van nieuwe onderzeeboten voor de Koninklijke Marine. Vicepremier De Jonge heeft heugelijk nieuws voor het Ministerie van Defensie en de Koninklijke Marine. Afgelopen maanden is de eerste oriëntatiefase voor de productie van vier nieuwe onderzeeboten afgerond. Het kabinet hanteert vier fases en bevindt zich nu dus aan het einde van de tweede fase. Deze wordt met het verzenden van de Kamerbrief afgerond. Van de vier mogelijke producenten zijn er nog drie over.
In
de Kamerbrief van het kabinet gericht aan de volksvertegenwoordigers van de Tweede Kamer staat duidelijk welke eisen en wensen Defensie heeft aangaande de productie van de nieuwe duikboten. Tevens heeft het kabinet onderzocht welke type onderzeeboten moeten worden aangeschaft. Het liefst wil het kabinet duikboten van 'variant A', die u hieronder in de tabel ziet. Maar aan deze variant hangt een prijskaartje en deze "valt buiten het budget".
Opties voor de Koninklijke Marine
Dat 'variant A' te duur is betekent dat Nederland duikboten gaat produceren die niet overal ter wereld inzetbaar zijn en slechts een beperkte actieradius hebben. Variant A zal ongetwijfeld nucleaire duikboten betreffen, die 'stand alone' de zeeën kunnen bevaren.
Maar daarvoor is ons landje te klein en dus gaat het kabinet waarschijnlijk voor een 'variant B', dat kunnen ook prima duikboten zijn, maar deze moeten voor wereldwijde inzetbaarheid gebruik maken van een 'vooruitgeschoven basis'. Dat kan een haven binnen het Nederlandse koninkrijk of een haven van NAVO-partners zijn.
Verder richt het kabinet zich met de bouw van de duikboten op 'strategische autonomie', dit betekent dat alle wapensystemen en de relevante logistiek voor de operaties van de duikboten in Nederlandse handen moet zijn. Dat is wel verstandig inderdaad, al zal Nederland alsnog afhankelijk zijn van allerlei andere landen voor de aanvoer van grondstoffen, computerchips en andere technologische hoogstandjes.