Om 23.00 kwamen ze dan toch binnen: de eerste exitpolls van de verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk. Deze peilingen wezen direct op de grootste conservatieve meerderheid sinds de jaren tachtig. 365 zetels zullen worden aangevoerd door premier Boris Johnson, Rees-Mogg en consorten. Markten reageerden na de Conservatieve overwinning zeer positief: de Pond stond op zijn hoogste niveau in 2 jaar en de beurzen versloegen alle records. Kabinet Johnson II heeft afgelopen donderdag een stevig mandaat gekregen om Brexit afgerond te krijgen en om zich vervolgens te focussen op de prioriteiten van de Britste bevolking. En dat is hard nodig na de dither and delay van de afgelopen 3.5 jaar. Dat waren jaren van onrust die niet alleen de samenleving ontwrichtte en het land verdeelde in twee kampen, maar ook zorgde voor een verzwakte economische groei. Na deze -onverwachts mooie- verkiezingsuitslag gebeurde er van alles op de markt. Zo stond de FTSE 100 meer dan 2% hoger dan voor de uitslag van de Britse verkiezingen. Zekerheid, stabiliteit en de continuering van het vrijemarktsysteem in het Verenigd Koninkrijk stelde beleggers gerust. De vrees voor nationalisatie van allerlei zaken en diensten in het Verenigd Koninkrijk was zeer aanwezig na de snelle opruk van Labour in de peilingen. Door het districtenstelsel en de impopulariteit van de antisemitische Jeremy Corbyn wist Boris Johnson echter toch een overtuigende meerderheid te behalen in het Lagerhuis.
Figuur 1: FTSE 100, de belangrijkste graadmeter van de effectenbeurs van Londen
Naast de laagste werkloosheidscijfers sinds december 1974, hebben de Britten te maken met een significante koopkrachtvooruitgang. Reëel loon (loon gecorrigeerd voor inflatie) is namelijk positief gestegen, terwijl door Britse denktanks een koopkrachtachteruitgang was voorspeld.
De Britten laten ons zien dat een uittreding uit de oligarchische Europese Unie geen economische ravage creëert. Integendeel, het geeft de Britten de kans om zelf handelsverdragen te sluiten met wie zij willen onder hun eigen gewenste voorwaarden. Nederland zou hier een voorbeeld aan moeten nemen. En gelukkig kan dat ook.
De Europese Unie is niet alleen cultureel en democratisch ondermijnend. Ook economisch gezien is dat het geval. De constante money transfer om zwakke economieën kunstmatig te laten functioneren, de zogenaamde ‘interne markt’ die geteisterd wordt door Brusselse bureaucratie, en de kosten van het EU-lidmaatschap tonen dit glashelder aan. Als het Verenigd Koninkrijk het kan, dan zou Nederland het zelfs met WHO-regulatie kunnen.